Hildo's Zwartkruit?!
Een nitropistool? Gaat het wel helemaal goed met je, Hildo!?!

 Back to Zwartkruit Index

Een Norinco 1911 A1 in 45 ACP!

Een Chinese kopie van de originele Colt 1911

Colt 1911 het klassieke pistool

Kijk eens aan... Hildo's eerste pistool! Hildo heeft wel wat met klassieke wapens en als er één klassiek pistool is, dan is het deze wel. Dit modelletje is inmiddels ruim 100 jaar in gebruik bij het Amerikaanse leger, maar het ziet er nog best modern uit.

Het wapen stamt uit de begintijd van het moderne rookloze kruit, ook wel 'nitrokruit' genoemd. De vuurwapenontwikkeling was destijds nog in volle gang en de door meneer John Browning ontworpen en door Colt geproduceerde Colt M1911 (Colt Government) kwam uiteindelijk in 1911 op de markt. De Norinco is, wat Hildo er van begrepen heeft, een vrijwel ongewijzigde kopie van het originele exemplaar zoals het, na wat kleine verbeteringen, in 1924 op de markt kwam als 1911 A1. Geen frutsels, RVS of kermis. Basic, zwart geblauwd en verder niets.

 

Richtmiddelen

De viziering is eenvoudig. De korrel is vast en de keep is naar links en rechts te verstellen, hoogteverstelling zit er niet op.

 

De voorloper: Colt Automatic .32 model 1903

De 1911 is niet 'de moeder der pistolen' want de Mauser C96, een Duits 9 mm pistool, kwam al in 1896 op de markt. Maar men was toen nog zoekende naar de beste techniek en vormgeving en de C96 is zeker niet te vergelijken met een modern pistool. Het pistool hierboven, een Colt Automatic .32 hammerless rimfire (Hildo heeft het wapen nog in handen gehad toen hij op bezoek was bij wapenverzamelaar Frits), is dat duidelijk wel. Deze kleine Colt is gemaakt vanaf 1903 en vanaf 1908 was het leverbaar in .38 ACP. De productie is uiteindelijk gestopt in 1945. De uiterlijke overeenkomsten met het jongere grotere broertje, de 1911, zijn duidelijk te zien

 

Herlaadspullen, zomaar gekregen!

Hildo's zwartkruitbroeders hebben nog het een en ander liggen op nitrogebied. Loden Cees vertelt dat hij nog een 45 ACP 3-die set heeft, ooit zelf een keertje gekregen en misschien nog een passend gietblok. Helaas, het gietblok blijk te klein van diameter. Maar de LEE 3-die set is prima en blijkt zelfs een carbide uitvoering, van knetterhard materiaal en dat betekent dat de hulzen niet gevet hoeven te worden. Erg mooi, want het scheelt geklieder. Van Peter, die zelf een Colt 1911 heeft, krijgt hij een dikke 100 gebruikte hulzen, wat gekochte gegoten 185 grain rondneus kogels en een zakje 230 grain volmantelkogels. Zijn die mensen aardig of wat? Slaghoedjes heeft Hildo net gekocht, hij is er dus helemaal klaar voor!

 

39 stuks 45 ACP hulzen in de ultrasoon

Eerst de oude slaghoedjes verwijderen, daarna gaan ze in Hildo's kleine 25 euro Aldi ultrasoonreiniger. Er passen verrassend veel hulzen in, hier ziet u 39 stuks liggen. Ze zijn nu eenmaal stukken kleiner dan die van een 45-70. Eén enkele schoonmaaksessie van 480 seconden + heet water en wat azijn lijkt Hildo voldoende. Dan nog even goed onderdompelen en afspoelen met heet water om alle bijtende azijnresten te verwijderen.

 

Handvatten gietblok passen niet

Als u handvatten hebt voor een gietblok, dan zijn die in nagenoeg alle gevallen universeel uitwisselbaar. Waar alle Lyman, Pedersoli en Jeff Tanner gietblokken wel passen op deze Jeff Tanner-handvatten, zijn de gleuven in het RCBS blok te smal. Scheelt niet veel, maar genoeg. Het handvat slijpt Hildo daarom met een bandschuurmachine rustig telkens wat dunner, totdat het RCBS gietblok precies past. De gaten zitten gelukkig wel op de juiste plaats.

 

Large Pistol vs Large Rifle primers

U weet het vast wel, maar Hildo niet: Wat is nu het verschil tussen de CCI nr. 200 large rifle en de CCI nr. 300 large pistol primers? Op het oog zien de slaghoedjes er identiek uit, maar de schuifmaat laat het zien. De large rifle is met 0,126" hoger dan de large pistol die maar 0,120" meet. Beide slaghoedjes hebben dezelfde 0,210" diameter. Als u ze door elkaar laat vallen, wordt het in ieder geval een sorteerklusje. Hildo heeft CCI slaghoedjes, ze doen het prima en zijn naar verluidt iets harder dan bijvoorbeeld Federal en dat helpt tegen ongewenst afgaan tijdens het primen van de huls. Toch is het altijd aan te raden om tijdens herlaadwerkzaamheden een (veiligheids) bril te dragen. Hildo heeft er altijd eentje op, dus met zijn oogbescherming zit het wel goed.

 

Vectan BA10

Het kiezen van kruit is lastig, maar voor Hildo valt het mee. Hij weet wat hij wil: een zo langzaam mogelijk vliegende kogel, want weinig snelheid heeft weinig terugslag. Na wat omzwervingen op het internet lijkt hem Vectan BA10 een goede kruitsoort. Het is een van de snelste pistoolkruitsoorten en Hildo heeft het idee dat snel kruit beter is dan langzaam. Langzaam kruit wordt gebruikt voor magnum ladingen. Dus het tegenovergestelde zou betekenen dat met snel kruit lichte ladingen gemaakt kunnen worden en die theorie wordt ook in de herlaadtabellen gestaafd. In ieder geval, met Vectan BA10 kan met 45 ACP worden geschoten vanaf 3,1 grain in combinatie met een 210 tot 230 grain kogel. De kogelsnelheden zijn niet absurd hoog en het kruit schijnt het prima te doen en behoorlijk schoon te verbranden.

Nitrokruit testen?

De bus met Vectan bevat een halve kilo kruit (7716 grain). Met een lading van de minimale 3,1 grain met deze BA10 zou u derhalve 7716 : 3,1 = 2489 schoten moeten lossen voordat het kruit op is. Knap vervelend als na een paar schoten blijkt dat het niet bevalt. Een paar bussen kruit kopen om te testen is daarom geen reële oplossing. Het zou mooi zijn als een schutter testbusjes kruit zou kunnen aanschaffen, voldoende voor 20 schoten bijvoorbeeld, om zo tot het juiste kruit te kunnen komen. De kruitindustrie ziet dat anders want Hildo heeft zoiets nog nooit gezien. Jammer.

Vectan BA10 herlaaddata... verschillen?

De Franse Vectan Nobelsport site is welgeteld vier bladzijden groot en u kunt er helemaal niets mee, behalve ze een berichtje sturen. Onbegrijpelijk slordig vindt Hildo het ontbreken van herlaadtabellen, het zal die Franse slag wel zijn. De tabellen zijn wel te vinden bij iemand in Duitsland en ook bij een Engelse importeur, ergens bij een Italiaan en nog meer anderen. 'Raar en met name voor een serieuze kruitfabrikant absoluut niet acceptabel', meent Hildo. Hij stuurt een mail naar Vectan Frankrijk omdat hij de herlaaddata van de producent zelf wil, en niet van zomaar een of andere website die, wellicht, niet betrouwbaar is. Prompt een mail terug van Vectan, da's wel netjes, met een Franstalige herlaadtabel voor 45 ACP en... deze tabel verschilt van de andere aanbieders van herlaadtabellen! Wellicht circuleren er oude herlaaddata? Hoe anders heeft de Finse kruitproducent Vihtavuori het voor elkaar, ècht super strak en professioneel, een groot verschil met Vectan!

De juiste Vectan herlaadtabel voor 45 ACP

Hier vindt u de Vectan 45 ACP herlaadtabel in PDF-formaat, die Hildo op 18 november 2013 van producent Vectan Nobelsport ontving. Helaas in onbegrijpelijk Frans. Even googelen op foto's en Hildo weet dat 'Balles Chemisees' volmantel kogels zijn en 'Balles Coulees' gegoten loden kogels.

Ten overvloede wellicht, een disclaimer: Hildo neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor de hier geplaatste informatie. Alle schade, schande en slechte scores zijn voor uw eigen rekening! Als u twijfelt, contact opnemen met Vectan Nobelsport zelf.

                    ______________________________________

 

Koffiefilters

In elk van de negen koffiefilterzakjes zitten vijf patronen met negen verschillende kruit-kogel combinaties. Nu is het een kwestie van schieten en zien wat zuiver schiet en wat niet, wat rustig schiet, wat te veel terugslag geeft. En natuurlijk moet er gekeken worden of het wapen een goede aanvoer heeft en of het goed repeteert.

 

Loop doorhalen

Na elke serie van vijf patronen wordt de loop visueel geïnspecteerd: het wapen open en met een led-zaklamp vanuit de kamer naar de loopmonding schijnen. Door in de loop te kijken, kunt u alle verontreinigingen goed zien. In de loop kijken blijft Hildo een raar gevoel geven, ondanks dat hij zich er dubbel van vergewist heeft dat het wapen ongeladen is, maar het is niet anders. Na de inspectie wordt de loop doorgehaald met een bronzen borstel zodat ie weer mooi glimt en de uitslag van volgende serie testpatronen niet beïnvloed wordt door wat voor soort vervuiling dan ook.

 

Uitgeschoten!

Het had even wat voeten in aarde maar Hildo is er wel wat wijzer van geworden. Alles noteren helpt zeker, anders weet hij echt niet meer wat er allemaal precies is gebeurd met welke patroon.

Hulzen zoeken

Hulzen hebben de nare neiging weg te vliegen, overal heen. In Hildo's baard, borstzakje, of gewoon op de tafel of grond. Lastig, want ze moeten allemaal weer verzameld worden om ze opnieuw te kunnen herladen. Het is niet ondenkbaar dat u of een medeschutter een hulsje een keer niet ziet liggen... dan is ie plat. Dat is toch gemakkelijker met een revolver, waarbij de hulzen helemaal nergens heen gaan.

 

De patronen

Wat een bolle dikkerdjes, hè? Bovenaan ziet u de RCBS semi wadcutter kogels. Op de onderste foto ziet u de 230 grain FMJ kogel. De uitstekende hulsrand lijkt een vloeiende aanvoer van de wadcutter patronen te bemoeilijken. De verkoperde rondneus kogels glijden als boter de loop in.

 

Niet kameren en/of vastlopen

Hildo heeft geen klap verstand van pistolen, maar met wat internet-info en logisch denken komt hij al een stukje verder. De slede gaat naar voren en schuift een patroon uit het magazijn, zo de loop in... tenminste als alles goed gaat. Het probleem is dat de loop iets hoger zit dan het magazijn. Dus de patroon gaat eerst schuin omhoog via het frame, dat een soort schans is richting de loop, dan via weer een zelfde soort 'geleidingsschans' die aan de onderkant van de loop zit, zo de kamer in. Via de bovenkant van de kamer wordt de patroon weer horizontal gedrukt en gaat ie verder de kamer in tot aan waar de huls de metalen rand raakt waar de kamer ophoudt. Dan kan er geschoten worden. In dit traject kan er snel wat mis gaan. De witte vlek aan de onderkant van de loop laat een slijtplek zien, maar ook lichte beschadigingen. Op zich voelt het oppervlak van de loop wel glad aan en dat van het frame ook.

Probleem met de RCBS semi wadcutters

Omdat de kop van een wadcutter kogel niet bol loopt, heeft deze patroon de neiging te blijven hangen aan de bovenkant van de loop. Heel gemakkelijk te checken door de loop uit het wapen te halen en de patroon onder een hoek naar binnen te drukken... en vast zit ie, klem tegen de bovenkant van de kamer.

Misschien is de keus voor een RCBS gietblok voor de 452-185 wadcutters toch niet zo verstandig geweest.

Volmantel rondneuskogel

De patroon met de volmantel (FMJ) rondneuskogel heeft dat probleem niet. De ronde vorm van de kogel geleidt de patroon beter de kamer in. Met de loop gedemonteerd, duwt u de patroon met uw vinger zo de kamer in, zonder dat ie de neiging vertoont tot haken aan de onderkant of bovenkant van de kamer.

Conclusie

Of al Hildo's conclusies kloppen? Vast niet, want hij is net begonnen en verre van expert. Er zit echt volledig nieuwe wereld achter dit soort semi-automatische pistolen. Alleen de 1911 lijkt al een compleet werelddeel. In ieder geval: volledig probleemloos is Hildo's 1911 pistool niet, maar dat geeft niet. Er is van alles te leren en vast iets te verbeteren. Of het lukt, is vers twee. Maar alleen de pogingen daartoe zijn al de moeite waard.

De discipline

Enne... welke discipline gaat Hildo straks schieten? 'Militair pistool', aldus Hildo, want deze wedstrijddiscipline wordt elke week op de club beoefend en regelmatig worden er ook wedstrijden voor georganiseerd.

 

27 november 2013. Verder testen met de 1911

Vandaag worden alle kogels verschoten die Hildo nog heeft. Een serie van de 230 grain volmantels, een serie van de 185 grain geharde kogels en een serie van zijn eigen gegoten RCBS 452-185 semi wadcutter kogels van lood met 4% tin. Overal gaat 3,2 grain Vectan BA10 achter, want dat schiet erg rustig.

Klemmers!

U ziet het boven, twee maal een weigering tijdens het laden, beide keren met de semi wadcutters van RCBS. Jammer want de kogel ponst verder mooie ronde gaten in het papier en lijkt zeer zuiver te schieten. Ook met deze lage lading komt er loodafzetting in de loop. Dat kogels van lood met 4% tin niet goed te verschieten zijn met nitrokruit is duidelijk. Zowel de 230 volmantel als de 452-185 geharde rondneus kogels gaan allemaal de loop uit zonder problemen of weigeringen.

 

27 november 2013. Gescheurde hulzen

De linker is van de 185 grain RCBS wadcutter met 3,2 grain BA10, in de drie hulzen aan de rechterkant zaten de 230 grain volmantels, eveneens met 3,2 grain BA10, volledig geladen volgens het herlaadboekje met de juiste COL (Cartridge Overall Length). Er is geen sprake van overdrukverschijnselen aan het slaghoedje. Misschien wat oudere hulzen. Hulzen hebben bij een pistool, in ieder geval bij deze Norinco 1911, stukken meer te lijden dan bij een revolver.

 

14 december 2014 euhh... 2013. Met z'n bakkes in de afvalton

Armoedig gezicht hoor, zo graaiend in de afvalton. Maar het is geen afvalton, het is de hulzenbak! 'Herladen is recyclen', meent Hildo, 'dus goed voor het milieu'. En misschien is het niet eens direct voor het milieu dat ie met een zaklampje eventjes door de ton gaat om achteloos weggegooide 45 ACP-hulzen een tweede kans te geven in z'n Norinco 1911. Iedereen, die niet zelf herlaad, lijkt met kleinkaliber, 9mm, 38 special en 357 Magnum te schieten. De grotere kalibers zijn duurder, dus steeds interessanter om te herladen. Die hulzen worden weer meegenomen door de schutters. Toch weet hij nog tegen de 40 stuks 45 ACP te redden, en mooie exemplaren ook nog die slechts éénmaal gebruikt zijn. Zonde om ze zomaar om te smelten.

 

19 december LEE 452-200-RF zesvoudige giettang voor de Norinco 1911

De RF toevoeging vande deze 452-200-RF kogel betekent RoundFlat (Ronde kop met Platte neus). Dit is een 'commercial quality 6-cavity mold' volgens LEE. Volgens Hildo is het straks kogels gieten met een rotgang en dat ziet hij wel zitten! In principe is het gewoon een aluminium gietblok, maar er zitten stalen paspennen en stalen inserts in waar de paspennen in vallen. Staal op staal dus en dat is beter dan de reguliere LEE gietblokken waar een liggende stalen pin in een gleuf valt in het aluminium van het tegenoverliggende gedeelte van het gietblok, staal op aluminium is toch slijtagegevoeliger. Gewone LEE blokken zijn over het algemeen al heel snel lastig open en dicht te krijgen, dat is met dit wat duurdere systeem vast beter.

Pasvorm

Lijkt prima. Even wat stukjes aluminium weghalen die er nog aan zitten van het frezen en dan sluit het blok goed en kiert het niet. De snijplaat (sprue plate) is een vernuftige constructie: los tikken hoeft niet meer, want als u aan het handvat trekt dan zorgt een scharnier met vernuftig ingebouwde hefboomwerking ervoor dat u toch gemakkelijk genoeg kracht ontwikkelt waarmee de snijplaat de gietpropjes kan afsnijden.

Zes kogels in één keer

Het grote voordeel is natuurlijk de veel grotere kogelproductie. Komt goed uit, want met een pistool vliegen de kogels er door. In tien keer heeft u met dit gietblok 60 kogels tegen 20 met een gewoon 2-cavity gietblok en het scheelt zelfs 50 met een single-cavity gietblok waarvan Hildo er verscheidene heeft, met name voor de zware kogels. Het gietproces zal natuurlijk iets langzamer gaan omdat u nu eenmaal zes gaten moet vullen met lood in plaats van twee.

Nadelen?

Misschien dat de kogels onderling een fractie afwijken, zou toevallig zijn als ze allemaal precies identiek zijn. Andere nadelen ziet Hildo zo even niet, maar als deze er zijn komen ze vanzelf aan het licht tijdens het gieten.

Zonder handvatten

LEE levert zijn gietblokken altijd compleet met handvatten. De zesvoudige uitvoeringen zijn wel voorzien van het handvat op de snijplaat (sprue plate), maar de handvatten van het gietblok zelf ontbreken! De standaard handvatten van de reguliere LEE giettangen passen niet, net zo min als die van Lyman of Pedersoli want daarvan zijn de bekken te kort. Er zit niets anders op dan de handvatten apart te bestellen of die van Jeff Tanner te gebruiken, want die passen wel!

 

LEE 452-200-RF kogels

Deze komen uit de zesvoudige giettang. Hildo moet zeggen dat het prima gieten is met deze tang, de snijplaatconstructie werkt uitstekend en de kogels zijn gemakkelijk uit de mal te lossen.

Problemen?

