Rolling Block Historie
Een .50 Zweeds zwartkruit militair geweer (1867-1874)

 Back to zwartkruit index    Tijgertje (Hildo's huidige Rolling Block)    Meester Hansson (in een dolle bui verkocht) 

De Zweedse Rolling Block

Het Rolling Block geweer is mooi, meent Hildo. De slanke vorm, het lange voorhout en de drie metalen loopbanden maakt van dit geweer een attractieve verschijning. Het gewicht is ongeveer 4280 gram, gewogen op de keukenweegschaal, en de lengte bedraagt ongeveer 135cm, opgemeten met de rolmaat. Deze Zweedse enkelshots achterladers werden uitgevoerd in het kaliber 12.7 x 44R (randvuur patroon) maar de meeste Rolling Blocks zijn in de loop de jaren omgebouwd naar een civiele uitvoering voor het sportschieten of jacht. Dat betekent dat de plaats van de slagpin is aangepast. Daardoor kan een iets modernere, en veel belangrijker, een herlaadbare centraalvuur patroon verschoten worden. Het kaliber is vrijwel gelijk aan de klassieke Amerikaanse 50-70 Government (leger) patroon, die van 1866 t/m 1872 in gebruik was voordat hij werd opgevolgd door de 45-70 Government in 1873. Dit zwartkruit geweer is voorzien van trekken en velden in de loop, in tegenstelling tot een gladloops musket, die de kogel om zijn as laat draaien. Vliegend door de lucht helpt het gyroscopische effect van de trekken en velden de kogel op koers te houden en het is duidelijk dat de effectieve afstand die geschoten kan worden veel groter is dan die van een gladloops musket. Het geweer wordt geladen door middel van één enkele forse patroon die achterin de loop geschoven wordt. Na het schot de lege huls eruit halen en een nieuwe patroon erin stoppen. Dat lukte een geoefend schutter 21 keer per minuut en dat is stukken sneller dan met de tot die tijd gebruikelijk voorladers. Jazeker, dit was Cutting Edge Technology! Van de producenten van Zweedse blocks was Carl Gustaf de grootste en heeft in totaal van 1867 t/m 1874 zo'n 100.000 tot 120.000 Rolling Blocks afgeleverd. Husqvarna Vapenfabriks AB was de andere grote en kwam tot zo'n 80.000 stuks.

 

Rolling Block techniek (klik tekening 800 pixels groot)

Kracht door eenvoud! Het Rolling Block systeem is waarschijnlijk een van de meest simpele en sterkste systemen die ooit bedacht zijn voor een enkelschots achterlaad patroon geweer. U spant eerst de haan (het donker grijze blok op de tekening) die om een as draait. Dan draait u het, ook om een as draaiende, laadklep 'breechblock' open (het lichtgrijze blok op de tekening) en stopt de patroon in de loop. U doet het laadklepje dicht. Als u de trekker overhaalt, draait de haan weer naar voren en het blok van de haan draait onder het blok van het laadklepje. Daardoor kan het laadklepje niet (onmogelijk) opendraaien tijdens het afvuren van het schot en is zelfs met tien olifanten niet open te krijgen omdat het blok van de haan onder het laadklep blok zit. Supersimpel, Super Sterk en Superveilig. Tijdens een wapentest destijds in België door een keurstation in Luik, waar officieel vuurwapens beproefd werden, werd een .50 Rolling Block eens geladen met 750 grain (!!) kruit, twee patches en 40(!) kogels. Vol van laadklep tot het uiteinde van de loop. Ondanks de mishandeling met een meer dan tienvoudige kruitlading en een loop verstopt met 40 kogels ging het wapen gewoon af en gebeurde er niets speciaals. Andere pogingen een Rolling Block met opzet op te blazen met zwartkruit waren eveneens niet succesvol.

 

De rollende blokken in detail

Nu niet zeggen wat ziet dat geweer er raar uit! Ok, het is wat gepit. Nou en? De rest van de oneffenheden zijn het resultaat van Hildo's conserveringsprobeersels. Wist u dat zonnebloemolie vreselijk plakkerig wordt als u het op een geweer smeert? Hildo niet. Daarom plakt niet alleen Hildo er zelf met zijn vingers aan vast maar ook de haren van zijn kat, al het stof wat langs waait en de roos van Hildo's hoofd. Tamelijk smakeloos. Geen zonnebloem olie weer.

Gesloten toestand

 

De haan is gespannen.

