Hildo's Zweedse Hagel... Annika!
Een Husky brengt de bøødschap wel øver, zelfs na 100 jaar.

 Back

Een Husqvarna Model 20 hagelgeweer uit 1915

Een zwartkruit kaliber 12 dubbelloops... uit Zweden!

26 april 2015. Side by Side... Annika!

Een dubbelloops jachtgeweer heeft iets wat geen enkel ander geweer heeft. Hildo heeft er het beeld bij van een Engels landhuis, lange oprijlaan en een Jaguar voor de deur. Goed glas wijn, een knappend houtvuur en Chopin of Shubert op de platenspeler na een rondje kleiduiven. Een hagelgeweer is sjiek! Annika is een dubbelloops van Husqvarna 'Model 20' in kaliber 12. Echt sjiek is ze echter niet, ze is eentje van het volk, destijds betaalbaar voor de gewone man en dat is ze, na precies 100 jaar, nog steeds. Het is een gebruiksgeweer waarop geen enkele gravure te vinden is, maar dat ongetwijfeld voor het nodige voedsel op een Zweedse tafel heeft gezorgd. Dit is inmiddels het meest voorkomende antieke zwartkruit jachtgeweer in Nederland, volgens Hildo. Iedereen heeft een Husky óf wil er eentje en dat is niet alleen omdat ze betaalbaar zijn. Het zijn vaak mooie jachtgeweren, de kwaliteit is prima en de modellen van Husqvarna zijn zeker verzamelwaardig. U kunt vanaf 300 euro een heel aardig exemplaar aanschaffen, dat is ongelooflijk veel geweer voor zo weinig geld. Het is zelfs een onvervalste klassieker want de geschiedenis van Husqvarna bestrijkt meerdere eeuwen. De fabriek is in 1689 al begonnen met musketten voor het Zweedse leger. In 1977 zijn ze uiteindelijk met de wapens gestopt. Husqvarna heeft natuurlijk naast de jachtgeweren nog andere wapens gemaakt. Hildo heeft bijvoorbeeld wel eens met een militaire Rolling Block van Husqvarna geschoten.
Behalve van de wapens kent u Husqvarna ongetwijfeld van onder andere buitenboordmotoren, kettingzagen, naaimachines, grasmaaiers, fietsen, brommers, motorfietsen, etc. Het is een groot concern waarbij de productie van wapens slechts één tak was.

Model 20 van 1877 t/m 1956

Husqvarna heeft van 1877 tot 1879 het model 20 geproduceerd, een penvuur exemplaar met het kenmerkende Lefaucheux underlever systeem om de lopen te ontgrendelen. Dit systeem is genoemd naar Casimir Lefaucheux (1802-1852), een Fransman die overigens ook de penvuurpatroon heeft ontwikkeld in 1836, de eerste complete patroon. Nog wel van papier, maar dat terzijde. Van 1880 tot 1889 had Husqvarna geen model 20 in het wapenassortiment. Daarna had de fabriek wel weer een model 20, dat gebouwd werd van 1890 tot 1900. Daarop volgde de serie van 1901 tot 1946, de serie waartoe ook Annika behoort. In totaal zijn er tussen 45.000 en 50.000 van deze serie gebouwd in 50 jaar. Het model 20A is alleen in 1943 gebouwd en was voorzien van een 'pistol grip'. Tot slot is er een model 20B gebouwd, van 1944 tot 1956. Alle waren voorzien van het Lefaucheux underlever systeem met buitenliggende hamers en gemaakt om te functioneren op zwartkruit. Alleen van het model 20B zijn er een aantal gebouwd met lopen van 'special steel', voor gebruik met nitrokruit.

 

Bascule met Lefaucheux vergrendeling

De bascule is het scharniersysteem waarmee u het wapen opent, de grote grendel aan de achterkant. Er scharnieren nokken weg, die de lopen aan de onderzijde vasthouden, zodat het wapen 'gebroken' kan worden om het opnieuw te laden. Dit is het Lefaucheux systeem. De bovenste kleinere hevel bedient eveneens een scharnierend nokje. Als u het voorste nokje wegdraait, kunt u de lopen van het wapen nemen, om schoon te maken bijvoorbeeld. De lopen worden overigens op twee punten vastgehouden, niet alleen aan de voorkant maar ook aan de achterkant worden ze ingehaakt. Verder zit er nog een systeem op dat de patroontrekker bedient op het moment dat u het wapen opent.

