Hildo's huidige Rolling Block: Tijgertje!
 
Een Zweedse Carl Gustaf uit 1868!

 BACK    Meester Hansson

8 juli 2007. Tijgertje

Het lijkt wel of Hildo op wacht staat. En u zit er niet eens zo ver vanaf want hij staat te wachten op zijn patatje met in Den Haag bij patatzaak Lijn11. Dat er een geweer in die plastic zak staat, valt helemaal niet op he? 'Een geweer'?, hoort Hildo u denken. Jazeker, een hele mooie Rolling Block in het kaliber 12.7 x 44 en die laat Hildo echt niet onbeheerd in z'n Volvo liggen. De aanschaf van een andere Rolling Block kon niet uitblijven na de verkoop van Meester Hansson op de schietbaan. Deze Zweedse Carl Gustaf luistert naar de naam Tijgertje omdat ie van die mooie tijgerstrepen op het hout heeft. Alles wat van ver komt is goed, dus Tijgertje is vast perfect.

 

Munitie

Tijgertje slikt patronen in de maat 12.7x44 en heeft daarmee het originele Zweedse kaliber. Meester Hansson, Hildo's eerste Rolling Block, was omgebouwd en deed het met 50-70 patronen. Waarschijnlijk omdat 50-70 hulzen makkelijker (en goedkoper) te krijgen zijn. De 12.7x44 en de 50-70 zijn vrijwel identiek behalve dat de 50-70 huls een iets (ongeveer 0.3mm) grotere diameter heeft aan de onderkant en ze een paar millimeter korter zijn. Hildo's 50-70 hulzen passen dus niet in Tijgertje. Met de toenemende interesse in antieke wapens is gelukkig weer van alles te krijgen voor deze geweren, ook nieuwe hulzen.

 

Conversie naar centraalvuur

Destijds werden alle Rolling Block geweren in randvuur geleverd. Een systeem waarbij de slagpin op de rand van de huls slaat. De groene pijl laat zien waar de randvuur slagpin gezeten heeft. De blauwe pijl laat de huidige centraalvuur slagpin zien. De In de loop de tijd zijn de meeste Rolling Blocks omgebouwd naar de modernere centraalvuur patroon toen de geweren in civiele handen kwamen. In tegenstelling tot de randvuurpatroon, is de centraalvuur patroon wel herlaadbaar. Dat is goedkoper schieten dus een logische ontwikkeling.

De rode pijl laat zien waar de patroon trekker zit. Als u het slot openmaakt om de afgeschoten huls te verwijderen trekt de patroontrekker de huls iets naar buiten zodat u hem makkelijk uit de loop kunt halen.

 

Voorkant van de loop

De korrel zit in het midden voor op de loop. De poetsstok ziet u onder de loop zitten en het stuk metaal aan de zijkant is de banjonet opname. Een banjonet heeft Hildo niet maar hij vindt het is wel zo leuk. Niet om mee te prikken maar wel omdat het wapen dan compleet is. De banjonet aanschaf staat nog op de agenda..

 

Gevlamd berkenhout

Het voorhout is van mooi gevlamd berken waarbij de lichtere delen iets dieper lijken weggesleten dan de, mogelijk wat hardere, donkere delen. Als u er van een hoek naar kijkt lijkt er een soort van diepte in het hout te zitten. Erg mooi, aldus Hildo. Aan de linkerkant van het voorhout, net voor de kast, is een stukje hout eruit gebroken maar dat valt niet erg op. De kolf is wat zwart, en ongetwijfeld weer blank op te schuren, maar Hildo laat het geweer mooi zo als het is. Wanneer een wapen er gebruikt uitziet geeft het alleen maar meer karakter, zegt Hildo, 'Een oude man van 80 heeft ook meer karakter in z'n gezicht dan het blote billen bekkie van een 16 jarige, toch? Rimpels zijn okay hoor'. Hildo begint nu 'Weg met plastische chirurgie' te scanderen, dus we laten hem even met rust alvorens verder te gaan.

 

31 augustus 2007. Tijgertje met de Lee .500-350 Minie kogel

Hildo heeft wat hulzen in het juiste 12.7 x 44 kaliber, dus de eerste schoten met Tijgertje zijn een feit. Geladen met 54 grain Explosia Jagdschwarzpulver 0 (FFFG), kogelvetpil en de .500-350 minie kogel. Een van Hildo's collega schutters, hier op de foto, schoot een negen met Tijgertje op 25 meter. Hildo denkt: Mazzel! Hij schoot zelf beroerd en wijt het probleem aan het wapen. Ach jee, denkt Hildo, terwijl hem een deja vu gevoel bekruipt: 'Tijgertje is geen haar beter dan Meester Hansson'!