 

De laadklep kan nu pas geopend (achteruit gerold) worden omdat de haan (scharnierend op z'n 'rolling block' waaraan hij vast zit) gespannen is en daardoor ruimte maakt voor de rolling blok van de laadklep. Ingenieus, maar simpel.

De twee ronde bobbels op de kast zijn de uiteinden van de assen waarop beide blokken scharnieren.

 

De laadklep is volledig geopend. Nu kan de patroon de kamer (de loop) ingeschoven worden. U ziet aan de linkerkant van de loop een soort palletje zitten. Dit is de 'patroontrekker'. Hij komt naar buiten als u de laadklep opent en trekt tegelijk met het opengaan van de laadklep de lege huls een stukje uit de kamer. Dan kunt u de lege huls, met hele lompe vingers of zelfs met handschoenen aan in de Zweedse winter, makkelijk uit het wapen verwijderen.

 

De laadklep is weer gesloten. De patroon zit in de kamer. Nu is het oppassen want als u de trekker beroert gaat het wapen gelijk af. Dat is gelijk het linke aan dit Rolling Block systeem. Als u het wapen geladen heeft staat het op scherp. Het Amerikaanse leger vond dit te gevaarlijk en daarom heeft Remington de Rolling Block actie voor de Amerikaanse markt aangepast. Tijdens het sluiten van de laadklep rolt dan de haan direct mee naar voren, naar de 'half cock' beveiliging zodat onvoorzien afgaan niet mogelijk is.

 

Op 'half cock' zetten. U haalt de trekker over maar houdt de haan tegelijkertijd tegen en laat hem langzaam naar voren gaan, En niet laten flippen hoor want dan gaat ie af!! De trekker laat u los en u begeleidt de haan nog steeds verder naar voren. Dan bereikt de haan een punt wat 'half cock' genoemd wordt. De slagpin in het blok van de laadklep, die de patroon doet afgaan, wordt door de hamer niet bereikt. Nu kunt u de trekker overhalen maar het schot gaat niet af. Zo werd er vroeger met een geladen wapen rondgewandeld. Om het wapen af te schieten dient u wederom de haan te spannen, en door de trekker vervolgens over te halen gaat het wapen af. Boem! Nu wordt de 'half cock' stand niet meer gebruikt want op de schietbaan is rondwandelen met een geladen wapen de beste manier om direct geroyeerd te worden. Het is absoluut verboden.

 

 

 

Historie: Ontwikkeling van de Rolling Block

U staat natuurlijk te trappelen van ongeduld om meer over de historie van de Rolling Block aan de weet te komen. Nou, vooruit dan.

Wij gaan terug naar het jaar 1863 waarin ene Leonard Geiger met het idee kwam voor de techniek voor de Rolling Block. Hij kreeg daar een patent op en trad vervolgens in dienst van wapenfabrikant Remington die het nieuwe ontwerp wel zag zitten. Zijn baas, Joseph Rider, modificeerde het ontwerp in 1863-1864. Verdere ontwikkelingen in 1865-1866 leidden tot het Remington-Rider Rolling Block mechaniek, waarmee ook Hildo's Rolling Blok voorzien is. Het werd al snel bekend als een van de sterkste en meest betrouwbare enkel schots achterlaad systemen. Hoewel binnen Amerika de militaire afzet van de Rolling Block relatief beperkt bleef, werden de geweren wél en masse verkocht aan het buitenland. De opkomst van nieuwe grendel geweren verdreef de enkelschots achterlader meer en meer van het strijdtoneel maar sommige Rolling Blocks werden gebruikt tot in de eerste wereldoorlog, en door kleinere landen zelfs nog lang daarna. Voor de sportschutter en voor de jacht staat de grootkaliber Rolling Block nog steeds zijn mannetje. En als Hildo moest kiezen tussen slecht en nog slechter.... Geraakt worden door een modern wapen verdient de voorkeur boven de massieve (.50) kogel uit een Zweedse Rolling Block. Echt!

Niet gewenst in Amerika

Hoewel de Rolling Block van origine een Amerikaans wapen is, heeft het in thuisland Amerika nooit echt kunnen doorbreken.

Na het einde van de burgeroorlog in 1865 werd de aankoop van nieuwe wapens door het U.S. leger stop gezet en dat deed de wapenfabrikanten best pijn want die waren net lekker op gang. Gelukkig voor Remington... hadden ze net het Rolling Block project op stapel staan. Helaas voor Remington... afgezien van civiele verkopen kwamen ze niet verder dan 33.000 exemplaren voor het leger en de marine in Amerika. Om dat tegen de productie af te zetten: Remington maakte op hun hoogtijdagen 1600 geweren per dag!