Veel zijn mislukt. De mal was koud en heeft even tijd nodig om op temperatuur te komen. Zes kogels van 200 grain betekent 1200 grain lood + het extra wat bovenop het gietblok ligt. Hildo's loodgietlepel is wat aan de kleine kant, vooral als hij hem niet helemaal vol krijgt wanneer het loodpeil in de gietoven te laag komt te staan. Hildo heeft immers maar 2,5 kilo van het antimoon lood. Voordat de giettang goed en wel op temperatuur is, zit er al weer te weinig lood in de oven om de loodgietlepel fatsoenlijk te kunnen vullen. Hierboven ziet u alle kogels die min of meer gelukt zijn. Perfect is er momenteel nog niets, maar daartoe is de tang zeker wel in staat.

LEE tumble lubing

Weer even in het bakje, wat LEE Liquid Alox erop en even ronddraaien. Morgen zijn de kogels voldoende gedroogd en kunnen de patronen gemaakt worden.

 

Online baartjes hard lood

Lood met antimoon is dé manier om hardere kogels te gieten. Maar het spul lijkt moeilijk te krijgen. Voor accuplaten en balanceerlood voor wielen wordt gebruik gemaakt van een lood/antimoonlegering, de standaard methode om lood harder te krijgen. Balanceerlood blijkt in de praktijk echter niet meer van lood gemaakt te worden, het is vervangen door balanceergewichten van zink. Accu's kapot slaan ziet Hildo even niet zitten en alvorens zich nog meer scenario's uit te denken, gaat hij voor een gemakkelijke oplossing: online bestellen.

Het probleem is dat er bij de online-shop minimaal 1000 kilo besteld moet worden voor een legering die gemaakt is naar de wensen van de klant, maar dat is een beetje veel. Maar Hildo wil natuurlijk wel lekker hard lood, dat kan goed gemengd worden met daklood.

Duur

De verkoper heeft echter nog 12 baren lood van 19 kilo per stuk liggen, maar weet niet hoe hard die precies zijn. 'Het is gelegeerd met antimoon en wel behoorlijk hard', aldus de verkoper. 4,50 euro per kilo, exclusief btw. Hildo bestelt twee baren. De 38 kilo lood komt op 237 euro, inclusief btw en verzendkosten... Dit is verreweg het duurste lood dat hij ooit gekocht heeft, duurder dan de Norinco 1911 was, het wapen waarvoor het bestemd is! Het gevoel is niet goed, maar beter duur dan niet te krijgen, nietwaar? Het lood blijkt uiteindelijk slechts rond de 14 Brinell te zijn. Dit is niet de methode om goedkoop kogels te kunnen gieten!

Antimoon

Antimoon is een relatief giftig metaal met een behoorlijk hoger smeltpunt (630°C) dan lood (327°C). Het schijnt lastig te zijn om een goede legering van beide metalen aan te maken en waarschijnlijk is die bezigheid ook niet erg gezond. Los antimoon is niet echt goedkoop en Hildo laat het daarom maar voor wat het is. Het bijzondere aan antimoon is, behalve dat het gebruikt wordt om lood harder te maken, dat het bij afkoeling uitzet door de vorming van kristallen. Die eigenschap zorgt er voor dat, bij de juiste legering met lood, tijdens het afkoelen het metaal in de gietmal goed in de hoeken gedrukt wordt. Belangrijk voor een perfect gietsel. Daarom werd antimoon ook gebruikt bij drukkerijen toen er nog gedrukt werd met loden letters (hard lood wordt ook wel eens linotype-lood genoemd, afkomstig van de grafische term voor één enkele getypte regel, ofwel een 'Line Of Type'). Voor kogels is lood van zo´n letterlegering, linotype dus, vrijwel altijd onnodig hard. Overigens, de kans dat u nog letterlood tegenkomt is zeer gering omdat er al meer dan 40 jaar offset gedrukt wordt, een sneller proces waarbij gebruik gemaakt wordt van drukplaten.

Hardheid puur tin

Puur tin is ongeveer 18 Brinell. Hoe Hildo weet dat zijn tin puur tin is? De tin die Hildo gebruikt komt rechtstreeks uit een antieke kraantjespot. Omdat artikelen die voor eten of drinken geschikt geen giftige materialen mogen bevatten, is deze pot gemaakt van puur tin. Tin is namelijk niet giftig. Lood zit er, uiteraard, niet in!

 

Balanceerlood

Hildo komt er een beetje laat achter, maar balanceerlood van echt lood bestaat nog! Weliswaar worden personenauto's en motorfietswielen nu gebalanceerd met zink, maar vrachtwagenwielen worden nog steeds voorzien van écht lood. Dat is goed nieuws voor de kogelgieters die harder lood nodig hebben.

En de hardheid? 12 Brinell

Hildo test een wielgewicht en komt op 12 Brinell volgens de LEE hardheidtester en dat is ruim voldoende. De prijs? Minder dan een euro per kilo. De bandenfirma was Hildo goed gezind!

Is het geschikt om kogels van te gieten?

Hildo voorziet geen problemen tenzij er onvoorziene zaken in het lood zitten die het lood voor het gieten van kogels ongeschikt zouden maken.

 

29 december 2013. Dát ging niet helemaal lekker!

Links een vrijwel perfecte kogel uit het begin van de gietsessie met het wiellood, toen het lood nog niet zo heet was.

Rechts: Zo ziet de rest van de kogels eruit. Wat model betreft niet slecht, maar ze zien er uit als of ze gezandstraald zijn. Beide hierboven afgebeelde kogels hebben een hardheid van rond de 19 Brinell.

Na het openen van de mal

Het vreemde... na het openen van de mal ziet de kogel er eerst nog perfect en mooi glimmend uit om vervolgens te transformeren naar wat u rechts ziet afgebeeld op de foto hierboven.  En dat binnen tien seconden... het lijkt wel alsof hij van aluminium is gemaakt.

19 brinell hard...

De kogels zijn gegoten van circa 80% balanceerlood. De overige 20% bestaat uit de lood/antimoonlegering van Loden Cees (8 Brinell) met een redelijke hoeveelheid tin, wat tijdens een eerdere gietsessie kogels opleverde van 13 Brinell.

Kortom: hier is gegoten met 80% balanceerlood en 20% 13 Brinell lood. Hildo giet in deze gietsessie ongeveer 200 kogels met de zesvoudige LEE 452-200 giettang. Dit gaat echt supersnel en alle kogels blijken een hardheid van 19 Brinell te hebben. Da's veel harder dan de componenten die erin gegaan zijn, tenzij... er zink in zat?

Maar wat gaat er mis? Zink?

Het lijkt op supersnelle oxidatie van iets, maar wel terwijl de kogel al lang en breed gestold is, dus bij relatief lage temperatuur. Het balanceerlood bevat, in ieder geval bij sommige loodjes, iets wat er niet in had moeten zitten. Wat het is? Vooralsnog onduidelijk, maar Hildo gokt op zink. De kogels zijn erg hard geworden en dat schijnt zink te doen. Maar Hildo vindt nergens informatie dat een kogel van lood met zink na het openen van de mal oxideert.

Gewicht

Hildo weegt de 'zinkkogel' en komt daarbij op 210 grain, 10 grain zwaarder dan de kogel volgens opgaaf van LEE zou moeten zijn. Een volledig loden kogel heeft Hildo niet meer maar het hoge gewicht bewijst dat er niet veel zink in kan zitten, het soortelijke massa van zink (7,1 tot 7,3 kilo per liter, afhankelijk van of het gewalst of gegoten is, gegoten zink is minder zwaar) is een stuk lichter dan lood (11,35 kilo per liter).

 

3) Kruitloos schieten

Als u het plaatje ziet denkt u vast: 'Die is raar bezig', maar hoe anders is de werkelijkheid. Hier is Hildo even naar zijn schuur gelopen om de kruitloze patroon af te vuren. Hij weet dat de kogel er niet uit komt, maar veiligheid voor alles en daarom richt hij op wat houtblokken want, nogmaals: veiligheid voor alles.

 

5) Loop check

Door in de loop te kijken en via de kamer met een sterke LED-lamp naar de loopmonding te schijnen, kunt u checken of u licht ziet. Als dit zo is, vult de kogel de trekken niet helemaal. Dat is hier niet het geval. De kogel lijkt de trekken volledig te vullen, en zo hoort het ook. Het lijkt goed!

 

7) Vanuit de kamer

Het is duidelijk te zien dat de kogel niet ver gekomen is. Slechts een paar millimeter van de kamer vandaan.

 

9) De 450-185 RCBS SWC zonder kruit

Nóg een keertje. Ditmaal met de semi wadcutter die de loop van de Norinco zo vreselijk wist te versmeren met lood.

Bijna helemaal door de loop!

Dit is geen foto waarbij de kogel aan de loopmonding naar binnen gedrukt is. Waar de andere kogels tijdens deze test bleven steken in het begin van de loop, vliegt de RCBS wadcutter er op de gasdruk van het slaghoedje bijna helemaal doorheen, op een paar millimeter na. Dit komt waarschijnlijk door het zachte lood, dat gemakkelijk de vorm van de loop aanneemt in combinatie met het relatief kleine deel van het oppervlak van de kogel dat in contact komt met de loop. Dit verklaart ook het relatief snelle strippen in het begin van de trekken.

 

11) Kruitloze huls... hij is zwart!

Dit is één van de hulzen die Hildo gebruikt heeft om te schieten zonder kruit. Wat opvalt is de hoeveelheid 'roet', want schoon schieten doet een slaghoedje niet. De oorzaak is eenvoudig: De kamer is een fractie groter dan de huls, zou dat niet zo zijn dan krijgt u de patroon de kamer niet in. Op het moment dat het slaghoedje afgaat loopt de druk nauwelijks op, vandaar dat de roet tussen kamer en huls geperst wordt.

Mét kruit dan?

Dan wordt het een beetje anders. Door de aanwezigheid van kruit achter de kogel loopt de druk natuurlijk veel hoger op en de huls zet uit totdat hij de wand van de kamer tegenkomt. Omdat de hulswand met kracht tegen de kamerwand gedrukt wordt, kan er geen roet tussen huls en kamerwand komen.

Met weinig kruit

Als u met gereduceerde ladingen schiet, dan is de kans groot dat u toch in meer of mindere mate een zwarte afzetting krijgt. Gooit u een beetje meer kruit in de huls, dan zal dat effect verminderen of zelfs verdwijnen. Wel blijven opletten wat u doet natuurlijk. De afzetting is een indicatie van weinig kruit, maar u dient altijd de data van de herlaadtabel in acht te nemen.

 

8 januari 2014. Schietkaart Norinco 1911 A1

Hildo is nog steeds aan het testen. Snel gaat het allemaal niet, maar dat geeft niets want het is leuk om te doen. Ditmaal zijn voor het eerst de 19 brinell harde lood/zink kogels aan de beurt.

Rood: 5 stuks zonder vet

Misschien versmeren deze kogels omdat ze zo hard zijn de loop niet. Daarom gaan deze dus zonder vet de loop uit. Hildo ziet daarna wel wat loodafzetting, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de loop aan het begin van de test ook niet helemaal spiegelblank was. Het is lastig om de aanslag er volledig uit te krijgen met een bronzen borstel en chemicaliën gebruiken doet Hildo liever niet. Hij is ook nog eens een keer vergeten om de pompstok met bronzen borstel mee te nemen naar de schietbaan, dus om te zien wat er nu écht aan vuil zit is lastig.

Blauw: 8 stuks met zwartkruitvet

Deze patronen zijn verschoten met Hildo's reguliere zwartkruitvet en het lijkt goed. Helaas blijft het slecht te checken zonder poetsbeurt tussendoor.

Groen: 20 stuks met Liquid Alox

Daarna nog twintig stuks met tectyl, pardon: Liquid Alox van LEE. Ook deze kogels gaan prima. De precisie van de Liquid Alox kogels lijkt het slechtst, maar sluit vermoeidheid van de schutter hierbij niet uit, die zal zeer waarschijnlijk ook een rol hebben gespeeld. De loop is nu schoner dan in het begin van deze schietsessie. Dat wordt bevestigd door de poetsbeurt thuis, de loop is na afloop vrijwel loodvrij.

Lood/zink kogels?

Ze doen het op zich prima. Misschien wel net zo goed als gewoon harde loden kogels.

 

8 januari 2014. Het vréét patronen!

Het tempo waarin met een dergelijk pistool de munitie er door gaat, blijft Hildo verbazen. Een wereld van verschil met een voorlader. Een doosje van 50 stuks kost momenteel iets van 20 euro. Dat is 40 cent per schot en hier liggen 33 patronen.

45 ACP? Da's duur schieten!

Dat 45 ACP duur schieten is, werd Hildo helemaal in het begin van zijn sportschietcarrière eens verteld. Maar voor wie herlaadt en zelf kogels giet, valt het nog mee:

47,50 euro voor 1000 CCI slaghoedjes, bijna 4,8 cent per schot en dat maakt de slaghoedjes het duurste onderdeel van de patroon. Kruit: 37,50 euro per halve kilo. 3,2 grain is bijna 1,6 cent per schot. 77,16 kogels van 200 grain uit een kilo balanceerlood, misschien 3 cent per kogel. Hulzen scharrelt u bij elkaar in de hulzenbak en zijn dus gratis.

Kortom: slaghoedje 4,8 cent + kruit 1,6 cent + kogel 3 cent = 9,4 cent per schot en dat is 30 cent per schot goedkoper dan een fabriekspatroon. Ha!

Dat Hildo gemakshalve een loodoven, stroom, giettangen, herlaadpers, die-set, tumbler/ultrasoon reiniger, etc. even niet meerekent, was u vast al opgevallen.

 

15 januari 2014. Twee in de tien!

Hildo had nog dik 70 patronen liggen met de met gewoon daklood gegoten RCBS 452-185 semi wadcutter. Omdat die kogels de loop met lood versmeren, heeft hij ze maar even allemaal achter elkaar er door gejast, heeft hij dat ook weer gehad.

En hoe ziet de loop er naderhand uit?

Het lijkt mee te vallen, net of de kogels een gedeelte van de loodafzettingen van de vorige serie uit de loop schrapen. Wel is duidelijk te zien dat ditmaal de loodversmering over de volledige looplengte gaat, waarbij het lood zich in een hoek van de trekken afzet. Gevalletje van gascutting lijkt het, of het lood wordt langzaam door de loop naar voren geduwd tijdens het schieten. Toch blijven de kogels mooi gestabiliseerd vliegen en is er van sleutelgaten geen spoor te bekennen. Slechts tweemaal weigert het wapen tijdens de toevoer van de patroon naar de kamer, valt erg mee gezien het gebruik van de semi wadcutters.

De Precisie?

De keep heeft Hildo nu in het midden gezet, maar er lijkt nog steeds een lichte afwijking naar rechts te bestaan, misschien toeval. Daarnaast is er ook een duidelijk zichtbare groepvorming van links onder naar rechts boven. Dit zal veroorzaakt worden door de zware trekkerdruk. De precisie kan beter, geeft Hildo toe, maar het tempo ligt hoog: beide magazijnen vol drukken en knallen en weer opnieuw de magazijnen voldrukken, etc., etc. De magazijnen vullen is zelfs een storende factor: lekker doorknallen is leuker. Maar of de grote groep uiteindelijk aan het pistool ligt of aan de schutter, daar is Hildo nog niet helemaal over uit. Hij weet wel dat hij met zijn zwartkruit Walker revolver een betere score neer weet te zetten dan met de Norinco. Maar het tempo waarin de 1911 de kogels eruit weet te spugen, kan de Walker echt niet bijhouden.

Zware trekker

Iets wat Hildo steeds vervelender begint te vinden, is de hoge trekkerdruk. Die is dusdanig hoog dat hij echt kracht moet zetten voor het schot valt, echt sjorren aan de trekker. Met het vingertopje de trekker overhalen gaat te zwaar. Een dergelijk hoge trekkerdruk is niet goed om topscores neer te zetten. Hoe anders gaat dat met de Walker: zijdezacht, vederlicht en zonder gesleep of gekraak van de trekker valt de hamer en vliegt de kogel, bijna loepzuiver, naar het doel.

Kan Hildo een pistool tunen?

'Tuurlijk kan ik dat, hoe moeilijk kan het zijn?', aldus Hildo.

Of Hildo daadwerkelijk de trekker goed voor elkaar krijgt of aan ernstige zelfoverschatting lijdt en het pistool na de behandeling zo de prullenbak in kan, zal later blijken.

 

25 januari 2014. 'Oefenkaart' Militair Pistool

Dit is niet de echte kaart waarop de discipline 'Militair Pistool' verschoten wordt, maar dat maakt even niet uit. Gewoon even proeven aan de discipline. Fearless Aaltje, ook zwartkruitschutter, wil ook wel even meedoen. Da's leuk. Hildo heeft natuurlijk het voordeel dat hij al meer met het pistool geschoten heeft en dit is veel meer een dynamische discipline dan het percussie voorlaadpistool waarmee Fearless schiet.

De discipline 'Militair Pistool'

6 schoten op 25 meter, binnen 3 minuten, op 1 kaart

6 schoten op 20 meter, binnen 15 seconden, op 1 kaart

6 schoten op 20 meter, geknield, binnen 12 seconden, op 2 kaarten

6 schoten op 15 meter, binnen 9 seconden, op 3 kaarten

Totaal 4 x 6 = 24 schoten

Maximaal haalbare score 24 x in de 10 = 240 punten

Schiet u buiten de tijd, dan wordt de hoogste score u ontnomen.

Niet de officiële discipline regels

Natuurlijk is dit een zeer korte samenvatting van de officiële regels, maar het geeft u een idee waarom het gaat. De officiële kaart ziet er anders uit en ook is vandaag maar op één kaart geschoten terwijl er tijdens de échte discipline op meerdere kaarten geschoten wordt. Het gaat om het idee en Hildo heeft gewonnen! Ha!

 

5 februari 2014. Schietkaart Norinco... de Zwartkruit way!

Twee series van 13 schoten, de hoogste tien tellen. Het centrum van het gat bepaalt de score. Precies net zoals er bij zwartkruit geteld wordt en, niet geheel onverwacht, moet de 1911 het behoorlijk afleggen tegen Hildo's zwartkruit revolvers. Niet alle nieuwere techniek is beter. Of Hildo's patronen sucken big time. Kan.

 

7 februari 2014. Factory crimp die: Back to factory specs.