Speling?

Als het goed is, zit er geen speling tussen de lopen en de rest van het geweer. Bij Annika is geen enkele speling waarneembaar in geopende of gesloten toestand. Na het openen van de grendel moeten de lopen lichtjes naar beneden geduwd worden. Superstrak na 100 jaar!

 

Engelse kolf

De kolf is van geolied walnotenhout en verkeert nog steeds in goede staat zonder veel butsen of andere beschadigingen. De eigenaar van dit geweer is er netjes mee omgegaan en heeft er goed voor gezorgd. De term 'Engelse kolf' slaat op hoe de kolf eruit ziet, het is niet voorzien van een zogenaamde 'pistoolgrip' achter de trekkerbeugel, een uitstulping aan de onderkant van de kolf om de grip ergonomischer te maken. Het is en blijft persoonlijk, maar een Engelse kolf is natuurlijk slanker en Hildo vindt het mooier om te zien. Eleanor, Hildo's Rigby voorlaad replica, is voorzien van een pistoolgrip en dat ligt inderdaad goed in de hand en geeft een betere grip op het wapen, vooral als er nogal wat terugslag is.

Dubbele trekker

De voorste trekker is voor de rechter loop, de achterste voor de linker. Niet allebei tegelijk, dat wordt een beetje veel van het goede.

 

Slotplaten

Een close-up laat u zien dat Annika niet gloednieuw is. Ze heeft wat vuilvlekken, maar deze moet u niet verwarren met de blauw/bruine vlekken van de bontharding, die nog steeds duidelijk te zien is. 'Ze is best netjes', meent Hildo. Ondanks dat het een basic geweer was in 1915, is de afwerking uitstekend geweest. Nog steeds liggen de slotplaten naadloos in het hout. Thor Dimberg was een vakman.

 

Hildo krijgt Annika niet op verlof

Volgens de huidige regelgeving mag u niet schieten met een antiek wapen wanneer het niet op uw verlof staat. Doet u dat toch, wordt u misschien in de boeien geslagen, komt het 'Binnen Zonder Kloppen Team' op bezoek of, en dat lijkt Hildo waarschijnlijker, raakt u uw wapenvergunning kwijt omdat u zich niet aan de regels houdt. Dat zou zonde zijn want de schietsport is, dat had u al wel begrepen, heel erg leuk!

Waarom kannie niet op verlof dan?

Vrijwel elk wapen, of het nu een antiek of modern exemplaar betreft, valt in een KNSA (Koninklijke Nederlandse Schietsport Organisatie) erkende wedstrijd discipline. Als u bij uw schietvereniging de desbetreffende discipline niet beoefenen kunt, en kleiduiven schieten is immers niet mogelijk op een binnenbaan, zal het bestuur van uw vereniging geen WM3 formulier mogen uitschrijven. Zonder WM3 schrijft de politie het wapen en de munitie niet bij op uw verlof.

De oplossing

Die is eenvoudig: lid worden van een kleiduiven schietvereniging, dan is er geen probleem meer. Binnenkort maar eens verstaan naar de mogelijkheden, want met zwartkruit is een schutter niet overal welkom. Natuurlijk spelen de kosten van het lidmaatschap en de afstand tot de schietbaan ook mee. Wordt vervolgd.

Halikidee... een Juxtaposé!

In principe zij er twee types dubbelloops jachtgeweren: de lopen naast elkaar (juxtaposé) of de lopen onder elkaar (superposé). In het Engels is het 'side by side' en 'over and under'. Klassieke/antieke hagelgeweren hebben ouderwetse, buitenliggende hanen en zijn allemaal juxtaposé. Moderne hagelgeweren zijn superposé en 'hammerless', want een buitenliggende haan voor die onderste loop is lastig te plaatsen. Naast elkaar vindt Hildo optisch mooier, het heeft iets vriendelijks en is zo typisch klassiek. Boven elkaar vindt hij ronduit spuuglelijk. Het superposé systeem heeft het voordeel dat het niet zo breed is en de schutter dus meer zichtveld geeft. 'Maar een hagelgeweer moet ook een beetje smoelen', aldus Hildo, die sowieso sterk het vermoeden heeft dat hij meer naar het geweer zal kijken dan er mee schieten.