De Springfield Armory, een grote Amerikaanse wapenfabrikant, was staatsbezit en zodoende werd later toch weer gekozen voor de Springfield Trapdoor model 1873, ondanks dat tijdens tests bleek dat de Rolling Block 21 patronen en de Springfield 19 patronen kon afvuren per minuut. De welbekende generaal George Armstrong Custer, die van de voor hem fout afgelopen slag om de Little Big Horn, bestelde zelfs een privé Rolling Block in gegraveerde uitvoering. Dit wapen beviel Custer dusdanig dat hij zelfs een bedankbrief schreef in 1873 naar Remington waarin hij de jachtkwaliteiten van het wapen uitgebreid roemde. Hoewel het Amerikaanse leger uitgerust werd met de Springfield Trapdoor, leek de rest van de wereld voor de Rolling Block te kiezen. Deze wapens, soms in iets afwijkende kalibers, werden gekocht van Remington maar ook vaak ter plaatse gebouwd onder licentie van Remington. In tientallen landen over de hele wereld, onder anderen Zweden, Noorwegen, Denemarken, Egypte, Argentinië, Luxemburg, Vaticaan Stad, Spanje, Uruguay, Mexico, China en Frankrijk werden de legers (soms gedeeltelijk) uitgerust met het Rolling Block type geweer. Het laatste model No. 5 werd gemaakt door Remington in de tijd van nitrokruit en de meeste militaire uitvoeringen daarvan verschoten de 7mm Mauser patroon, maar ook uitvoeringen in andere moderne leger kalibers zijn gemaakt.

In totaal zijn er meer dan een miljoen Rolling Blocks door Remington gemaakt en geëxporteerd, niet meetellend de onder licentie geproduceerde wapens, en dat betekent dat het een immens populair wapen geweest is. En dat is het bij de sportschutters van nu nog steeds. Verbazingwekkend is het dat in het huidige Amerika de Rolling Block niet erg bekend is... in tegenstelling tot in Europa. Met name de Deense, Noorse en Zweedse Rolling Blocks zijn nog steeds zeer gewild om de goede kwaliteit en ondanks dat de prijzen stijgen, zijn ze nog steeds betaalbaar voor de liefhebber.

Hildo heeft al een Rolling Block, nu u nog... tenzij u er al eentje heeft natuurlijk.

 

Het vizier

De Zweedse ladder vizieren waren ooit in 'alen' (= Zweedse voeten) maar vanaf 1879 zijn de vizieren van alle Model 1867 geweren verwijderd en vervangen door 'meter' vizieren. Aan de zijkant zit een indeling voor 120-180-240 en 300 meter en met het laddertje omhoog een gradatie van 350 tot 750 meter en helemaal bovenop de ladder zit het 900 meter keepje. Dát is ver schieten!

De foto's hieronder verduidelijken het geheel. Let u niet op de plakkende laag zonnebloem olie en haren die op het vizier zit? Dank u.

120 meter stand. Aan de andere kant staan gewoon de afstanden afgebeeld als '120', '180' etc. Foto even van de verkeerde kant gemaakt Hildo!

 

180 meter stand.

 

240 meter (Het laatste stapje is 300 meter, maar onze niet altijd even heldere Hildo is vergeten die te fotograferen).

 

Laddertje omhoog voor de extreme afstanden. Het schuifje staat nu op 400 meter. De cijfers 4, 5, 6 en 7 staan ingeslagen op de ladder. Die staan voor 400, 500, 600 en 700 meter. Helemaal onderaan staat een streepje dat 350 meter voorstelt en helemaal bovenaan een streepje wat naar Hildo's idee de 750 meter moet verbeelden.

 

Hier staat het schuifje in het midden wat 500 meter is.

 

De bovenste stand voor de schuif, en het vizier staat nu op 750 meter.

Ziet u het keepje bovenop de ladder zelf? Als u daar overheen kijkt werkt het vizier op de grootste afstand waarvoor het geschikt is: 900 meter!

Om een eenvoudige voorstelling te krijgen van dit soort afstanden: Let u eens op de groene paaltjes langs de snelweg. Deze staan om de honderd meter en negen van deze paaltjes op een rij is echt een gigantische afstand. Trefzekerheid op deze afstand lijkt discutabel, u hebt daarbij vast een flinke dosis geluk nodig. Hildo houdt het wel bij de 25, of misschien 50 meter op de schietbaan. Moeilijk genoeg!

 

 Back to zwartkruit index     Tijgertje (Hildo's huidige Rolling Block)     Meester Hansson (in een dolle bui verkocht)