Veel herladers decappen en full length sizen hulzen in één keer aan het begin van de herlaadcyclus. Hildo deed dat ook eventjes, totdat hij overging naar het systeem van een losse decapper die, net zoals bij zijn 45-70 en 12.7 x 44R zwartkruitpatronen, en de hulzen niet full length sizet. In principe is full length sizen zinloos wanneer u de hulzen hergebruikt in hetzelfde wapen. Als de huls eruit gekomen is, kan ie er ook weer in. Dat is waar, maar bij zijn 45 ACP patronen merkt Hildo dat hij de krimp niet goed krijgt ondanks de 452 diameter van de verder ongesizede kogel. De kogels blijven allemaal te los zitten. Ze zijn soms ondanks een stevige krimp zelfs naar binnen te drukken met de vinger. Iets wat natuurlijk nooit mag gebeuren!

Overleg aan de stamtafel: Full length sizen is noodzakelijk!

Kruitloze Jan meent dat full length sizen noodzakelijk is. Hildo waagt dat te betwijfelen, maar gaat toch een serie herladen met full length gesizede hulzen. De uitkomst is simpel: Kruitloze Jan heeft gelijk! Nu zitten de kogels na het zetten en krimpen prima vast in de huls. Hildo was in de veronderstelling dat een taper crimp de hele zijkant van de patroon zou krimpen. Dit in tegenstelling tot een roll crimp zoals bij revolvers gebruikelijk is, maar dat is niet het geval. Net als bij een roll crimp wordt ook bij de Lee 45 ACP taper crimp die set de huls met name aan de bovenste rand omgezet. In principe wordt de tromp, noodzakelijk om een kogel de huls in te kunnen persen, weer terug gedrukt. Full length sizen is in ieder geval de way to go, zoals het nu lijkt.

Te dikke patronen!

Als u uw kogels van te voren niet op maat sized gaat dit alles gaat goed totdat u een erg dik uitgevallen exemplaar hebt, dan krijgt u de reeds herladen patroon niet gekamerd. De patroon is te dik!

LEE factory carbide crimp die

Hildo haalt de loop uit het pistool en probeert hij alle patronen handmatig te kameren en komt er eentje tegen die er niet ingaat. Te dik dus. Dan komt de factory crimp die goed van pas. U kunt er mee taper krimpen, maar geen kogels zetten. Onderin deze factory crimp die zit een carbide (knetterharde) metalen ring. De niet te kameren patroon plaatst u op de ram van de pers en u brengt de ram omhoog. De binnenmaat van de carbide ring heeft dezelfde maat als de buitendiameter die voor 45 ACP patronen de standaard is. U drukt uw kant en klare maar te dikke patroon door de die. De hulsbuitendiameter wordt zodoende weer naar de juiste fabrieksmaat teruggebracht en uw patroon is vervolgens te kameren als ware het een fabriekspatroon.

Niet noodzakelijk

Handig als u een Factory Crimp Die heeft, maar niet absoluut noodzakelijk. De patronen uit elkaar kloppen met de ontlaadhamer en opnieuw laden kan natuurlijk altijd. Beter is het uw kogels te sizen, wat Hildo nu doet, naar .452. Hildo is nog geen te dikke patroon meer tegengekomen.

 

12 februari 2014. Norinco patroonvergelijk

'Probeer maar eens wat van mijn patronen Hildo', zegt Paint Peter. U moet weten, Paint Peter is de man van een roestvrijstalen Colt 1911 Gold Cup National Match. Daarmee schoot Hildo stukken beter dan hem ooit gelukt is met z'n eigen Norinco. De munitie van Peter is een gekochte 185 grain loden kogel met, Hildo weet niet hoeveel en wat voor soort, Vihtavuori kruit erachter. U ziet de tien rode gaten. Dan nog tien schoten met Hildo's eigen patronen, u ziet de blauwe gaten. Wat betreft de grootte van de groep lijkt het niet veel uit te maken. De groepjes die Paint Peters getunede Colt 1911 Gold Cup National Match weet te produceren zijn veel kleiner...

 

14 februari 2014. Lee Liquid Alox probleem!

Dit is een serieus probleem met het, o zo handige, Liquid Alox van Lee Precision. U ziet hierboven de 45 ACP bullet seating and crimp die behoorlijk vervuild geraakt is door Liquid Alox.

Gevaarlijk

De zetdiepte van de kogel is een belangrijk gegeven: als deze te diep is, krijgt  u mogelijk met piekdrukken te maken die in het ergste geval het wapen als een ei in de magnetron uit elkaar doen spatten. Het probleem is dat de stift die de kogel op de juiste diepte zet, snel vervuild blijkt te raken door de bruine Liquid Alox smurrie die overal op de kogel zit, minder Liquid Alox gebruiken wellicht. De overdaad aan Liquid Alox zorgt ervoor dat de kogel opeens een stuk dieper gezet wordt. U weet dat Hildo's ogen niet de beste zijn en op werkafstand van de pers ziet hij zoiets niet gebeuren. Volgende keer toch beter opletten, en na een paar patronen even checken of de zetdiepte nog goed is. Iets van 80 patronen zijn nu te diep gezet, gebeurt Hildo niet weer. De ontlaadhamer krijgt overuren!

 

21 februari 2014. Lee zesvoudig gietblok probleem

Het leek allemaal zo mooi, maar volgens Hildo heeft het zesvoudige gietblok-systeem van Lee een probleem. U ziet vast al wat er gebeurd is. Aan het begin van de gietsessie is de gietmal nog relatief koud. Het lood wordt in de gietmal gegoten en de kogels stollen zeer snel. Vervolgens wordt het gietblok geopend door aan het bovenste handvat te trekken. De snijplaat moet zes kogels tegelijk afsnijden en dat gaat, als het blok nog niet op temperatuur is en het lood alweer te koud en hard wordt, erg zwaar. Zo zwaar, dat het uitgeholde houten handvat is opengeknapt. Het metalen gedeelte dat in het handvat zit, is te kort. En dat zorgt voor een te hoge belasting van het houten handvat. Dat het ijzer van de snijplaatopener niet ver genoeg in het handvat zit, is een ontwerpfout. Jammer. Als het gietblok eenmaal op temperatuur is, is het openen van de snijplaat geen probleem meer en werkt het hefboomsysteem prima.

Verder gieten met een Bahco

Om de snijplaat toch te kunnen openen, gebruikt Hildo nu een Bahco (verstelbare moersleutel) en dat werkt goed.

meer dan 1000 kogels in vier uur

Hildo heeft iets van 14 kilo kogels kunnen gieten in vier uur tijd. Niet te snel achterelkaar om het gietblok de tijd te geven iets af te koelen. De Lee Pro 4-20 loodoven moest drie maal opnieuw gevuld worden en ook het opnieuw lood smelten neemt natuurlijk de nodige tijd. Ondanks het handvatprobleem meent Hildo dat de hoge productie die u behaalt met een zesvoudig gietblok de meerprijs van de aanschaf absoluut waard is. De levensduur van het blok is vast hoog door de mooie stalen paspennen, het giet verder erg mooi en de kogels lossen gemakkelijk.

 

22 februari 2014. Panluben

Maar eerst even wat panluben. Er passen ruim 150 kogels in deze siliconen bakvorm. Even smelten in de oven, laten afkoelen en alvorens de kogels helemaal koud zijn, ze er met een tang uittrekken. De tang geeft een kleine beschadiging aan de kop, maar dat is alleen een optisch probleem. Het maakt voor de schietresultaten niets uit. Wel zorgen dat de hele handel horizontaal staat, maar dat spreekt voor zich.

 

Precisiewerkje

Hildo heeft dus geen specialistisch gereedschap en het aanpassen van de trekkerdruk is een verschrikkelijk precisiewerkje. De onderdeeltjes die in elkaar haken en die, nadat de trekker wordt overgehaald, loshaken zijn superklein. Als hij iets verkeerd weghaalt, kan dat zomaar resulteren in eigenschappen die niet wenselijk zijn. Zoals te zwaar, niet lekker, te licht, of zomaar afgaan. De Norinco kan zelfs veranderen in een volautomatische 1911.

 

Voor een groot gedeelte is dit waar het om gaat. De tuimelaar ('sear') is het ding links en de haan ziet u rechts. Als u de trekker overhaalt, haakt de tuimelaar achter zijn inkeping weg en gaat het schot af. Als u een van beide of beide onderdelen een foute hoek geeft ten opzichte van elkaar, krijgt u niet het resultaat dat u wenst. Beide onderdelen dienen zo glad mogelijk gepolijst te zijn, zodat de trekker overhalen mooi gladjes verloopt. Dit is tricky hoor.

Geen handleiding

Hildo gaat er verder niet op in wat hij verandert, want dit is geen instructiehandleiding om een trekker van een 1911 te tunen. Wat hij allemaal doet is mogelijk, en zelfs waarschijnlijk, hartstikke fout en oliedom. Alst hij straks nieuwe onderdelen moet kopen heeft hij het in ieder geval geprobeerd!

Hildo wil u niet opzadelen met de aanschaf van nieuwe onderdelen omdat u in een vlaag van verstandsverbijstering veronderstelt dat Hildo weet waar hij mee bezig is. Zo wordt u de aanschaf van nieuwe onderdelen voor uw hopeloos verknoeide trekkergroep in ieder geval bespaart. Hij denkt met u mee hoor!

 

26 februari 2014. Trekker tunen: Het uur der waarheid!

Twee series geschoten van 13 schoten elk, waarvan de hoogste 10 tellen. Hildo is nu eenmaal zwartkruitschutter en oude gewoontes zijn moeilijk af te leren. Bovendien is het vergelijk met zwartkruitwapens op deze manier eerlijker.

Heeft het Trekker Tjoenen geholpen?

Hildo merkt er niets van. De trekkerdruk is onveranderd hoog, Hij vermoedt dat het nagelvijltje zachter is geweest dan het materiaal van de 1911, want dat is écht knetterhard spul. Destijds, met zijn Colt 1851, heeft Hildo al eens eerder een trekker getuned en dat is toen wonderwel gelukt. Het materiaal van zo'n Italiaanse Uberti voorlaadrevolver is, in verhouding, boterzacht. De Norinco lijkt zijn kwaliteiten op bepaalde vlakken, en dan met name op levensduur, wel te hebben.

Nog een Trekker Tjoen poging?

Natuurlijk, Hildo geeft het niet op. Die trekkerdruk moet omlaag, want met de huidige 2,5 kilo is het niet echt lekker schieten.

 

1 maart 2014. De trekker wordt er haast warm van!

Geen andere schutters op de baan, dat scheelt. Kan hij de hulzen laten liggen zonder de kans op een hele serie platgewandelde exemplaren. De 1911 gooit ze nogal een stukje van het schietpunt vandaan, alle kanten op eigenlijk. De kaart is Hildo vergeten te fotograferen, geeft niet. Zat vol gaten, dat snapt u. Het gaat hier om gewenning aan het wapen. Hildo hoopt dat de resultaten door de routine omhoog zullen gaan. Hij doet zijn best. Straks weer herladen. Als hij ten strijde trekt in de discipline 'militair pistool' en verliest, zal het niet gelegen hebben aan te weinig schieten!

 

5 maart 2014. Topgroep met de Norinco!

Van Michael, een voormalige collega-schutter van SV Cassidy, een flinke serie kogels gekregen. Deze kogels zijn de gegoten uitvoering uit de 452-228 1R giettang van Lee, van de standaard volmantel 230 grain kogel, de zogenaamde 'hardball' met ronde neus. Dát is de kogel waarvoor de 1911 destijds is ontworpen en over het algemeen zijn dat ook de kogels waarmee een 1911 probleemloos functioneert.

Lee 452-228 in de praktijk

Ondanks het hogere gewicht van deze kogel is er eigenlijk nauwelijks iets te merken van meer terugslag, in ieder geval niet met deze rustige 3,2 grain BA10 kruitlading: het schiet best vriendelijk. Na geschoten te hebben met de Walker, rost Hildo er met de 1911 nog een serie van 28 patronen door. Het schiet prima en het wapen, dat normaal toch sterk de neiging vertoont tot vastlopen tijdens de patroonaanvoer, schiet deze 28 er probleemloos door. Groot is Hildo's verbazing als hij de kaart terughaalt. Een echt kleine groep die er niet om liegt. Dit geeft de burger weer moed! De kaart laat zien dat de precisie van deze low budget Norinco helemaal niets onderdoet voor veel duurdere 1911 modellen. Als de goeie kogels er maar inzitten!

 

19 maart 2014. Een Colt 1911 Delta Elite in 10 mm.

Staat Hildo op de baan te knallen met z'n Norinco 1911 en zie wie er naast hem staat. Marcel! Het lijkt wel of iedereen een 1911 heeft. Marcel heeft er eentje in de uitvoering Delta Elite in het kaliber 10 mm Auto. Roestvast staal en het wapen voelt solide aan. De munitie is zelf herladen, dat is maar beter ook want de standaard 10 mm is een stevig geladen patroon. Wat Hildo er van begrepen heeft, is het begin jaren tachtig ontwikkeld voor de FBI, die er uiteindelijk niet gelukkig mee bleek vanwege de grote terugslag. Daarop heeft Winchester de .40 Auto ontwikkeld, die wat rustiger schiet. Marcels lading is gereduceerd, maar de terugslag is toch duidelijk groter dan die van Hildo's eigen zeer rustig geladen 45 ACP met 3,2 grain Vectan BA10 kruit. Hildo heeft één schot gelost met de Delta Elite om te voelen hoe het schiet. Het schot is sneller weg dan Hildo in de gaten heeft: de trekkerdruk van deze Colt is beduidend lager dan die van Hildo's Norinco. Hildo moet toegeven: deze 1911 voelt kwalitatief wat beter aan dan de Norinco, alleen een patroon in het magazijn schuiven voelt al beter aan. Toch gaat de Norinco niet weg, een simpele 1911 heeft best wel wat.

 

19 maart 2014. Knallen met nieuwe Starline hulzen

'Nou, dat maakt niet veel uit', denkt Hildo, als hij de kaart terughaalt. De Conclusie is simpel: het ligt aan Hildo, niet aan het wapen. Hij is wel benieuwd hoe de 230 grain rondneuskogel het straks gaat doen. Eerst nog wat nieuwe kogels gieten als het weer goed is.

 

23 maart 2014. Emmer met water

Wat smelten en gieten heeft Hildo ruim 30 kilo kogels opgeleverd uit de Lee 452-228 giettang. Bij een 230 grain zware kogel zullen dat dik 2000 kogels zijn. De helft van de tijd zit in het gieten, de andere helft in het smelten van en het op temperatuur brengen van het nieuwe lood in de Lee Pro 4-20 smeltoven. In deze oven gaat negen kilo lood maar helemaal leeg lepelen gaat niet. Het is een van de grootste, maar hij had rustig nog wat groter mogen zijn. De zesvoudige giettang is ideaal voor wie serieus kogels wil gaan produceren. De volgende stap zou een professionele kogelgietmachine zijn, maar dat gaat zelfs Hildo te ver.

In een emmer met water: ei van Columbus!

Sommige mensen gooien kogels van bepaalde legeringen in water om ze te harden. Hildo gooit ze in water omdat hij dan de giettang leeg kan schudden zonder dat de kogels alle kanten oprollen, vuil worden en/of eventueel beschadigd raken door de landing. De val in het water remt de kogel prima af en van beschadigingen is niets te zien. Het werkt prima. Wel er voor zorgen dat de emmer water ver genoeg van de loodoven af staat, want vloeibaar lood dat in contact komt met water geeft een goede kans op een bezoek aan brandwondencentrum Beverwijk. Wees voorzichtig!

2% tin geeft een betere kogel?

Ditmaal zijn de kogels gedeeltelijk gegoten met een toevoeging van 2% tin. Tin verlaagt de oppervlaktespanning van lood en zorgt daarmee voor het gemakkelijker en mooier vullen van de gietmal. Dat is de theorie, maar in de praktijk ziet Hildo geen verschil tussen de mét en zonder tin gegoten kogels. Tin kost wel extra geld en Hildo ziet daarom de toegevoegde waarde van tin voor deze kogels niet.

 

2 april 2014. Rustig aan

Ditmaal heeft Hildo zijn best gedaan om zo goed mogelijk te richten. Het schiettempo ging iets omlaag, maar niet veel. Het typische 'treuzel geneuzel' van echte wedstrijdschutters ligt Hildo niet. Sterker nog: waar bij wedstrijdschutters het lage tempo een positieve invloed heeft op de score, is dat bij Hildo juist andersom. Wederom gaat er magazijn na magazijn door, maar er wordt af en toe wel even afgesteund om de spieren in de arm tot rust te laten komen om zodoende overmatig trillen te vermijden. 'Geen topscore, maar voorwaar niet slecht', aldus Hildo, die het niet bereiken van een kleinere groep wijdt aan de 2,5 kilo trekkerdruk. Of dat de échte reden is of dat hij niet beter schieten kan, zal blijken als de trekkerdruk naar beneden gebracht is. Op dit moment vertoont hij nog geen aanstalten om een tweede poging te ondernemen in de 'Techniek Der Trekker Tuning'. Ontbreekt het hem aan werklust of is hij bang dat het mislukt? Donkere blikken van Hildo, maar enig commentaar blijft achterwege.

 

3 april 2014. Gescheurde Starline huls na drie schoten

Als Hildo 100 hulzen herlaadt, zitten er altijd wel een paar bij die gescheurd zijn. Maar dat zijn oude gebruikte, gratis gekregen, hulzen. Ditmaal is er voor het eerst een van de nieuwe Starline hulzen gescheurd en Hildo weet precies dat hij deze huls maar drie maal herladen heeft. Het scheuren heeft dus in ieder geval niets te maken met oude, en daardoor harder geworden messing. Wellicht heeft de huls bij het laden een tik gehad, zie het driehoekje dat lijkt te ontbreken bij de hulsmond, en dat daardoor de scheur is ontstaan.

 

9 april 2014. Bijna de laatste 452-200 Lee kogels

Bij deze kaart was er niet eens zo heel vaak sprake van weigeringen (vastlopen/schoorsteentje) met de 452-200 Lee kogel, waarvan Hildo er gelukkig niet zoveel meer heeft. De 452-228 Lee met ronde neus is veel betrouwbaarder en schiet volgens Hildo nog zuiverder ook. Het kan een gevoelskwestie zijn en deze groot uitvallende groep toeval, want Hildo schiet niet altijd even consistent. Maar, laten we eerlijk zijn: het lijkt nergens naar. Daarentegen, als het alleen om de score zou gaan had hij allang een kleinkaliber pistool... blehhh, jakkiebah.

 

11 april 2014. The Wadcutter

Dit zijn de wadcutters die Hildo op 26 februari van een collega-schutter heeft gekregen. De voormalige eigenaar van deze kogels zei nog: 'pop, pop, pop..., zo gaat ie, hartstikke mooie kogels'. Nou de kogel, daar is waarschijnlijk niets mis mee. Maar of het inderdaad pop, pop, pop gaat, dát moet Hildo eerst even zien, want u weet inmiddels ook dat Hildo's Norinco geen voorliefde lijkt te hebben voor kogels die niet van een ronde neus zijn voorzien.