Damast lopen

Luxe jachtgeweerlopen werden vroeger gemaakt van 'damast'. Over damast staal en de eigenschappen daarvan is erg veel te vertellen, maar Hildo houdt het even simpel. Het principe is dat de wapenmaker een staaf staal heeft waar hij stroken verhit staal omheen hamert. Door het hameren wordt het staal aaneengesmeed en zo ontstaat uiteindelijk de basis van een loop. De wikkelingen van het metaal zijn op de loop te zien. Door het materiaal te etsen kan dit patroon duidelijker zichtbaar gemaakt geworden. Veel mensen vinden het mooi. Het betreft een arbeidsintensief proces en is dus duur, maar uiteindelijk zijn damast lopen niet zo sterk als gegoten stalen lopen. Vaste kogels, zoals slugs, verschieten uit damast lopen wordt daarom om veiligheidsredenen afgeraden. Husqvarna heeft tot 1908 voor de liefhebber damast lopen op bestelling geleverd.

De stalen lopen van Annika

Annika is, niet geheel toevallig, gemaakt van Zweeds staal. Zweeds staal is, naar wat Hildo erover gelezen heeft, door de specifieke samenstelling van het ijzererts in Zweden van bijzonder goede kwaliteit. Metallurgen waren destijds nog niet aan spaceshuttle technieken toe, dus een antiek geweer van Zweeds staal is wellicht het beste wat u kunt krijgen. De lopen van Annika zijn van gegoten staal, sterker dan damast lopen en absoluut veilig om mee te schieten. Lopen voorzien van de tekst 'Special Steel' of 'Niklstal' zijn nog sterker, maar speciaal ontworpen voor de hogere drukken van nitrokruit. Deze hagelgeweren vallen niet onder de vrijstelling van Artikel 18 RWM (Regeling Wapens en Munitie).

Bies

De bies is het metalen gedeelte tussen beide lopen. Hierop zit de korrel gemonteerd. Een keep ontbreekt, die vindt u op geen enkel jachtgeweer. In de praktijk vormt de bies een gedeelte van de richtmiddelen. Een jachtgeweer komt altijd wat hoog af, de schutter dient iets laag te richten. Dat is praktischer tijdens het gebruik omdat de lopen dan niet in de weg zitten als men op het, mogelijk bewegende, doel mikt.

Gesoldeerde lopen

De bies houdt beide lopen op hun plek, de lopen zitten vastgesoldeerd aan de bies. Als u een dubbelloopsjachtgeweer aanschaft, is het daarom aan te raden om een tik(je) tegen de lopen te geven. Als de lopen en bies nog één geheel vormen, hoort u een iets doorzingend 'ping'geluid. Als ze los zitten, is het natuurlijk meer 'pok' en heeft u een duur probleem. Het opnieuw solderen van lopen is werk voor een vakman.

Choke

Hagelkorrels zijn klein en licht. Ze verliezen rap aan snelheid, daardoor kan er veilig op buitenbanen geschoten worden. De korrels verspreiden zich ook snel. Om een schot hagel iets beter bijeen te houden en zo de effectieve dracht van het schot wat te verlengen, worden er zogenaamde chokes toegepast in de loop. Een choke is een vernauwing aan de loopmonding. Bij moderne hagelgeweren zijn het meestal losse inzetstukken die er uitgeschroefd kunnen worden voor meer of minder choke. Annika is voorzien van vaste chokes, ze maken deel uit van de lopen en zijn niet verwijderbaar.

Een loop zonder choke is cylindrisch, zoals bij een musket, in feite een regulier stuk buis zonder vernauwing aan de loopmonding. Hildo las ergens dat chokes worden aangegeven in 1/4 (0,1 mm vernauwing) , 2/4 (0,2 mm), 3/4 (0,3 mm) en 4/4 (0,4 mm vernauwing). De 4/4 choke wordt ook wel 'full choke' genoemd.

In het boek 'Wapens en Munitie', editie 2007 van M. van Zanten en J.A.J.M. Waaijer, worden er andere gegevens vermeld bij de chokes. 1/4 = 0,1/0,2 mm, 1/2 = 0,3/0,4/0,5 mm, 3/4 = 0,6/0,7 mm, full choke = 0,8/0,9 mm, extra full choke = 1,0/1,1 mm.

Beide lopen hebben meestal niet dezelfde choke. Bij een juxtaposé zit de meeste choke op de linker loop en bij een superposé zit de meeste choke op de bovenste loop. Annika is op beide lopen voorzien van een choke, dat merkt Hildo op het moment dat hij er een doekje doorhaalt. Met zijn schuifmaat meet hij aan de loopmonding ongeveer 17,3 mm links en 17,6 mm rechts. Met wat voor chokes Annika nu precies voorzien is, Hildo heeft geen idee.

Geen slugs

Een slug is een speciale kogel voor een jachtgeweer en goed te gebruiken op een overdekte schietbaan om op een kaart te schieten. Helaas, vanwege de chokes lijkt het Hildo niet verstandig om slugs in Annika te verschieten. De diameter van een slug uit een Lee gietmal lijkt klein en past probleemloos door de choke van beide lopen, maar een vernauwing aan het eind van de loop lijkt niet goed als u met bijna kaliber grote kogels schiet. Hildo houdt het bij hagel, want daarvoor is Annika gemaakt. Wilt u een oude dame geweld aandoen? Hildo niet hoor!

Kaliber 12, 16, 20?

Vrijwel iedereen weet het, maar het verhaal hier zou niet compleet zijn als Hildo het u niet zou vertellen. Normaal wordt het kaliber van een wapen aangeven met de diameter van de loop, in zowel inches als millimeters. Een .50 geweer, een .44 revolver, een 9 mm pistool, enzovoorts. Maar met hagelgeweren gaat het anders, er wordt niet gemeten maar gewogen. Men neme een Engelse pond (gewicht), ruim 450 gram, puur lood. Daarvan gaat u ronde ballen gieten. Als precies 12 ronde ballen één Engelse pond wegen, is dat kaliber 12. Als 16 ballen één Engelse pond wegen, is dat kaliber 16, enzovoorts. Bij jachtgeweren betekent dat dus hoe groter het kaliber, hoe kleiner de loopdiameter. Zeker verwarrend voor iemand die dit afwijkende kalibersysteem niet kent.

 

Vergrendelingssysteem Lefaucheux

Hierboven ziet u de onderkant van de dubbele lopen. Onder de achterste twee haken scharniert de draaiende nok die op de bascule van het geweer zit. Het lijkt Hildo dat na een schot de lopen niet zomaar op de grond liggen.

 

Stempels. Het geweer vertelt

Dit is alles wat er op staat en er is wel het een en ander uit op te maken.

Onderaan: het serienummer

Annika is voorzien van het serienummer 92650, op zowel de lopen als de bascule. Vanaf nummer 90.000 is bouwjaar 1915, dus Annika is tijdens de eerste wereldoorlog gemaakt. Vanaf 100.000 is het 1916, het jaar waarin Hildo's vader geboren werd. Er is voor Hildo dus een herkenbare band met deze tijd. Anno 2015 lijkt het lijkt opeens niet meer zo vreselijk lang geleden dat Annika gemaakt werd... of begint de tand des tijds ook langzaam aan Hildo te knagen?

Vanaf het serienummer 187500, dat is het bouwjaar 1945, zijn deze jachtgeweren verlofplichtig.

Rechts naast het serienummer: Sandvik

Het is slecht te lezen, de stempel is er niet goed in geslagen, maar er staat Sandvik. Heden ten dage bekend als producent van gereedschappen, maar deze lopen hebben ze blijkbaar ook gemaakt.

Links bovenaan: 20

Hier staat het modelnummer. Het is het 'Model 20'.

Direct onder 20: E

Nog even onduidelijk.

Iets links onder de E: S

De S staat voor 'Senare' model, wat in het Zweeds 'later' model betekent. Deze serie is gemaakt van 1901 tot 1946 in kaliber 12, 16 en 20.

In het midden: D

Het merkteken van Thor Dimberg, de samensteller/bouwer van dit wapen. Hij was er niet snel flauw van, want hij heeft dit werk gedaan van 1894 tot 1947. Ook veel van zijn collega´s hebben het meer dan een halve eeuw uitgehouden bij Husqvarna. Waar vindt u dat vandaag de dag nog?

 

Aan het werk bij Husqvarna

Zo zal het ongeveer geweest zijn, destijds, althans volgens het Husqvarna museum.

 

 

 

 
 Back