 

11 april 2014. Wadcutter vs Lee 'Hardball'

Het was Hildo al eerder opgevallen dat de 452-228 Lee kogel het in verhouding tot andere projectielen prima doet. De wadcutters werden als eerste verschoten, daarna de zelf gegoten Lee kogels. Hildo wordt steeds blijer van zijn zesvoudige Lee 452-228 gietblok. Beetje jammer dat de andere gietblokken in een dikke laag vet de kast in kunnen. Ach, ze kunnen in ieder geval nog ingezet worden als Hildo ooit een revolver aanschaft in het kaliber 45 Colt (45 Long Colt), want ook die werkt met 452 kogels.

 

B) 21 april 2014. Trekker Tjoenen poging 2

Ditmaal vervangt Hildo dus de sear, de multiveer en de hoofdveer. Het loopvlak van de nieuwe sear is veel gladder dan de oude. De multiveer wordt gewoon vervangen. Tunen kan, indien nodig, in een later stadium. Op de foto komt het niet goed uit de verf maar de nieuwe hoofdveer is iets langer. Hoe meer druk op de hoofdveer, hoe zwaarder de trekker gaat. Dus moet er een stuk van de hoofdveer af. Met een zijsnijtang heeft Hildo de nieuwe veer met drie wikkelingen ingekort en deze is nu een stuk korter dan de oude. Bij het inkorten is het van belang dat de veer genoeg druk blijft uitoefenen op de hamer om het slaghoedje af te laten gaan.

 

1) 23 april 2014. Hildo vs wedstrijdschutter El Presidente... met een rammelende 1911

In een vlaag van overmoed, kopje koffie te veel, slentert Hildo naar El Presidente toe. Ineens schalt de mondharmonica van Ennio Morricone door de luidsprekers van de kantine. Hildo gaat dicht op El Presidente staan, knijpt z'n ene oog tot een spleetje, buigt zich nog een fractie verder naar hem toe en zegt op onderkoelde toon: 'Hey, El Presidente... duel tussen mij en jou. Ik met jouw pistool en jij met de mijne... Wat denk je ervan?'.

U moet weten, El Presidente is een behoorlijk goede schutter, zo eentje met 'muscle memory' voor wie Nederlandse Kampioenschappen geen onbekend fenomeen zijn.

Wat Hildo met deze uitdaging denkt te bereiken is onduidelijk, maar El Presidente is bepaald niet onder de indruk. Hij kijkt Hildo recht aan, knippert niet één keer, en zegt... 'Dat durf ik wel aan... knul.'

'Oeps!', denkt Hildo, maar hij laat niets merken en buigt zich langzaam nog een beetje verder naar El Presidente toe, knijpt nu beide ogen tot spleetjes en fluistert: '... ik zie je op de schietbaan.... na m'n koffie...'

 

Hildo's eerste oefenwedstrijd 'Militair Pistool'

Naar wat Hildo er van begrepen heeft is dit een typisch Nederlandse discipline. In totaal wordt er vier maal een serie van zes schoten op de kaart gedaan en er wordt geschoten op tijd. Dit met behulp het kastje dat u hierboven afgebeeld ziet. Er zitten vier knoppen op die na respectievelijk 3 minuten, 15 seconden, 12 seconden en 9 seconden de claxon laten afgaan. Dat is het teken dat de tijdsduur verstreken is. Binnen het slotsignaal van de claxon mag u nog schieten, een schot dat na de claxon valt, betekent dat de schutter puntenaftrek krijgt: het schot met de hoogste score vervalt.

Niet alleen pistool

Ondanks dat de discipline 'Militair Pistool' heet, schijnen veel schutters met revolver te schieten. Dat kan een voordeel zijn want als het om echte superprecisie gaat moet een pistool, met alle losse bewegende delen, het afleggen tegen de eenvoud van een revolver. Bovendien is een revolver, in verhouding, nog goedkoper ook.

Maximaal 240 punten

U verschiet vier series van zes kogels per serie. Dat zijn 24 kogels en als de schutter alle 24 in de 10 raakt heeft hij, logischerwijze, 240 punten. Maar dat valt niet mee!

 

Vaardighouding

Tijdens de tweede, derde en vierde serie staat u op de baan. Nadat u het commando 'laden' hebt gekregen dient u met uw wapen richting de kaart te staan, uw wapen te laden, waarna u uw arm onder een hoek van ongeveer 45 graden houdt, dat is de zogenaamde 'vaardighouding'. Veiligheid voor alles natuurlijk en mocht een schot per ongeluk afgaan, daarmee moet op elk moment dat het wapen geladen is rekening gehouden worden, kan er zo niets of niemand geraakt worden behalve de vloer. Nadat het commando 'vuur' wordt gegeven begint de tijd te lopen en kunt u beginnen met schieten.

 

Derde serie 20 meter, 12 seconden

Ditmaal wordt er geknield geschoten op twee kaarten, 'vuurverdelen' wordt het genoemd. Drie kogels op de ene en drie kogels op de andere kaart. Zes patronen verschieten in twaalf seconden op twee kaarten is goed te doen, maar u dient vlot door te schieten om binnen de tijd te blijven.

 

Op commando

Alle handelingen verlopen op commando als 'wapens laden', 'vuur' en 'wapens ontladen'. Dat heeft niets met militaire discipline te doen, maar alles met veiligheid. Nadat de schutter zijn wapen ontladen heeft, bij een pistool de slede naar achteren en het magazijn eruit, bij een revolver de trommel open en hulzen eruit, inspecteert de baancommandant (zie foto hierboven) of het wapen daadwerkelijk leeg en dus veilig is.

 

Nieuwe discipline 'Service Pistol' en... de foute kaart

Binnenkort begint SV de Vrijheid Hoogeveen met de nieuwe door de KNSA ingestelde discipline 'Service Pistol'. Naar wat Hildo er van begrepen heeft lijkt het op de discipline militair pistool, maar dienen alle series direct na elkaar geschoten te worden op dezelfde kaarten. De scores worden pas aan het eind van de wedstrijd geteld dus het loopt lekker vlot door. Dát lijkt Hildo wel wat!

Nederland op z'n smalst

Voor de discipline Service Pistol wordt een kaart met ronde cirkels gebruikt. Om het moeilijker te maken, heeft de achtergrond gekleurde desoriënterende vlekken. Die vlekken kunnen gezien worden als vlekken, maar ook worden beschouwd als camouflage. En dát gaat de KNSA te ver. Niets mag militair overkomen, daarom overweegt de KNSA nu om de kaarten van de discipline militair pistool te gebruiken. Maar service pistol wordt met twee handen verschoten. Daarvoor lijken de ringen van de militair pistoolkaart te groot te zijn en zo wordt het alleen maar tienen schieten misschien iets te gemakkelijk voor erg goede wedstrijdschutters. Hildo wacht af, er komt ongetwijfeld een oplossing.

 

3 mei 2014. Schietkaart Norinco 1911

Veel schieten. Als eerste de baan op en als laatste weer weg. Dat dit geen wedstrijdkaart is die echt ergens over gaat, dat maakt niet uit. Training en het gaat beter. Waarom het beter moet gaan? Niet om een absolute topschutter te worden, dat is slechts voor weinigen weggelegd en Hildo hoort er als gemiddelde schutter niet bij. Natuurlijk zijn er ook mensen die wel het talent hebben maar die er niet veel zoveel vrije tijd in willen steken. De wedstrijd tegen zichzelf is nog het leukst, meent Hildo.

Hoger tempo

Om te wennen aan het snellere schieten, zoals dat gebeurt tijdens de 9 seconden schietserie tijdens militair pistool, oefent hij in het schieten in een hoger tempo. Richten, korrel ongeveer onderkant zwart, en direct 'knal'. Het hogere tempo doet de groep niet kleiner worden. Er mag hierbij worden aangetekend dat Hildo ook iets verder naar links is gaan richten om de scheve keep te compenseren. Vandaar dat de groep ditmaal wat meer in het midden over de kaart verspreid zit.

Schotanticipatie

Hildo merkt dat naarmate het schieten vordert, hij de neiging krijgt om met het wapen te trekken. U ziet dat er vrij veel kogels laag in de kaart uitkomen. Nu is de 1911 geen toonbeeld van precisie, maar dit ligt toch echt aan Hildo zelf. Een bijzonder fenomeen, net alsof de zenuwen op beginnen te raken. Weer iets om aan te werken.

Zinvol?

'Ha, ha', lacht Hildo. 'Over 100 jaar zijn we allemaal dood en vergeten, dus wat is nu écht zinvol dan? Waar u zich mee bezig houdt? Als u ter plekke neer zou vallen, wordt de wereld daar ook maar iets anders van? We zijn allemaal kleine miertjes in een gigantische mierenhoop en een individu is van nul en generlei waarde voor het grote plaatje. En hoe belangrijk is die mierenhoop?' Nu lijkt dit een pessimistisch beeld, 'maar dat is het absoluut niet', aldus Hildo. Het gaat er om dat u voor uzelf beslist wat belangrijk is en als dat 80 patronen door een schietkaart knallen is om een betere sportschutter te worden, dan is dat belangrijk genoeg. Ook belangrijk is oude dametjes de straat helpen oversteken enz., hoewel dat in het grote plaatje van het universum ook al niets uit maakt. Het leven is zooo simpel! Waarom zou u zich nog druk maken?

 

5 mei 2014. Gij zult niet afgaan!

Het eerst rode doosje met duizend Russische Murom slaghoedjes ging prima, met het tweede groene doosje is dat anders. Exact tien weigeraars verstopten zich tussen de nu 800 gebruikte primers, ruim 1% dus. Voor een tweede keer spannen en nogmaals de trekker overhalen resulteert in geen enkel geval alsnog in een ontsteking.

Het verschil?

Het rode doosje bevat primers die non-corrosive zijn, het groene doosje heavy metal free non-corrosive + non-toxic. Als u de opschriften op de doosjes anders leest, zou u tot de conclusie kunnen komen dat het rode doosje primers met giftige zware metalen bevat. Anders zou er toch ook 'non-toxic' en 'heavy metal free' op staan?

Wedstrijden

Ondanks de weigeringen schiet Hildo toch liever met niet giftige primers. Persoonlijke keus, maar tijdens een wedstrijd is het natuurlijk wel vervelend als ruim 1% van de primers het niet doet. Bij Hildo's eerste militair pistool-oefening had hij zowaar twee weigeringen op het totaal van 24 schoten, het kan verkeren. Best mogelijk dat het een kleine batch met problemen betreft en dat Hildo net het foute doosje getroffen heeft, alhoewel hij op een Amerikaans forum al eerder iets had gelezen over weigerende Murom slaghoedjes, een probleem dat inmiddels opgelost zou zijn

 

11 mei 2014. 1911 barrel bushing

Om zuiver te kunnen schieten, moet de loop elke keer dat er mee wordt geschoten precies op dezelfde manier in het wapen zitten. Met een revolver is dat geen probleem, met een semiautomatisch pistool is dat anders. De barrel bushing zit in de slede van een pistool. De loop steekt er doorheen. Het functioneert als een soort van glijlager. Zo wordt de loop aan de voorzijde vastgehouden. Het valt Hildo op dat de barrel bushing wel aardig stevig in het frame zit, maar dat de loop iets heen en weer kan bewegen in de barrel bushing, er tussendoor kijken kan ook. Dat lijkt Hildo niet goed voor de ultieme precisie. Tijdens het laden van een patroon in de kamer moet de loop aan de achterzijde iets naar beneden zakken, de barrel bushing kan daarom wellicht niet superstrak om de loop zitten. Iets speling zal noodzakelijk zijn, maar Hildo hoopt dat de precisie van de 1911 toch zullen verbeteren met een andere bushing die voor een iets minder wiebelende loop zorgt.

Loopslijtage?

De hoongroeven aan de buitenzijde van de loop zijn goed te zien. Niets mis mee, van enige slijtage aan de loop lijkt nauwelijks tot geen sprake. Het mag gezegd dat Hildo de Norinco altijd goed in de olie houdt: tussen slede en geleiderails aan het frame, loop en barrel bushing, natuurlijk het trekkermechanisme. Metalen onderdelen hebben smering nodig en daarin komt de 1911 na iedere schietbeurt niets tekort.

 

24 mei 2014. Nieuwe barrel bushing in de 1911
De loop zit wat ruim aan de voorkant, dat is niet goed. Strak moet het zitten, maar niet te strak want het wapen moet nog wel kunnen functioneren. Onderweg naar de schietbaan neemt Hildo afslag Beilen, want in Beilen zit Wapenhandel Slendebroek. Daar haalt Hildo bij een bakkie koffie het pistool uit elkaar, dat kan ie inmiddels best. Toch komt daarbij het rode oefenpatroontje klem te zitten in het wapen, krijgt Hildo z'n vinger tussen de dichtklappende slede en vliegt bij het uitnemen van de barrel bushing de veer met het dopje door de winkel. Jan, de wapenhersteller bij Slendebroek, denkt er natuurlijk het zijne van, en wie niet, maar eerlijk waar: Hildo heeft nog nooit z'n vinger tussen de slede gekregen en ook nog nooit de sledeveer uit de 1911 laten springen. Voor alles moet er een eerste keer zijn... maar alles tegelijk en en plein public? Jans gezicht blijft in de plooi en hij zoekt met grote precisie uit het speciale 1911-onderdelenvergaarbakje, de strakst passende barrel bushing. Grote dank aan Jan en vlot door naar de schietbaan. Kijken of het wat uitmaakt.

 


28 mei 2014. Richtpunt is lastig
Als het niet mogelijk is om onderkant zwart aan te houden, is de hoogte soms wat lastig te bepalen. Daarbij heeft de 1911 een nog steeds hoge trekkerdruk wat soms een afzwaaier oplevert, met name in de hoogte. Iets naar links richten blijft ook noodzakelijk omdat het Hildo niet lukt om de keep iets verder naar links te tikken, in ieder geval niet zonder excessief geweld. Niettegenstaande de bovenstaande obstakels zitten er maar 17 van de 50 in het wit. Hildo blijft erbij dat de strakkere barrel bushing wel degelijk een verbetering heeft opgeleverd.

 


31 mei 2014. Trekker tjoenen poging 4
De doorgewinterde wapenexperts zagen het vast aankomen: dat wordt helemaal niets met die knul daar in Groningen! En... ze hebben nog gelijk ook. Hildo heeft de moed opgegeven en het bijltje erbij neergegooid. Hij weet waar de schoen wringt en hij kan praten als Brugman, maar moet roeien met de riemen die hij heeft en ondanks dat arbeid adelt, maakt hij zichzelf alleen maar blij met een dode mus. Want hoewel hoop doet leven, heeft het weinig zin om de hakken in het zand te zetten en zichzelf een rad voor de ogen te draaien, want de klad zit erin. Driemaal bleek al geen scheepsrecht en ook deze keer is hij niet kapot van de resultaten. Maar dat zal zijn klomp niet roesten.
Wat is er gebeurd dan?
Hildo heeft tijdens het westernweekend in Hoogeveen een vijl gekregen (geleend) van Dolle Doeke. Het tunen van de trekker van een 1911 zou een eitje zijn. Nou, volgens Hildo in het geheel niet! Ja, het is een kwestie van vijlen en polijsten, maar wat er nu eigenlijk gebeurt?

 


4 juni 2014. Schietkaart Norinco 1911 A1
Slechts 43 van de 45 schoten in de kaart, want bij twee weigerden de slaghoedjes. De afzwaaiers naar onderen zijn Hildo's eigen schuld, hij weet het al op het moment dat het schot afgaat. De trekker moet binnenkort getuned worden, niet meer door Hildo maar door iemand die er verstand van heeft. Dat komt wel goed.

 


11 juni 2014. Schietkaart Norinco 1911
Niet naar die gripjes kijken! Komt straks. Eerst even de schotanalyse van deze schietschijf. Onderkant zwart, in het midden, dat was ditmaal het richtpunt. Echt heel veel afwijking naar rechts zit er opeens niet meer in, Hildo blijft zich verbazen. Hoogteverschil des te meer, wat hij rechtstreeks wijdt aan de te hoge trekkerdruk. Soms gaat de trekker overigens verbazingwekkend licht, dan weer zwaar. Soms lijkt de druk veel zwaarder dan die twee kilo die Hildo onlangs gemeten heeft.
1911 Guru
Binnenkort hoopt Hildo iemand te kunnen verwelkomen die al sinds 1974 onafgebroken minstens één 1911 in zijn bezit heeft gehad en er veel van weet, heel veel zelfs. Met diens hulp en een beetje geluk wordt de Norinco een topper, of misschien wel niet. De Guru zal het zeggen!

 


11 juni 2014. Nieuwe gripjes op... Camaro!
Het zal u niet zijn ontgaan dat de Norinco er iets ander uitziet. Opgedoft als een ouwe Amerikaanse musclecar met wat brede chromen wielen en een brulpijp. Hildo kent die auto's nog goed van toen ze populair waren bij diegenen die graag een Corvette wilden, maar deze zich nét niet konden veroorloven. Niet antiek, relatief goedkoop en in ieder geval fout was de Chevrolet Camaro eind jaren 70. De Norinco is voorzien van plastic ivoren gripjes. Lijkt heel wat, is niet veel... het lijflied voor de Amerikaanse automobielindustrie. Dat de Norinco zich net als voornoemde auto niet direct onder de wereldtoppers mag scharen, is een feit. Vandaar dat de Norinco wel iets van een Camaro heeft!

 

2 juli 2014. Schietkaart Norinco 1911 A1

Tien stuks met Camaro, en wat ziet ie er goed uit met die gripjes! Rammel de kletter schiet Hildo zomaar een heel redelijk groepje. De trekkerdruk is nog steeds hopeloos, maar de score is toch niet slecht. 'Een 1911 heeft wel wat', meent Hildo. Véél mooier dan de Shadow, da´s duidelijk, maar qua precisie lijkt de Norinco het nog even te moeten afleggen. Maar na een fikse trigger job kan er natuurlijk het een en ander aan veranderen.

Terugslag

Direct na de Shadow met de 1911 geschoten en Hildo merkt het direct. Ondanks maar 3,2 grain BA10 is de terugslag van de 45ACP met 230 grain kogel veel groter dan de 5,0 grain BA9 met 123 grain kogel. Maar wel prettig meer. ´Met deze 45ACP patroon kun u urenlang schieten hoor en het doet helemaal niet zeer!´, meent Hildo.

Norinco 1911 A1

De Colt 1911 is vanaf 1911 ingezet als het standaard vuistvuurwapen van het leger van de Verenigde Staten en is alleen geproduceerd in het kaliber 45 ACP (Automatic Colt Pistol). In 1924 werd het, na wat kleine wijzigingen, de 1911 A1 en dat bleef zo tot het jaar 1985. In dat jaar werd de 1911 uiteindelijk door de Baretta M9, een 9 mm pistool vervangen. Het grote voordeel van de 9 mm is dat de patroon dunner is en er derhalve meer in het magazijn passen, tot zo maar 17 stuks. De 1911 blijft bij de magazijncapaciteit steken op een inhoud van maar 7 patronen. Dit omdat de patronen nogal dik zijn en bovenop elkaar gestapeld worden en niet links, rechts, links als bij de 9 mm. Toch is de 1911 bij sommige US legeronderdelen nog steeds in gebruik, wellicht uit nostalgische overwegingen of misschien vanwege de grotere 'stopping power' van de .45 ACP patroon. De 9 mm patroon schijnt soms wat 'overtuigingskracht' te missen.

Replica's

De 1911 is een immens populair wapen geweest. Dat is het nog steeds, want u komt ze regelmatig tegen op Nederlandse schietbanen. Colt zelf maakt ze ook nog, maar allerlei andere fabrikanten houden zich eveneens bezig met de productie van de 1911, zowel in standaardversie als getunede custom kermisattracties, die overigens verre van goedkoop zijn. Hildo's Norinco is basic, net als het origineel destijds was, en dat vindt hij mooier.

Norinco

Hildo heeft eens wat online gezocht en Norinco is een bijzonder grote Chinese firma die allerhande op wapengebied maakt voor zowel sportschutters als leger, tot aan tanks en raketwerpers toe, maar ook spullen voor industriële doeleinden. De 1911 is een pistool dat in de praktijk problemen lijkt te hebben met allerlei storingen in de aanvoer en het uitwerpen van de lege huls, maar de Norinco 1911 A1 staat niet als slecht bekend en heeft, naar het schijnt, een goede prijs/kwaliteit verhouding en is gemaakt van prima staal. Hildo is benieuwd!

 

Norinco 1911 vs Magnum Research BFR

Niet dat het plaatje iets toevoegt of anderszins zinvol is, maar altijd leuk om het een en ander in verhouding te zien. De 1911 is toch echt een full size pistool, maar moet het overduidelijk in lengte èn slagkracht afleggen tegen Hildo's polsverstuikende Magnum Research BFR revolver in 45-70. Hildo denkt nu al dat hij de 1911 in de praktijk misschien niet zo'n leuke metgezel zal vinden, maar wel een praktischer en handzamere, zeker met licht geladen munitie.

 

Dummy patronen

Dit zijn oefenpatronen voor 'dry firing'. Hiermee kunt u gewoon in de huiskamer de trekker overhalen. De slagpin wordt opgevangen door het nepslaghoedje, welke door een interne veer ondersteund wordt. Hierdoor wordt de 'slagkracht' van de slagpin gedempt en ontstaat er geen schade. Setje van vijf aangeschaft voor ruim tien euro, ze schijnen het redelijk lang vol te houden. Ze zijn verkrijgbaar in allerlei kalibers en u kunt er droog mee oefenen zonder dat uw wapen er schade van ondervindt. Welke kant u het wapen op trekt als u de trekker overhaalt wordt zo duidelijk zichtbaar. U kunt dan proberen dat te corrigeren zodat u op de baan alleen nog maar tienen schiet. Werken dit soort dummies in de praktijk daadwerkelijk scoreverhogend of zijn ze flauwekul? Mogelijk.

 

122 schone & geprimede 45 ACP hulzen

Ruim 100 slaghoedjes erin knijpen met de RCBS slaghoedjeszetter begint u wel te merken aan uw hand. Maar goed, het begint al ergens op te lijken.

 

De kogels

De officiële kogelmaat voor de 45 ACP is .452" voor lood en .451" voor volmantel kogels. Tenminste, dat zag Hildo op een herlaadsite. Dit is wat er verschoten gaat worden in de 1911. Van links naar rechts:

De RCBS 452-185 grain SWC (Semi Wad Cutter)

Zelf gegoten van gewoon lood met een dosis tin, een erg kritieke legering als het om schieten met nitro gaat. Het lood heeft de neiging tot smelten en versmeren in de loop, het is niet hard genoeg. Maar misschien gaat het bij zeer lichte ladingen nog net goed. De kogel komt als 454" uit de mal. Gelukkig heeft Hildo een 452" sizer die, dezelfde die hij gebruikt om de kogels op maat te krijgen voor Eleanor, zijn .451 Rigby voorlaadgeweer. De kogel heeft een beetje veel en diepe vetgroeven, het lijkt wel een zwartkruitkogel. De kop van de kogel steekt iets naar binnen zodat de bovenste rand perfect ronde gaatjes kan ponsen in het papier van de schietkaart. Langzaam vliegende kogels met een ronde neus geven daarentegen erg rafelige gaten in de kaart.

452-185 loden rondneus kogel

De gekregen 452-185 grain rondneus kogel, het merk is onbekend. Af en toe een fractie oversize, dus ook maar door de 452 sizer die voor een mooi consistente maat. Verder hoeft er niets aan gebeuren, de enkele vetgroef is al gevuld. Mooie kogel, maar de krimpgroef laat volgens Hildo zien dat dit eigenlijk een kogel is voor een revolver. Een pistool kamert op de rand aan de bovenkant van de huls, de huls dient daar dus buiten de kogel uit te steken. Als u de huls iets te ver naar binnen krimpt, dan zou de patroon te ver de loop in kunnen gaan. Een revolverhuls kamert op de rand aan de onderkant van de huls, de diameter is daar iets groter dan de huls zelf. Een revolverpatroon kunt u, wat dat betreft, zover als u maar wilt naar binnen krimpen: het heeft geen invloed op het kameren.

Uitzonderingen als revolvers die pistoolmunitie en pistolen die revolvermunitie verschieten laat hij hier buiten beschouwing, het is al lastig genoeg.

450-230 grain FMJ (Full Metal Jacket)

Een loden kern met een koperen mantel, in het ABN worden ze 'volmantel' genoemd. Dit is zo´n beetje de standaardkogel voor een 1911, volgens Hildo. Met 230 grain goed op gewicht om een tegenstander effectief te stoppen. Effectief stoppen hoeft Hildo helemaal niets, dus de 230 grain zorgt alleen maar voor meer terugslag, iets wat niet de bedoeling is. Met de schuifmaat meet Hildo een diameter van slechts .450", dunner dan de loden kogels, iets wat de herlaadtabellen ook al aangeven.

 

Tumble lubing met LEE Liquid Alox

Dit flesje heeft Hildo al jaren liggen. Het is een soort kogelvet maar schijnt niet geschikt te zijn voor zwartkruit, vandaar nog nooit geprobeerd. Maar loden kogels verschieten met nitrokruit, dat is precies waarvoor Liquid Alox gemaakt. U weet... elke loden kogel die door een loop heengaat moet gesmeerd worden om loodafzettingen tegen te gaan en goede precisie te waarborgen.

Het tumble lube proces

Super eenvoudig en razendsnel. Kogels in een bakje, diepvriesdoosje met deksel heeft Hildo gebruikt, er hoeft maar een klein beetje Liquid Alox overheen, deksel erop en het doosje ronddraaien totdat alle kogels mooi gecoat zijn. Letterlijk klaar in seconden! Dan een nacht laten drogen en ze zijn klaar voor gebruik. Als dit systeem goed werkt, is het vetten van loden kogels voor nitrogebruik echt een peulenschil. Het is eigenlijk te mooi om waar te zijn.

Bekend luchtje

Wat Liquid Alox precies is, staat er niet op. Supergeheime formule natuurlijk, maar het ruikt erg bekend. De geur lijkt wel erg veel op van die dunne vloeibare Tectyl, wat u in holle ruimtes spuit, zoals deuren van auto's, in een futiele poging het roestmonster te weren. Het kleurtje is ook hetzelfde... het zal toch geen Tectyl zijn?

 

Kruitladingen

Hildo gebruikt even geen kruitmolen. Leuk voor zwartkruit, maar als het om tienden van grains gaat is dat niet goed. Een kruitmolen werkt op volume en het volume dat de molen er uit gooit is niet altijd gelijk. Misschien dat het aan zijn kruitmolens ligt maar Hildo denkt van niet, want zowel zijn Palmetto als de top dollar Lyman No. 55, beide voor zwartkruit, hebben er last van. Op ongelukken zit Hildo niet te wachten, dus hij weegt elke lading apart af. Maar opschieten doet het zo niet.

                    ______________________________________ 

 

Op de schietbaan!

20 november 2013. Patroonsokken

De plastic zakjes waren even op. Om toch de negen series van vijf verschillende testpatronen goed gescheiden te kunnen houden, heeft Hildo ze in papieren koffiefilters gedaan en daarop de lading geschreven. Omdat koffiefilters snel scheuren, heeft hij ze verder verpakt in sokken. Schone natuurlijk, want dat is wel zo fris. Werkt prima en ziet er professioneel uit.

 

En? Hoe schiet die 1911?

'Mwooahhh.. gaat wel', aldus Hildo, 'Het is natuurlijk geen zwartkruit, dat schiet stukken mooier'. Het nitrokruit verbrandt sneller, is toch altijd feller, wat bijterig, hoewel een 9 mm erger is. Zwartkruit daarentegen is lekker rustig en geeft eerder een snelle duw dan een tik. De knal is net zo als het wapen schiet, 'Peng', tegenover de dreunende 'Boeeemmm' van zwartkruit. 'Het is gewoon even wennen hoor', aldus Hildo.

 

20 november 2013. De testresultaten!

Na elke serie van vijf patronen maakt Hildo een foto van de kaart. In Photoshop kleurt hij de kogelgaten van elke serie met een andere kleur. In combinatie met het boekje waarin hij de testresultaten opgeschreven heeft, is een kaart als deze goed samen te stellen en het geeft een onmiddellijk vergelijkbaar overzicht tussen de verschillende ladingen. De enige afwijking is Hildo zelf, hij schiet elke serie natuurlijk niet helemaal exact gelijk, daarvoor moet hij robot zijn, opgelegd schieten of een veel betere schutter zijn dan hij ooit zal worden. Hildo heeft met één hand geschoten met een lichte ondersteuning van zijn andere om de beweging iets te minimaliseren en eventuele vermoeidheid te compenseren.

1e serie

Vier grain kruit achter de met daklood en 4% tin gegoten 185 grain RCBS semi wadcutter. Zoals te verwachten is de vier grain teveel van het goede. Het zorgt voor loodafzetting in de loop en iets kantelende kogels doordat de trekken en velden niet meer goed gevolgd kunnen worden. Eén kogel mist de kaart volledig. Één maal kamert de patroon niet.

2e serie

Met 3,5 grain achter de RCBS kogel gaat het al beter. De wadcutter laat zien dat ie een wadcutter is en stanst haarscherpe gaten uit. Toch nog lood in de loop, dus te veel kruit voor deze zachte loodlegering. Eénmaal kamert de patroon niet.

3e serie

Met 3,0 grain een stevig onderlading, volgens de Vectan herlaadtabel is voor de 185 grain gegoten kogel 4,2 grain het minimum. 'Onzin', meent Hildo, 'Met een 230 grain kogel mag er 3,1 achter, waarom zou er per se 4,2 grain kruit achter deze lichte kogel moeten? Als het zou detoneren, doet ie dat met een 230 grain kogel ook want op het moment dat het kruit ontbrandt, weet het pistool niet hoe zwaar de kogel is die er voor zit. Verschil in de lege ruimte achter de kogelbodem is er ook niet... dus?' Dat er met heel weinig kruit wel een meer onregelmatige verbranding zou kunnen plaatsvinden, lijkt Hildo logisch. Het ligt er een beetje aan waar het kruit precies ligt en dat zou best verschillende kogelsnelheden kunnen geven. Hildo meende te merken dat niet alle schoten gelijk waren. De wadcutter gaat langzamer door de kaart, met iets rafelige randen. Geen loodafzetting, maar wel één keer niet repeteren. Fractie meer kruit lijkt beter.

4e serie

Trail Boss had Hildo nog staan, heeft ie destijds gebruikt in de BFR revolver met verder prima resultaat. Het is zeer snel nitrokruit, met een groot volume, en ontworpen voor gebruik in nitrowapens in combinatie met een loden kogel. Het geeft lage kogelsnelheden voor de zogenaamde 'cowboy loads' zoals in gebruik bij Cowboy Action Shooting waarbij veel opslag ongewenst is. Het wordt ook veel gebruikt in zwartkruitwapens... maar als u de herlaaddata er op naslaat, wordt er nergens gerept over gebruik in antieke wapens. Kortom: het is en blijft gewoon snel nitrokruit, met snelle piekdrukken, voor gebruik in moderne nitrowapens!

De resultaten met de 3,5 grain Trail Boss in de 1911 lijken best goed en het schiet erg rustig. Helaas weigert het wapen één maal te repeteren en éénmaal kamert een patroon niet. Misschien zou een lichtere veer, die de slede na het schot weer naar voren duwt, uitkomst brengen.

5e serie

4,2 grain achter de RCBS wadcutter is teveel. Twee kogels missen de kaart, de andere drie liggen ver uit elkaar. Lood in de loop en zelfs kantelende kogels, het lijkt erop dat de kogel de trekken en velden niet meer goed volgt. Dit gaat helemaal niet goed.

6e, 7e & 8e serie

Allemaal met de 230 grain volmantel kogel met erachter respectievelijk 3,2, 3,5 en 3,8 grain kruit. De Vectan herlaadtabel zegt dat de minimum lading 3,1 grain en de maximum lading 3,9 grain is. De 3,2 grain laat 2x10 en de 3,8 lading 1x10 en 2x9 zien. Bij de de 3,5 grain lading zit er een groepje van 4 stuks verder naar rechts. Hildo meent dat dit allemaal best goed schiet. De lichtste lading is erg rustig, de 3,5 gaat toch harder en bij de 3,8 is er best wel terugslag aanwezig. De lichtste lading lijkt niet verkeerd, voor wat Hildo wil.

9e serie

Geen verassing dat 4,5 grain met de gegoten lood/tin kogel echt veel te hard gaat. Extreme loodafzettingen in de loop en erg kantelende kogels. De terugslag is ook teveel van het goede. Kortom: Dit is niets.

 

Kreukelhuls

Hier ging het mis met onherstelbare schade aan de huls. De full length sizing & decapping die blijkt de huls aan de buitenkant te sizen, maar niet aan de binnenzijde, anders zou hij weer min of meer recht moeten zijn. Wist Hildo niet, maar nu wel.

 

Beschadigingen aan de huls

De met wadcutters geladen patronen laten aan één kant van de huls een beschadiging zien, soms zelfs een lichte deuk, opgelopen tijdens het kameren. Vlak onder de bovenkant van vrijwel alle hulzen zit een soort 'smiley'-afdruk in de huls, waarschijnlijk een beschadiging veroorzaakt door een te hardhandig contact met de 'geleideschans' van de loop? Een magazijn zou ook nog wel eens de oorzaak kunnen zijn van niet soepel kameren, las Hildo ergens. Het blijft nog een beetje onduidelijk.

 

27 november 2013. De Norinco met wadcutters

Niet allemaal in het midden, maar het gaat om het groepje. 'Voorwaar niet slecht', meent Hildo. Wel met twee handen en de bovenbenen leunend tegen de bridge voor maximale stabiliteit. Vooral het tweede groepje, de blauwe gaten, lijkt indrukwekkend. Jammer dat deze RCBS wadcutters regelmatig storingen geven tijdens het laden. Het 3,2 grain BA10 kruit schiet heerlijk rustig, een magazijn is leeg voor u het weet, ook met zwaardere kogels... die natuurlijk nog hoger uit komen. Het vizier is niet verstelbaar, dus als onderkant zwart als richtpunt wordt aangehouden zal er toch meer kruit in moeten. Gelukkig is Hildo iets gewend met zijn zwartkruit revolvers waarbij ook allerlei richtpunten moeten worden aangehouden, het is voor hem dus geen halszaak. De afwijking naar rechts ligt aan de keep, die is verstelbaar en dat moet binnenkort een keer gedaan worden.

 

18 december 2013. Gedeelde vreugd!

Hildo heeft nog 23 stuks van de gekregen 452-185 kogels met half ronde kop, daar heeft ie vrijwel nog niet mee geschoten. Wederom een test met de Norinco 1911 dus.

Geen storingen

Ondanks dat de kogel aan de voorkant plat is, zit er nog wel een gedeelte van de ronding van de '230 grain Hard Ball' kogel in. De wadcutter heeft dat niet en die blijft haken. Maar deze kogel doet het prima en de patroon schuift zonder storingen de kamer in.

Accuratesse?

Nou... de collega schutters weten niet echt te overtuigen met hun groepering, maar die van Hildo komt ook niet in aanmerking voor een Olympische medaille. De trekker van het pistool gaat overigens erg zwaar en kan daardoor mede schuldig zijn aan het schotbeeld. Om aan alle twijfel een einde te maken, is Hildo op z'n knieën gaan liggen en heeft, ondersteund door de bridge, de laatste zes kogels op de kaart afgevuurd. Superklein vindt Hildo het (groene) groepje niet. Hij heeft het idee dat de wadcutters nauwkeuriger zijn, of misschien had er wat meer kruit achter de kogels gemoeten. Zult u nooit weten, de kogels zijn op.

 

20 december 2013. Loodhardheid

Met zwartkruit is over het algemeen prima te schieten met 100% lood, zeker met voorladers. Er is eenvoudig aan te komen in de vorm van gebruikt daklood. Het is vrij zacht, 5 Brinell. Als u het wat harder wilt hebben, gooit u er tot 4% tin bij in. Dan gaat het lood naar een hardheid van 8 Brinell. Helaas, Hildo's 1911 heeft een hogere loodhardheid nodig, anders versmeert het de loop. Meer tin ziet Hildo niet als oplossing, want als u harde gegoten kogels koopt zijn die niet voor niets voorzien van een combinatie tin en het metaal antimoon, wat de hardheid van die kogels (zoals Drummen bullets) naar een knetterharde 25 Brinell brengt. Voor Hildo's Norinco is 25 Brinell lang niet nodig en wellicht zelfs onwenselijk. Bovendien is, niet onbelangrijk, een doosje kant en klare kogels knap duur.

Lood van Loden Cees

Op zijn zoektocht naar lood met antimoon koopt Hildo van Loden Cees 2,5 kilo loden sponningen, dit materiaal wordt gebruikt om glas in lood-ruiten te maken. Hoe hard het is weet Cees niet, maar er zit antimoon in volgens hem. Hildo heeft een LEE loodhardheidstester, zoals u misschien nog weet. Even een stukje lood platslaan om de hardheid te kunnen testen. 8 Brinell blijkt het te zijn en dat is niet hard genoeg voor een gegoten 45 ACP kogel, maar er kan wat tin bij en misschien lukt het dan wel. Hildo verwacht dan een hardheid van 10 Brinell misschien al wel voldoende is.

 

Kogels gieten, testdeuken en hard genoeg?

De 2,5 kilo antimoon/lood legering, van 8 Brinell, van Loden Cees gaan de loodoven in en Hildo gooit er, op het oog, nog wat stukken tin bij in om de hardheid omhoog te krijgen. Als het kogels gieten klaar is kan, na volledige afkoeling, de hardheid getest worden (klik hier voor de uitleg van de LEE hardheidstestset).

Testdeuken

Links bovenaan .062" deuk (13 Brinell), rechts bovenaan .052" deuk (19 Brinell) en onderaan .080" (8 Brinell). De deuk in de net gegoten kogel, links bovenaan, is dus ongeveer .062" in diameter en dat betekent dat de kogel zo'n 13 Brinell geworden is en hard genoeg zou moeten zijn voor drukken tot 17.000 PSI, volgens de LEE 'Brinell Hardness and Maximum Pressure Chart'. Kruitleverancier Vectan geeft helaas geen drukken aan in hun herlaadtabel. De druk waarop een 45ACP patroon werkt is maximaal 21.000 PSI. Hildo gebruikt de vrijwel minimale kruitlading die geldt voor een 230 grain kogel. Deze net gegoten LEE kogels wegen maar 200 grain en dat betekent een minder hoge piekdruk omdat de kogel gemakkelijker op gang te krijgen is. Daarom denkt Hildo dat deze 13 Brinell harde kogel hard genoeg is.

 

Hard, harder, hardst?

Kogels worden gemaakt van lood. Hartstikke zwaar, dus stabiel tijdens de vlucht: een stuk lood vliegt beter rechtuit dan een handvol veren nietwaar? Niet alle wapens zijn gelijk en verwerken alle kogels even goed, de kogel moet passend zijn voor het wapen en daarbij gaat het niet alleen om vorm, gewicht of afmeting, maar ook om de hardheid van de gegoten kogel.

Hoe wordt lood harder?

Zie het staatje hierboven van 'The Cast Bullet Handbook', van Lyman. Aangenomen dat het waar is wat er staat, maakt dat zaken stukken inzichtelijker. Puur lood is 5 Brinell (Brinell HardNess). Het element antimoon wordt toegevoegd om het lood harder te krijgen, harden met antimoon is goedkoper dan met tin, maar het maakt de legering ook bros. Tin verhoogt de hardheid, maar wordt ook toegevoegd om de oppervlaktespanning van de legering te verminderen zodat deze beter in de gietmal uitvloeit tot een perfecte kogel. Bijkomend voordeel van tin is dat het helpt om het oxideren van antimoon tijdens het gieten tegen te gaan. Alle toevoegingen maken de kogel wel steeds duurder. Een hardere kogel gieten dan noodzakelijk is dus, alleen al vanuit financiële overwegingen, niet echt aan te raden.

Harden

Kogels van lood of van lood/tin zijn niet te harden. Als er antimoon bij in zit wel. 'Handig om te weten', meent Hildo. Hoeveel ze harder worden en hoe het allemaal precies zit met het harden van kogels? Komt later wel een keer. 'Een baby leert ook stapje voor stapje lopen hoor', aldus Hildo.

Te zacht? De theorie...

Als een kogel wordt afgevuurd, komt deze vanuit stilstand razendsnel op gang. De trekken zorgen ervoor dat de kogel daarbij ook een draaiende beweging meekrijgt van ettelijke tienduizenden toeren per minuut, alles in de korte afstand van, in dit geval, de 5" loop van Hildo's Norinco 1911. Als het lood te zacht is, wordt de kogel domweg gestript omdat ie niet zo snel 'op toeren' kan komen. Gevolg: loodafzetting in het begin van de loop en, doordat de kogel niet snel genoeg roteert, een slechte stabiliteit met mogelijk kantelende kogels en te wensen overlatende precisie.

Te hard? De theorie...

Wanneer een kogel te hard is, kan hij niet goed 'opstuiken' en wordt de kogel niet goed in de trekken geperst. Uitermate belangrijk bij Hildo's Rigby voorlader die met massieve kogels geladen wordt die zelfs kleiner zijn dan de velden(!). Hetzelfde principe van 'in de trekken gedrukt worden' zou ook bij pistolen van belang te zijn. Beetje vreemd omdat u er bij achterladers in principe voor moet zorgen dat de kogel een fractie dikker is dan de diameter van de trekken. Wanneer dat opstuiken niet lukt, omdat de kogel gewoon te hard is, zal de precisie minder zijn... aldus de theorie. Tevens kan de schutter, met een te kleine kogel, last krijgen van het snijbrander effect (gascutting), ofwel van brandende gassen die tussen de kogel en de loop doorgeperst worden. Gevolg: een smeltende kogel en loodafzetting over de volledige lengte van de loop.

1440 x BHN = Minimaal benodigde gasdruk in psi

Supersimpele formule die de minimaal benodigde gasdruk voor een specifieke kogelhardheid laat zien.

1440 x 10 Brinell = 14.440 psi. U moet dus minimaal 14.440 psi gasdruk hebben om een 10 Brinell harde kogel goed te kunnen verschieten.

Kant en klare gegoten kogels van 25 Brinell / 36.000 psi?

Als het bovenstaande klopt dan dan zou u 1440 x 25 = minimaal(!) 36.000 psi druk nodig hebben om deze kogel fatsoenlijk te laten vervormen. Die 36.000 psi is  best veel en voor de meeste munitie niet de echt perfecte keus.

Maximaal toelaatbare drukken bij maximale ladingen

Ter referentie... De onderstaande drukken zijn als opgegeven door het Amerikaanse SAAMI (Sporting Arms and Ammunition Manufacturers Institute).

44 Magnum 36.000 psi, 357 Magnum 35.000 psi, 357 Maximum 40.000 psi , 10 mm auto 37.500 psi, 9 mm Luger 35.000 psi.

Bij geweer kalibers liggen de drukken meestal hoger, net als bij de Pressure King 454 Casull 65.000 psi en 480 Ruger 48.000 psi. De Power Punch 45-70 op nitro zit maar op 28.000 psi. Gangbare patronen als de 45 Colt 14.000 psi, 44 Special 15.500 psi, 38 Special 17.000 psi, 38 ACP 26.500 psi en natuurlijk Hildo's eigen 45 ACP 21.000 psi.

 

28 december 2013. Knallen met de Norinco!

Niet alle gaten ziet u op de kaart, vanwege het insteekkaartje, maar Hildo heeft vandaag 40 patronen met de 452-200 kogel en iets van 30 met de RCBS 452-185 Semi Wadcutter afgevuurd. Resultaat? Ach, kan vast erger. De loop blijft overigens mooi schoon met 13 Brinell harde kogels, met de 8 Brinell harde RCBS kogels echter zijn er weer stevige loodafzettingen in het begin van de loop. De kogels zijn en blijven te zacht. Geen probleem met de aanvoer van de LEE 452-200, éénmaal een storing met de RCBS wadcutters. Binnenkort wat goede kogels gieten en dan kan er volgend jaar de voor Hildo nog onbekende discipline 'Militair Pistool ' voor het eerst beoefend worden. In de middenmoot eindigen wordt al lastig, vermoedt Hildo.

Tikken op de keep

De keep staat gewoon niet in het midden, de vorige eigenaar trok misschien wat met het wapen. Met een nylon hamer lukt het op de baan niet om de keep naar het midden te tikken, moet thuis maar even gebeuren.

 

1) 1 januari 2014. De loodafzetting in de loop... Testing: Gas cutting or stripping bullets?

Hildo besluit om, na wat tegenstrijdige verhalen gehoord te hebben, maar eens aan het testen te slaan om te zien of hij er achter kan komen waar de loodafzetting nu echt door veroorzaakt wordt, in ieder geval bij zíjn Norinco 1911. Hierboven ziet u de loden LEE 450-200-RF kogel, gegoten met een onbekend percentage zink, hardheid 19 Brinell. De kogel is behandeld met Liquid Alox bullet lube. Om te beginnen meet Hildo de diameter van de kogel. Die is .4525", wat ruim voldoende is voor een 45 ACP.

 

2) De kruitloze patroon

Hildo zet een patroon in elkaar, inclusief krimp, maar zonder kruit. Hij weet dat de kogel wél uit de huls gedrukt gaat worden door het afgaan van het slaghoedje, maar in de loop zal blijven steken... en dat is van belang. Het is net als het sluggen van een loop eigenlijk, maar een stuk gemakkelijker en het geeft nog wat extra informatie.

 

4) Lege huls

De kogel zit niet langer in de huls en moet nu dus in de loop zitten.

De knal van het afgaan van het slaghoedje stelt niets voor, stukken stiller dan van een percussiekapje, maar het slaghoedje zit natuurlijk ook binnen in het wapen. Het geluid is vergelijkbaar met dat van een CO2-pistool waar niet veel druk meer in zit.

 

6) Vanuit de loopmonding

Duidelijk te zien, de gegoten kogel zit shocking klem in de loop.

 

8) Kogel uit de loop tikken

Met een stokje van 9 mm diameter wordt, met beleid, de kogel weer uit de loop getikt, richting kamer. De kogel zit redelijk vast, er zo even uitduwen gaat niet lukken.

 

10) Testresultaat

Hildo heeft gelijk maar twee kogels dezelfde test laten ondergaan om wat verschillen te kunnen zien. Op de bovenste foto is de kogel links een standaard full metal jacket exemplaar, die voor aanvang van de test een diameter van .450" had. De kogel rechts is dus de LEE 452-200-RF, met een diameter van 4525" voor aanvang van de test.

Op de onderste foto ziet u de 452-185 RCBS semi wadcutter, die voor aanvang van de test een diameter van 451" had.

Zwarte aanslag

Het slaghoedje, een CCI 300 large pistol, verbrandt niet echt schoon. Er komt nogal wat zwarte roetachtige smurrie vrij en dat is in deze situatie natuurlijk hartstikke mooi want dat laat de resultaten van erlangs geblazen gassen beter zien.

De volmantel

U kunt duidelijk zien dat de druk van het slaghoedje bij de kogel langs is gegaan. De kogel heeft dezelfde maat als de loop, is in ieder geval niet oversize, wellicht om de drukken niet te hoog op te laten lopen in het wapen. Gascutting is echter niet aan de orde vanwege de koperen mantel die het lood beschermt. Daarnaast is het lood van de kogel vrij zacht. Hildo meet een hardheid van zo'n 8 Brinell aan de bodem van de kogel en die zachtheid zorgt er misschien voor dat de kogel tijdens het schot zich nog wat beter in de trekken zet.

De gegoten LEE 452-200-RF

De 19 Brinell harde kogel vult de trekken uitstekend. De velden geven lange afdrukken op de kogel en daarmee prima grip. Duidelijk te zien op de contactvlakken is het ontbreken van de Liquid Alox. De kogel zou op deze manier, zonder smering, de rest van de loop doorgegaan zijn. Hoe zou de Liquid Alox dan nog wat kunnen smeren? Hildo weet het niet, want een voorraadje vet wat normaliter in de vetgroeven zit en over de volledige lengte van de loop dient te worden afgegeven, is niet aanwezig. Er is overigens, zoals u kunt zien, vrijwel geen zwarte aanslag door de ontbrandingsgassen van het slaghoedje. De loop wordt volledig afgedicht door de kogel.

De gegoten RCBS 450-185 SWC

In de praktijk geeft deze kogel ernstige loodafzettingen in de loop. Voor de test is dit specifieke exemplaar met een diameter van 451" vreemd omdat ze normaal gesproken toch een stuk groter uit de mal vallen. Iets van 454" meent Hildo. In ieder geval, na de reis door de loop is de kogel nog 450". De bodem van de kogel is roetzwart, maar er is niet veel percussiekapjeverontreiniging bij de kogel langsgegaan. Echt vreselijk gevoelig voor gascutting lijkt deze kogel niet, maar de LEE 452-200 kogel doet het beter. De grote diepe vetgroeven bieden genoeg ruimte voor vet, maar de smalle driving bands bieden weinig contactvlak en lijken daarmee de achilleshiel te zijn van deze kogel, tenminste als u met relatief zacht lood schiet.

Kogeldiameters na de test

De volmantel is nog steeds .450".

De gegoten LEE 452-200 is duidelijk kleiner geworden: van 4525" naar.4505".

De gegoten RCBS 450-185 is ook kleiner geworden: van .451 naar .450".

Gasdrukken

De volmantelkogel komt een fractie verder in de loop dan de gegoten LEE kogel. Puur door weerstand in de loop zou de volmantel wat minder hoge piekdrukken moeten generen dan de gegoten kogel, maar de gegoten kogel is weer lichter en komt weer wat gemakkelijker uit de huls. Misschien maakt het in de praktijk niet veel uit. De RCBS is licht, heeft de minste weerstand en blijft nog nét in de loopmonding zitten. De RCBS kan daardoor ongetwijfeld het meeste kruit aan zonder dat de piekdruk te hoog oploopt maar de kogel zelf wordt gestript.

Diameter trekken & velden

De Norinco heeft zes trekken en zes velden en dat is gemakkelijk meten omdat ze precies tegenover elkaar liggen, dat is met oneven getal, als vijf of zeven trekken en velden even lastiger. Als Hildo de 'afgeschoten' kogels opmeet, komen de velden op .442" en de trekken zijn .450". Dit geeft een diepte van 450 - 442 = .008 : 2 = .004" diepe trekken. Het opmeten van de loopmonding geeft precies hetzelfde resultaat.

Conclusie

Hildo denkt dat de kogeldiameter groter moet zijn dan de trekken, net zoals bij zwartkruitwapens. Een massieve kogel gebruiken die gelijk is aan of zelfs kleiner is dan de diameter van de trekken en ervan uitgaan dat de kogel wel zal opstuiken tot het juiste formaat, lijkt geen goed uitgangspunt. Zeker niet met een relatief lichte kogel, hard lood en een lichte kruitlading, dat is vragen om gascutting. De kogel uit de Lee 452-200-RF gietmal lijkt Hildo de beste kogel om met zacht lood te kunnen schieten. Dit omdat een groot deel van het oppervlak van de kogel in de trekken geduwd wordt. Het lijkt er niet op dat de kogels smelten, het probleem zit hem in de te grote zachtheid van het lood waardoor een kogel de trekken in de loop niet kan volgen, met het strippen van de kogel, en daarmee loodafzetting, tot gevolg. Dat de RCBS kogel, met het veel kleinere oppervlak in de trekken, harder lood nodig heeft dan de LEE kogel lijkt overduidelijk. Hoe hard het lood precies moet zijn weet Hildo nog niet, kwestie van proefondervindelijk schieten. Wel iets om rekening mee te houden is, dat hoe harder het lood is hoe hoger de piekdrukken in het wapen oplopen. Iets waar een herlaadtabel geen rekening mee houdt. Na het schot het slaghoedje bekijken op eventuele overdrukverschijnselen lijkt Hildo daarom verstandig maar of het zinvol is? De 45 ACP patroon werkt op relatief lage drukken, vervorming van het slaghoedje vindt pas plaatst bij veel hogere drukken, veel hoger dan die voor de 45 ACP toelaatbaar zijn.

 

8 januari 2014. 1911 slide spring

Een sluitveer, terugstootveer, sledeveer: als het beestje maar een naam heeft. Het is de veer die de slede opvangt na het schot en weer naar voren duwt zodat een nieuwe patroon in de kamer geladen wordt. Met licht geladen munitie heeft u een andere veerdruk nodig dan met pittig geladen patronen. Deze kreeg Hildo van een collegaschutter om te proberen. De veer blijkt veel sterker dan die er nu in zit en maakt het wapen lastig te spannen. Hildo denkt niet dat deze veer nodig is met zijn superlicht geladen munitie en geeft de veer daarom, ongebruikt, terug.

 

18 januari 2014. Sproeikaart Norinco 1911 A1

Voor de goede orde: nog een keertje sproeien met de Norinco. De kaart lijkt misschien nog wel een heel klein beetje slechter dan de kaart van 15 januari, met de andere RCBS wadcutter kogels. Het lijkt in ieder geval nog steeds nergens naar. Hildo is een beroerde schutter. Wiebelende handjes en de bril scheef op z'n neus. Dat moet het zijn!

 

18 januari 2014. De Norinco opgelegd

Voor de uiterste precisie schiet u opgelegd. Hildo dus op de knieën achter de bridge. Met de handen afgesteund probeert hij zo rustig mogelijk de trekker over te halen. 'Zucht', zucht Hildo, die er langzamerhand wat minder plezier in lijkt te krijgen. Niet dat het pistool al weer weggaat, hij weet die neiging te onderdrukken, maar dit soort precisie is wel tenenkrommend.

Militair pistool?

Alvorens de discipline 'militair pistool' te gaan schieten, moet het beter gaan dan nu, stukken beter ook. Is dit pistool een onding of is wellicht toch de munitie niet optimaal of ligt het misschien toch gewoon aan die trekker?

 

25 januari 2014. Storing met de Norinco

Het wapen deed het buitengewoon goed, paar storingen maar. De vreemdste was deze: Tijdens het uitwerpen is de huls omgedraaid en weer opnieuw, achterstevoren, in de kamer gedrukt. Bijzonder.

 

2 februari 2014. Het geheim van mooie wielloodkogels

De eerste gietsessie met van wiellood gegoten kogels liet te wensen over. Hildo gelooft toch dat er iets van zink in het lood gebruikt wordt, misschien een alternatieve manier van harden door de wielloodfabrikanten? Kan maar zo want Zink is veel harder dan lood. Hildo heeft daarom elk wiellood op hardheid gecheckt voordat deze de smeltpot inging. Kwestie van prikken met een scherp voorwerp. Er zaten geen afwijkende wielloodjes tussen.

Hoe kogels van wiellood wél mooi worden

Het gietblok mag niet te heet worden tijdens het gieten. Gebeurt dat wel, dan krijgen de kogels het aluminium verzinkte uiterlijk en verliezen ze hun glans een paar seconden nadat ze uit de gietmal vallen. Even het gietblok laten afkoelen alvorens verder te gieten, is een hele verbetering. Gaat niet zo snel, maar de kogels worden wel wat mooier. Of ze ook beter zijn/schieten, weet Hildo niet.

 

2 februari 2014. Kogelcheck

Twee uur gieten uit twee volle gietovens levert met de zesvoudige giettang een verbluffende hoeveelheid kogels op. Hildo heeft ze niet geteld, maar u ziet ze hier allemaal liggen. Helaas zijn niet alle kogels even geweldig geworden. Soms zijn ze niet goed gevuld, soms een beetje rimpelig, vooral die in het begin gegoten zijn. Dus elke kogel wordt gecheckt. De schietsport is soms een tijdverslindende hobby waarbij u alle kans krijgt volledig tot rust te komen. Bakje links zijn de nog te checken kogels, bakje in het midden zijn goedgekeurd en bakje rechts afgekeurd. Pinda's van Duyvis zijn altijd Oké, Hildo kogels zijn dat niet. Oké?

 

7 februari 2014. Hulzen sorteren

Hildo's 45 ACP hulzen bestaan uit bij elkaar gezochte en gekregen exemplaren. Tijd voor een grote sorteeractie in een poging de schietresultaten naar een hoger niveau te krijgen. Hulsafwijkingen tussen de verschillende fabrikanten zijn relatief eenvoudig op te lossen: gewoon de hulzen van dezelfde fabrikant bij elkaar houden scheelt allicht. Maar er zijn meer merken dan Hildo verwachtte. Elk wit papiertje staat voor een fabrikant/hulssoort en het zijn 26 verschillende. Drie soorten springen er in aantallen uit en deze worden apart gehouden om batches 'supermunitie' te maken. De rest gaat op een hoop en daarmee wordt 'ik knal maar wat munitie' gemaakt.

 

7 februari 2014. 163 'ik knal maar wat' patronen

Flinke serie patronen gemaakt, is Hildo uren zoet mee geweest met z'n Rock Chucker pers. Het is een fijne pers, maar niet erg snel. Het zijn 163 stuks om precies te zijn, gemaakt met hulzen van 23 verschillende hulsfabrikanten. Dat heeft wellicht invloed op de kwaliteit van de munitie en daarmee op de precisie. Precisie vindt Hildo toch wel belangrijk. Als een wapen niet goed schiet, verliest hij zijn plezier er aan en dat zou kunnen betekenen dat deze Norinco 1911 niet meer zo héél lang in zijn bezit blijft. Het wapen neemt een verlofplaats in welke ook gebruikt zou kunnen worden voor iets wat het wél goed doet of in ieder geval gewoon leuk is. Het 'leuk-gehalte' van deze 1911 is beperkt, dus goed schieten moet ie in ieder geval. Anders is het binnenkort 'toedeledoki Norinco!'

 

8 februari 2014. Knalluh met de 1911!

Na drie series met Eleanor nog even los met de 1911. Met de 163 'ik knal maar wat' patronen naar de schietbaan en met alleen maar lege hulzen naar huis. Hildo heeft twee kaarten verschoten. Dit is een foto van één van deze kaarten, de andere heeft hij niet gefotografeerd want het voegt weinig toe.

Leuk om te doen?

Het gebrek aan precisie is nog steeds stuitend. En dat zou best eens kunnen liggen aan de immense trekkerdruk die moet overwonnen voordat het schot afgaat.

'Hmmm...' denkt Hildo. 'Hmmm...', denkt ie nogmaals.

 

14 februari 2014. Knallen voor een prikkie!

Hildo's CCI large pistol slaghoedjes zijn alweer op. Dat gaat snel, sneller dan verwacht. CCI slaghoedjes worden gemaakt in de USA en kosten 47,50 euro. Murom slaghoedjes worden gemaakt in Rusland en kosten 30,50 euro per duizend. Er zijn wisselende berichten op het wereldwijde web over de Murom kwaliteit. Er schijnt een serie geweest te zijn die niet goed was, maar dat probleem speelt niet meer. Een Kalashnikov doet het altijd. Dikke kans dat daar ook Murom slaghoedjes in zitten, dus Hildo wil wel eens wat proberen. Zeventien euro goedkoper, dat is geen kattenpis. Het is 4,7 cent of 3 cent per schot aan slaghoedjes.

Wat is het verschil in de praktijk?

Hildo merkt geen verschil. Optisch wel een beetje, CCI slaghoedjes zijn vernikkeld en de Murom hebben een messingkleur. Binnenin zijn de CCI primers geel, die van Murom rood. Het primen van de huls gaat niet zwaarder of lichter en ook merkt hij in het schieten geen verschil. In de hardheid van de primer lijkt ook al geen verschil te zitten. Niets mis met die Muroms. Hildo is er blij mee.

 

14 februari 2014. 80 patronen ontladen

Oordopjes in en zo hard mogelijk meppen op het dienblad waarop Hildo altijd zijn pizza's nuttigt. Het dienblad wordt ongelijkmatig belast omdat het vloertje in Hildo's keukentje niet overal even vlak is. En ja hoor...dienblad gescheurd, de laatste pizza is er op gegeten. Balen, Hildo was tamelijk gehecht aan dit dienblaadje. Jammer.

Er moet hard geslagen worden, want de meeste kogels zitten behoorlijk vast. Vier tot vijf tikken minimaal. Hildo is blij dat hij zijn oordoppen op heeft. Bijtie, Hildo's kat, blijft onverstoorbaar in de kamer liggen... Dat is met een klein knalletje vuurwerk op oudejaarsavond wel even anders. Hildo is altijd veilig bezig, dat weet Bijtie, dus niets aan het handje.

 

22 februari 2014. Lee Liquid Alox vs Panlubing

Het geknoei met de Liquid Alox van Lee heeft Hildo even verruild voor het panluben. Liquid Alox laat resten achter in de kogelzet & krimp die. Dat kan resulteren in een te diep gezette kogel als u niet uitkijkt. Bovendien blijft het kleverig en worden de hulzen van uw patronen, als u ze los bij elkaar bewaart in een sok, ook plakkerig. Jakkie bah.

De gepanlubede kogel ziet u rechts staan. Mooi schoon met de vetgroef perfect gevuld. Kan het mooier? Hildo denkt van niet.

Teveel Liquid Alox?

Alvorens de Liquid Alox kogel te snel af te doen als een kliederkogel, zal Hildo het te zijner tijd nog eens opnieuw proberen. Liquid Alox verdunnen met terpentine en vervolgens met 50% bijenwas aanlengen schijnt, mits u de kogel zeer matig 'vet', goed te voldoen. Geen geplak meer en geen rommel in de die van de pers. Het proberen waard.

 

23 februari 2013. Trekker Tjoenen in Grunn op toafel... mienjong.

De trekkerdruk van de 1911 is iets van 2,5 kilo, dus hier kan wat aan worden verbeterd. Iets van 1,5 kilo valt binnen de wedstrijdnorm en dat zou het schieten stukken veraangenamen en de resultaten ongetwijfeld verbeteren. Hildo heeft het pistool voor de eerste keer helemaal uit elkaar gehaald. Hoe moeilijk kan het zijn? Even wat instructievideootjes op Youtube bekijken van gekke Amerikanen die er mee aan het rommelen zijn en hij krijgt al snel een indruk van hoe en waarom het gaat. Het uit elkaar halen is, zelfs voor iemand die niet erg handig is, goed te doen.

Speciaal gereedschap

Natuurlijk heeft u voor het tunen van de trekker speciaal gereedschap nodig, te verkrijgen via Brownells. Dat is een Amerikaanse wapenhandel die onder meer een hele sortering gereedschap op de markt brengt die de wapenhersteller nodig heeft om dit soort werk naar behoren te kunnen doen. Voor waarschijnlijk iets van 200 dollar koopt u de noodzakelijke gereedschappen, maar daar komen nog verzendkosten, inklaringskosten en BTW over heen. De laatste keer dat Hildo wat uit Amerika bestelde, wat gietblokken, viel het behoorlijk tegen. Die 200 Amerikaanse dollars kunnen zo maar 300 Europese euro's worden, schat hij. Dat staat in geen enkele verhouding tot het pistool zelf dat goedkoper was. Een beetje eenmalig slijpen en polijsten, is alles wat er moet gebeuren en dan is de investering gewoon te hoog. Geen wonder dat schutters voor dit klusje hun wapens wegbrengen.

Maar laten zitten dan?

Welnee zeg. Gewoon proberen. Risico is er niet, u weet Hildo is altijd veilig bezig en dat gaat niet in het gedrang komen. Honder procent veiligheid is waar Hildo voor gaat. Als het mis gaat, dan betekent dat alleen dat hij nieuwe onderdelen moet kopen. In ieder geval is het leerproces in volle gang en het is erg interessant, dat is mechanische techniek altijd. Het meer dan honderd jaar oude design van deze 1911 laat Hildo een staaltje doordachte techniek zien en het is ronduit verbazingwekkend dat de hele toestand nog gewoon werkt ook.

 

Vijlen

Het duurt even voor de 1911 in onderdelen op tafel ligt, maar het demonteren blijkt achteraf erg mee te vallen. Die Youtube video's zijn erg handig en stukken interessanter dan de TV. Dan komt het bewerken van de tuimelaar. Dat dient te gebeuren met een speciale steen, maar die heeft Hildo niet. Een gewone vijl is wel erg grof, dus probeert hij het met een nagelvijltje van een nagelknipper. Het valt Hildo op dat het materiaal van de Norinco knetterhard is, misschien wel harder dan de vijl van de nagelknipper. Er lijkt niet veel te gebeuren, maar veel is ook niet nodig.

De montage

Het heeft even wat voeten in aarde, maar uiteindelijk lukt het Hildo, met weer een ander Youtube filmpje, zowaar de 1911 weer in elkaar te zetten én alles werkt weer zoals het hoort. De trekker gaat nog steeds zwaar. Of misschien nóg zwaarder dan ie al ging? Het te snel of vanzelf afgaan lijkt in ieder geval geen probleem. Volgende stap is uitproberen op de schietbaan.

 

26 februari 2014. Verkoperde semi-wadcutters voor 45 ACP

Volmantel kogels zijn gegoten kogels waar een dunne koperen mantel omheen geperst is. Een relatief duur procedé. Goedkoper zijn loden kogels die elektrolytisch verkoperd worden, en dát zijn de exemplaren die u hierboven ziet liggen. Het grote voordeel is dat u, net als met volmantels, niet hoeft te kliederen met het invetten. Ze kunnen zo verschoten worden en het dunne koperen laagje zou voldoende bescherming moeten bieden om het wapen te vrijwaren van loodafzetting. Hildo kreeg ze zomaar van een collega-schutter, erg aardig natuurlijk, en zal ze binnenkort gebruiken om te herladen. Deze kogels hebben een brede krimprand, mooi voor goed en uniform krimpen.

Zelf uw kogels verkoperen?

'In principe is het mogelijk', meent Hildo, net zoals dat u zelf zou kunnen verzinken of verchromen. Het principe is hetzelfde. Maar Hildo laat dat voorlopig even voor wat het is. Nogal giftige componenten en daarnaast de aanschaf van het een en ander aan apparatuur. Als het schip met geld dan toch binnen mocht lopen, ziet Hildo een snellere, wellicht zelf progressieve, pers als een betere aanschaf.

 

28 februari 2014. 45 ACP munitiedozen

Dit is het betere werk. Weg met die kogelsokken! Er zit vrijwel geen loze ruimte in deze dozen, dus maximale efficiëntie is gewaarborgd. Stapelbaar zijn ze ook. Ze passen daarmee erg goed in de kluis. Verschillende ladingen zijn prima te noteren en bij te houden. Zelfs verschillende soorten hulzen zijn te sorteren, mocht u dat willen. Voor vijf euro per goed sluitende en doorzichtige doos kunt u 100 patronen kwijt en dat, meent Hildo, maakt dit een goede koop.

 

12 maart 2014. Schietkaart Norinco

96 stuks op de kaart. De vier missende kogels? Naast de kaart of door hetzelfde gat gevlogen. Maakt niet uit, het was prima schieten. Op een aantal weigeringen na, want daar heeft de Norinco met de 452-200 kogel toch iets last van.

 

16 maart 2014. 200 nieuwe 45 ACP Starline hulzen

Ouwe en nieuwe hulzen, wat zit er voor verschil in? De iets van 300 oude 45 ACP hulzen die Hildo heeft, zijn een allegaartje van allerlei merken en leeftijden. Dit is goed te merken tijdens het herladen: Bij gebruik van 100 hulzen vertonen er na een schietsessie altijd een paar scheurtjes aan de hulsmond. Daarom heeft Hildo besloten een set nieuwe hulzen aan te schaffen. Zo kan hij zien of een huls na een x-aantal maal herladen begint te scheuren door, bijvoorbeeld, het hard worden van het materiaal. In ieder geval zijn nu alle hulzen gelijk en in theorie zou dat bij het schieten een meer consistent patroon moeten opleveren. Of de investering in nieuw materiaal zin heeft, met name dat het zal resulteren in merkbaar verbeterde schietresultaten, zal blijken.

Het herladen van de nieuwe hulzen

Hildo zet de slaghoedjes met de hand met de RCBS hand priming tool. Met deze tool is goed te voelen hoe de primer de primerpocket in schuift. Dat gaat prima. Het zundgat is mooi rond zonder rafelige randen. Sommige merken fabriekspatronen hebben slordig gestanste zundgaten, maar de Starline is een nette huls. Omdat de huls nieuw is, laat Hildo het full length sizen achterwege. Maar het trompen van de huls, de bovenkant iets uitzetten zodat de kogel erin kan, gaat onverwacht zwaar. Ondanks het gebruik van een carbide die set, is het noodzakelijk de nieuwe huls iets in te vetten. Het lijkt er op dat wanneer u eenmaal met de huls geschoten heeft, er ook na het schoonmaken iets van vettigheid op de huls blijft zitten want apart invetten heeft Hildo tot op heden met geen enkele gebruikte 45 ACP huls hoeven doen. Een fractie olijfolie doet wonderen. Het krimpen van de kogels voelt uniform aan, het lijkt goed.

 

23 maart 2014. Lee 452-230 gietblok na 2000 kogels

Hildo zegt het nogmaals: gieten met een zesvoudig gietblok geniet de voorkeur! Het gietblok is wel duurder, maar het extra geld bent u op een gegeven moment vergeten. Van de verhoogde kogelproductie blijft u genieten.

Openen van de nog koude mal is lastig

De mal voorverwarmen is een goed idee. Pas wel op voor eventueel kromtrekken. Als de mal nog niet op temperatuur is, zullen de kogels vanzelfsprekend van slechte kwaliteit zijn, maar een belangrijker probleem is dat de snijplaat van de mal dan moeilijk te bewegen is omdat het lood te koud en dus te hard is. Wat u dan kunt doen, is telkens één kogel gieten, niet aldoor in dezelfde gietholte natuurlijk. Die ene kogel afsnijden is wel goed te doen en al doende wordt het blok steeds warmer en kunt u langzaamaan steeds meer kogels gieten totdat de snijplaat ook goed te openen is met zes kogels. Als het gietblok goed op temperatuur is, kunt u in verhouding tot een tweevoudig gietblok echt in sneltreinvaart kogels produceren. Hildo zal daarom nooit meer een tweevoudig blok kopen als er ook een zesvoudige uitvoering van is. Een enkelvoudig blok is pas écht afzien wat snelheid betreft, de kogels zijn naderhand natuurlijk wel van betere kwaliteit omdat ze allemaal uit dezelfde gietholte komen en minder onderlinge afwijkingen zullen vertonen

 

1 april 2014. 45 ACP Doelzoekers

Tijdens de laatste zwartkruitwedstrijd hoorde Hildo dat in bepaalde regio's in India kogels worden gebruikt met oogjes. De resultaten daarmee schijnen uitstekend te zijn omdat de kogels blijkbaar kunnen 'zien' waar het doel is. Nu is Hildo tamelijk kritisch en niet bijgelovig, dus dit lijkt hem wel een érg sterk verhaal. Maar het is een poging waard. De kogels komen uit de 452-200 gietmal van Lee, de lading is 3,2 grain Vectan BA10. Behalve de oogjes niets speciaals.

De resultaten: volle bak!

Verbluffend! Allemaal tienen! Dit had Hildo niet verwacht, het werkt écht! Weliswaar één afzwaaier, op 10 uur in de drie, maar dat zal de kogel links op de bovenste foto zijn. Die is een beetje scheel.

Voortaan schieten met doelzoekers?

Nee. Dit zou oneerlijk zijn ten opzichte van collega-schutters. De winnaar moet bepaald kunnen worden op grond van het schiettalent en niet door het gebruik van uitzonderlijke munitie. Wat Hildo betreft, zou de KNSA topschutters best mogen controleren op het oneigenlijke gebruik van doelzoekkogels want de scores van sommige toppers zouden een weldenkend mens kunnen doen twijfelen over de wijze waarop deze bereikt zijn.

 

3 april 2014. Weigerachtige Murom primers?

'Murom slaghoedjes die weigeren zijn een probleem van het verleden', zo las Hildo ergens op een Amerikaans forum. De eerste batch van 1000 ging goed, de tweede serie van 1000 is nog lang niet op, maar heeft al wel twee weigeraars er tussen. U ziet daarvan eentje op de foto hierboven. De slagpin heeft de primer wel goed geraakt. Hildo heeft het nog een keer geprobeerd, maar het slaghoedje doet niets. De prijs is niet slecht, maar wellicht is er toch een klein probleempje met Murom. Of Hildo had gewoon pech.

 

11 april 2014. De 1911 vs BFR revolver... opgelegd!

Op de knieën, ellebogen op tafel en zo precies mogelijk richten. Zo kan er niet veel gewiebeld worden. Lastig is wel dat Hildo de keep-korrel niet goed kan zien omdat hij nu niet met een uitgestrekte arm schiet, het beeld is wat waziger. De BFR heeft de lange loop als voordeel en de daarmee grotere afstand tussen keep en korrel. Het nadeel voor de BFR is dat het geladen is met een 45 ACP 452-228 kogel. Die kogel is duidelijk kleiner dan de 457/458 diameter die de 45-70 patroon nodig heeft. Maar er zijn geen kantelende kogels te zien en de BFR is, zelfs met deze te kleine diameter kogel, de duidelijke winnaar.

 

11 april 2014. Pop, pop, clack. 'The Wadcutter Jam'

Dit lag in de lijn der verwachting. Deze wadcutter mist hetzelfde wat de andere niet goed functionerende kogels ook missen, namelijk een ronde neus. Het kameren, de aanvoer zo u wilt, is en blijft een probleem. De oplossing is simpel en goedkoop... niet meer gebruiken.

 

A) 21 april 2014. Trekker Tjoenen poging 2

Een nieuwe sear (tuimelaar), hoofdveer en multiveer. Dan nog een paar schroefjes voor de greepplaatjes omdat het draad van twee huidige schroefjes niet best is. Als Hildo nu wat verknoeit, kan hij zo een reservedeel uit voorraad pakken.

Belangrijk

Als u iets verandert, moet u maar één ding per keer veranderen. Dan weet u wat welk verschil maakt. Hildo is eigenwijs en verandert alles in één keer: 'Als alles mis gaat, vervang ik alles weer door de originele onderdelen en dan doet ie het weer net zoals daarvoor'.

 

C) 21 april 2014. Trekker Tjoenen poging 2

De hoofdveer zit in het onderste gedeelte van de greep, aan de achterkant. Die uítstekende ijzeren klomp met die ribbeltjes erop. Hildo wist niet eens dat daar nog een veer binnenin zat. Ha... niet verder vertellen hoor. Zowel op de onder- als bovenkant komt een kap. De montage van de hoofdveer is een kwestie van induwen en een kleine paspen terug in de hoofdveerbehuizing duwen zodat de veer er niet meer uitspringen kan.

Resultaat?

De haan is gemakkelijker te spannen en de trekkerdruk is lager. Het is nog geen wedstrijdpistool, maar in ieder geval is het beter. Hildo vuurt twee lege hulzen met een nieuwe primer af om te zien of de hamer nog genoeg kracht heeft, ze gaan beide prima af en de deuk in de primer is duidelijk en diep. Goedgekeurd.

 


3) 23 april 2014. El Presidente met Hildo's 1911... De verrassing!
De rode gaten zijn van El Presidente, goed voor.. 57 punten?
Hildo schoot met El Presidentes CZ maar liefst 76 punten en... wint daarmee onverwacht het duel, hoe is het mogelijk!

'Ik kan hier niks mee', aldus El Presidente, die vol verbazing naar zijn net met de Norinco 1911 geschoten kaart staat te staren, het lijkt wel een sterrenbeeld! Soms, heel soms gebeuren er dingen die u absoluut niet verwacht.
Hildo dan nog een keertje met de 1911
Na El Presidente schiet Hildo zelf ook nog even tien stuks met zijn 1911, de blauwe gaten. De score valt met 14 punten meer duidelijk hoger uit, die drie in de tien maken het verschil!

El Presidente kan niet geloven wat er zich voor zijn ogen afspeelt. Evengoed, hij neemt het buitengewoon sportief op en vervolgt uiteraard met de klassieker: 'Ik wil revanche!'.
Wat is er gebeurd dan?
Hildo's drie tienen, da's al mazzel van het zuiverste water... en dan ook nog nét op dit moment. Bovendien heeft Hildo de laatste tijd veel met de weerbarstige 1911 geschoten en hij is de hogere trekkerdruk gewend. El Presidente is dat niet, hij schiet als wedstrijdschutter met goede wapens waarbij alles klopt. Daarin moet de oorzaak liggen.
Nog een paar schoten
El Presidente is inmiddels naar de kantine gegaan, wellicht iets minder vrolijk dan normaal, maar Hildo knalt in opperbeste stemming nog even door met de 1911. Opeens weet hij het zwart van de kaart niet eens meer te raken, maar dat ziet El Presidente niet meer. Een flinke dosis geluk mag u omhelzen als het voor uw neus staat.

 

Eerste serie 25 meter, 3 minuten

Makkie natuurlijk, u heeft tijd zat. Maar allemaal in de tien schieten blijft onveranderd lastig ondanks dat de kaart groter is dan een reguliere pistoolkaart.

 

Tweede serie 20 meter, 15 seconden

Een streep op de 25 meter-baan markeert de 20 meter afstand tot de kaart die nu verschoten wordt. Eindeloos staan te pielen en richten kan niet meer, 15 seconden gaan vlotter voorbij dan u denkt!

 

Vierde serie 15 meter, 9 seconden

Vijftien meter is vrij dicht op de kaart. Er wordt weer gewoon staand geschoten, maar ditmaal dient de schutter zes kogels te verdelen over drie kaarten. Dit is de leukste serie, wat Hildo betreft.

Opslag

Lekker snel knallen op drie kaarten brengt wel een nieuw probleem naar voren. Na het schot moet de schutter de loop weer naar beneden krijgen en erg snel opnieuw richten. Dan zijn negen seconden niet veel. De opslag is toch best aanwezig: de 230 grain kogel in Hildo's 1911 is stukken zwaarder dan eentje van een 9 mm of een 38 special wadcutter. Lichtere kogels als een wadcutter geven storingen in de aanvoer in de Norinco. In combinatie met de relatief onduidelijk richtmiddelen op de 1911 maakt dit de leukste maar tevens de lastigste serie. Het is Hildo nu ook duidelijk waarom de negen seconden serie op maar 15 meter verschoten wordt. De kogels moeten wel een beetje de kaart kunnen raken, ook in het geval van een wat mindere schutter, want schade schieten is niet de bedoeling.

 

Punten tellen

Er worden dus vier series verschoten en na elke serie worden de door de schutter behaalde punten geteld, genoteerd en de gaten afgeplakt. Dit neemt nogal wat tijd en onderbreekt telkens weer de schietwedstrijd. Persoonlijk vindt Hildo dat jammer, maar zo is de discipline nu eenmaal.

Hildo's score? 185 punten!

Naar het schijnt is 185 punten niet slecht, maar tijdens deze oefenwedstrijd met vier deelnemers was hij wel de laatste.

Ander wapen?

Kijk, nu komt het gedonder hè? Nu is zo'n koekenbak 1911 ineens niet meer goed genoeg. Met het vingertje in de loop van de 1911 blijkt de loop iets heen en weer te kunnen bewegen in de barrel bushing: Aha! Speling! En de trekkerdruk moet minimaal 1360 gram zijn, maar die van de 1911 is nog steeds veel hoger. Vlot wat zien door die standaard onduidelijke en niet afstelbare visiering valt ook niet mee. Mmmm, de beperking van de Norinco wordt ineens stukken duidelijker. Toch maar een nieuwe CZ 75 SP-01 Shadow dan?

 

2 mei 2014. Knalluh!

1e kaart: Even inschieten

Tweehonderd patronen meegenomen. Een Rock Chucker pers heeft z'n nadelen, want Hildo is echt uren bezig om ze klaar te krijgen. Het erdoor knallen gaat stukken vlotter, maar neemt ook nog best wel wat tijd in beslag.

2e kaart: Stand van de trekkervinger. Maakt het wat uit?

Dat maakt zeker wat uit, dat weet Hildo wel. Maar er 100 schoten doorheen schieten om te zien hoe de resultaten verschillen. heeft hij nog nooit gedaan.

De rode groep is geschoten met de vinger om de trekker heen, de trekker zit in de knik tussen het bovenste en tweede kootje van de wijsvinger.

De vinger te ver om de trekker heen laat duidelijk een afwijking zien. De loop wordt tijdens het trekker overhalen naar rechtsboven getrokken.

De blauwe groep is geschoten, zoals het hoort, met het bovenste kootje van de wijsvinger op de trekker. De keep zit nog steeds iets scheef, vandaar meer kogels aan de rechterkant van de kaart.

3e kaart Zwartkruit? Nah...

Het zit er niet meer in, Eleanor gaat vandaag ongebruikt weer mee naar huis want het wordt al laat en het is nog ver rijden. Jammer voor Eleanor, maar iets zegt Hildo dat haar volgende inzet niet lang meer op zich zal laten wachten.

 

11 mei 2014. 1911 trekker tjoenen poging 3

U bent vast niet onder de indruk van Hildo's trekker tuning-capaciteiten, net zo min als Hildo zelf, maar hij trekt hij zich er niets van aan en zet stug door. Ditmaal neemt hij de multiveer (sear spring) onder handen. De middelste van de drie stroken zorgt voor de druk die nodig is om de tuimelaar (sear) weer in het daarvoor bestemde sleufje van de hamer te laten haken. Als u de haan spant, hoort u 'klik', dat is de tuimelaar die inhaakt. Dat gebeurt onder druk van de middelste veer. Zou die veer de tuimelaar niet of te weinig aandrukken en de tuimelaar derhalve niet inhaken na het eerste schot, dan schiet de 1911 als een volautomaat door tot het magazijn leeg is. Dat is niet de bedoeling. Hildo buigt de sear spring iets naar achteren om de druk op de tuimelaar te iets te verkleinen, maar niet te veel. Hiermee zou de trekkerdruk moeten verminderen. Zie de foto voor (bovenste) en na (onderste) de behandeling.

Resultaat?

De veerdruk op de tuimelaar (sear) is nu iets minder. Hildo zet de 1911 weer in elkaar en spant de hamer. Gaat prima, de tuimelaar haakt probleemloos in. Dan een dummy patroon in de kamer en de trekker overhalen. Het lijkt lichter te gaan, niet superlicht, maar wel iets lichter.

 

11 mei 2014. Trekkerdruk meten

Hildo heeft geen professioneel trekkerdruk-meetapparaat, maar wel een digitale keukenweegschaal, een mestin uit het leger, wat loodbaartjes, een touwtje, een pen en wat plakband.

De huis-tuin-en-keukentechniek

U ziet Hildo bezig op de foto hierboven. Hij heeft een loodbaartje in een mestin op op de weegschaal gelegd. Hij tilt vervolgens het gewicht, met het touwtje om de trekker, langzaam op. Het gewicht daalt op de keukenweegschaal totdat 'klik', de trekker overgaat. Het gewicht dat bij de 'klik' op de keukenweegschaal staat moet worden afgetrokken van het totale startgewicht. Zo weet Hildo wat de trekkerdruk is van zijn 1911.

Geen touwtje door de trekkerbeugel!

Mocht u het ook eens willen proberen: u kunt niet zomaar een touwtje door de trekkerbeugel halen en er een gewicht aan vastmaken. Op die manier schuurt het touwtje tegen trekkerbeugel, frame en de greepplaatjes. Dat geeft extra wrijving en daarmee wordt de trekkerdruk-meting vertekend en is de uitkomst niet betrouwbaar.

Een pen op de trekker

Het touwtje dient volledig vrij te lopen van het wapen en alleen de trekker te beroeren. Hildo gebruikt een pen, een echte Parker zowaar, waar hij het touwtje omheen wikkelt. Hij plakt het touwtje aan de pen vast met plakband zodat het niet verglijdt. De pen ligt wat wiebelig op de trekker, maar het werkt.

Trekkerdruk?Nu rond de twee kilo, dus daar kan nog altijd 500 gram vanaf: 1500 gram zou mooi zijn en valt ruim binnen de minimumlimiet van 1360 gram die geldt voor de discipline 'militair pistool'. Hoe zwaar de trekkerdruk ooit was, weet Hildo niet, maar die twee kilo is in ieder geval al stukken lichter dan toen hij de Norinco kocht. Missie, relatief goed, geslaagd. Nu is het proberen op de schietbaan om in de praktijk aan te voelen of het nog te zwaar gaat.

 

11 mei 2014. 1911 Guide rod damper

Er zijn inmiddels zo'n drieduizend schoten met de 1911 afgevuurd. Het rubbertje dat de slede opvangt wanneer deze naar voren glijdt is aan vervanging toe. Gaat binnenkort gebeuren.

 

21 mei 2014. Schietkaart Norinco, verbetering?

Sinds de derde trekker tune-poging, van 11 mei jongstleden, heeft Hildo niet meer met de Norinco geschoten. De trekkerdruk is historisch laag met... twee kilo.

Van enige verbetering in de precisie lijkt zo op het oog nog geen sprake. De groepjes blijven onveranderd groot.

Elvis even knallen?

Elvis is ook al een topshot die bij SV de Vrijheid schiet en Nederlands Kampioen zijn is hem niet vreemd. Hij knalt met de Norinco, op Hildo's verzoek, vijf schoten in de kaart met een hand die uit steen gehouwen lijkt te zijn. Helaas, ook bij hem is van een klein groepje geen sprake. De Norinco is een wispelturige sproeier, dat is duidelijk.

Norinco tuning en... hoeveel mag het kosten?

Gelukkig is een 1911 net als een Harley: als u maar genoeg geld investeert, dan kunt u er van maken wat u maar wilt. Aftermarket onderdelen zijn in overvloed leverbaar om een 1911 naar nieuwe custom precisie levels te tillen. Zelfs een complete 1911 opbouwen uit custom onderdelen is geen probleem. Maar, wil Hildo die kant wel op? Anders gezegd: hoeveel mag een Norinco 1911 uiteindelijk gaan kosten om er een competitief wapen van te maken?

 


24 mei 2014. Knallen met een nieuwe barrel bushing!
En, wat denkt u ervan? Volgens Hildo heeft de barrel bushing wel degelijk een positieve invloed op de groep. Even voor de duidelijkheid: Hildo heeft eerst op onderkant zwart geschoten, daarna is hij verder omhoog en verder naar links gaan richten. De barrel bushing heeft klaarblijkelijk iets aan het richtpunt veranderd. Hij moet nu twee tot drie vingerbreedtes onder het middelpunt van de kaart en links tegen het zwart aan richten. De groep hád dus nog kleiner kunnen zijn als ie de hele tijd op één punt had gericht.

 


30 mei 2014. Schietkaart Norinco 1911 A1
Nadat het met de Walker niet zo goed ging, nog even knallen met de 1911. Dát gaat stukken beter, lijkt het. 'De barrel bushing heeft echt geholpen', meent een optimistische Hildo, 'nu alleen de trekker nog een keer goed tunen'. Die ingreep is straks ongetwijfeld duidelijk merkbaar.

 



31 mei 2014. Trekker tjoenen poging 4
Twee foto's. Voor de oriëntatie:  de loop wijst naar links. De paspennen van de sear en van de hamer heeft Hildo aan de buitenkant in het frame gezet, zo krijgt u een goede visuele indruk van hoe deze componenten op elkaar ingrijpen. Normaal zijn ze natuurlijk niet zo te zien omdat ze binnen in het frame gemonteerd zitten.
De bovenste afbeelding laat de hamer zien zoals de sear (tuimelaar) er in rust als de trekker gespannen is. Als u de trekker overhaalt, krijgt u wat u op de onderste afbeelding ziet. De sear houdt de hamer niet langer beet en onder druk van de hoofdveer zal de hamer tegen de klok in gaan draaien, richting de slagpin.
Wat het tunen inhoudt
Afgezien van andere componenten die wrijving veroorzaken, staat er natuurlijk nogal wat spanning op de sear als de hamer gespannen is. Als u de trekker overhaalt, schuift de sear uit de inkeping van de hamer. Hoe lichter dat gaat, hoe minder trekkerdruk u overwinnen moet. Het gebruik van een lichtere hoofdveer, het aanpassen van andere veren of polijsten van allerlei andere onderdelen laat Hildo nu even buiten beschouwing.
Vijlen
De hoek tussen sear en hamer is belangrijk. Als die niet goed is, zult u zien dat, wanneer u de trekker overhaalt, de sear de hamer zelfs eerst iets naar rechts (met de klok mee) roteert. Dat is fout, want daarmee drukt de trekker de hoofdveer iets verder in en dat resulteert in een hoge trekkerdruk. U kunt het spul natuurlijk ook zo vijlen dat de sear al vanzelf uit de hamer glijdt. Ook dat is fout, want u wilt geen pistool dat vanzelf afgaat en zelfs als volautomaat door kan blijven schieten omdat de sear niet meer goed of onbetrouwbaar inhaakt. Wat de eventuele risico's daarvan zijn, hoeft Hildo u niet uit te leggen. Het risico dat de sear door het vijlen uiteindelijk onbruikbaar wordt is vrij groot, daarom heeft Hildo voor deze tunepoging de originele sear gebruikt van de Norinco die hij vanwege de extreem hoge trekkerdruk een paar weken geleden heeft vervangen door een betere sear, die hij niet voor deze test wil gebruiken.
Hoeken aan de sear
Deze test heeft Hildo geprobeerd wat bij te leren over de verschillende hoeken tussen de sear en de hamer. De originele sear heeft zijn nut daarbij bewezen en kan nu de prullenbak in. Het polijstwerk na elke vijlsessie heeft Hildo gedaan met 1000 grid waterproof schuurpapier met water, dat geeft een aardig glad oppervlak.
Mocht u serieus willen gaan tunen, dan is ´vijlen´ niet aan te raden. U neemt al snel veel te veel materiaal weg, het gaat om fracties.
Hoek van de hamer
Hildo wil niet aan de hoek van de hamer vijlen. De sear zou er ongewenst uit kunnen glippen en dat mag niet. Hij probeert daarom de hoek van de sear op allerlei verantwoorde manieren aan te passen, maar het lukt hem niet een goed resultaat te krijgen. Het is onduidelijk wat nu precies wat veroorzaakt en hoe veilig dat in de praktijk is. En... daar houdt het onmiddellijk op, want u weet dat er uiteindelijk maar één ding belangrijk is in de schietsport: veiligheid!
Veiligheid?
Als u ziet hoe klein deze inkepingen zijn, vindt Hildo het eigenlijk een wonder dat alles gewoon heel blijft ondanks het geweld dat een pistool doorstaan moet bij elk schot. Zelfs na duizenden schoten blijft het allemaal functioneren. Maar goed, Hildo verwondert zich ook over het feit dat een Jumbojet vliegen kan. Techniek is erg leuk, maar er op vertrouwen heeft Hildo nog nooit gedaan want alle techniek kan het vroeger of later een keer laten afweten, net als een Jumbojet. De loop richting de kaart en een parachute om in de Jumbo is de beste optie.

 


2 juli 2014. Fortyfive Flower Power!
Plastic gripjes, in model geperst met een mooie klassieke gravure. Er zit zelfs een bloempje tussen de bladeren! De gripjes zijn van gewoon wit plastic, van de scrolls ziet u dan door het gebrek aan contrast tussen wit en wit weinig. Gelukkig brengt een spuitbus met matzwarte verf uitkomst, andere kleur kan natuurlijk ook. Eerst de gripjes loshalen van het pistool en vervolgens is het Spray & Pray! Maar het valt mee hoor, u kunt niets fout doen. Als u ze zwart gespoten heeft, even afnemen met een stuk keukenpapier dat voorzien is van een beetje thinner. Met het duidelijke contrast zijn de gripjes minimaal dubbel zo mooi, misschien nog wel mooier. Ze tillen het hele pistool naar nieuwe custom levels. Optisch dan.

 

 

 

 

 

 
 Back to Zwartkruit Index