 

7 september 2007. Schietkaart Tijgertje - Kogelvergelijk

De lading is dezelfde als vorige week. 54 grain Explosia kruit met kogelvetpil. Eerst schiet Hildo met de .504-370 Maxiball kogels die uit de Lyman giettang van Hildo's instructeur komen. Niet super maar min of meer iets bij elkaar in de buurt. Daarna met de .50-350 Minie... Dat is een ramp, u ziet het zelf. De kogels vliegen over de hele kaart heen en Hildo durft het niet eens meer 'groepering' te noemen. Hieruit blijkt dat er in ieder geval wel verschil zit in de resultaten tussen beide kogels. De Minie maakt in dit geweer helemaal niets klaar. De .504-370 is iets groter in diameter dan de Minie en met 370 grain (nagewogen 393 grain) ook iets zwaarder dan de 350 grain (nagewogen 361 grain) die de Minie op de schaal brengt. De volgende week neemt Hildo's instructeur nog weer een andere kogel mee... eentje uit een gietmal van Lee, de .50-320 REAL (Rifling Engraved At Loading) kogel.

 

Close-up Tijgertje patronen.

Dit zijn allemaal 12.7 x 44 hulzen, zoals ze standaard gebruikt worden in alle Zweedse Rolling Blocks, maar geladen met verschillende kogels. Links ziet u de Lee .50-350 Minie, in het midden de Lee .50-320 REAL en rechts de Lyman 504-370 Maxiball. Ziet u ook dat het hier al een keer afgeschoten hulzen betreft? Ze zijn een beetje bobbelig en opgezwollen. Met een herlaadpers kunt u ze resizen zodat de hulzen weer exact dezelfde afmetingen hebben als een nieuwe huls. Hildo heeft geen herlaadpers en drukt er gewoon weer een nieuwe kogel in om deze vervolgens opnieuw te verschieten. Dat gaat prima, maar de huls is wel iets wijder dan ie was. Daardoor zit de kogel er niet echt strak in en kan deze een beetje heen en weer wiebelen. Zou een scheefzittende kogel debet kunnen zijn aan het soms matige schietresultaat? Heeft Hildo een herlaadpers nodig?

Tijgertje historie.

Tijgertje is een relatief bijzondere Rolling Block omdat het een eerste model, M1867, Rolling Block betreft. Niet wereld schokkend, maar toch. Het bouwjaar is 1868 maar ondanks haar leeftijd, en het feit dat ze niet zo duur was, ziet ze er nog steeds relatief strak en pitting vrij uit.

 

Remington kast

De kast zelf is van de Amerikaanse wapenfabrikant Remington maar het geweer zelf is gemaakt door de Zweedse wapen fabriek Carl Gustaf. Deze combinatie maakt dat het een 1e model M67 Rolling Block betreft. Nadat de Zweden gekozen hadden voor de Rolling Block als legergeweer, als moderne opvolger van hun voorladers, kocht het Zweedse leger 20.000 kasten (sloten) van de Amerikaans wapenfabrikant Remington, en eveneens patenthouder van het Rolling Block systeem. Vervolgens maakten de Zweden de rest van het geweer zelf. Na de 20.000 Remington kasten besloten de Zweden dat ze vanaf die tijd de kasten ook zelf wel zouden kunnen maken, onder licentie van remington uiteraard. Vanaf die tijd waren de Zweedse Rolling Blocks dus een volledig Zweeds product. Waarschijnlijk kostenbesparing vermoed Hildo, of de mogelijkheid tot het maken van een hogere kwaliteit wapen. In ieder geval is Hildo's Tijgertje een Rolling Block van het eerste uur, half Amerikaans, half Zweeds.

De kast ziet er wat 'vlekkerig' uit maar het metaal is vrijwel superstrak en het hele wpaen is zonder pitting. Hildo speculeert dat deze Remington kast ooit vernikkeld is geweest. Veel zit er nog op maar waar het losgelaten heeft is het blanke metaal te zien.

 

Wapen nummers

Elke historische wapenkenner is dol op stempels en andere ingeslagen merktekens. want, omdat antieke wapens doorgaans hun mondje stijf dichthouden, kunt u daardoor goeddeels tóch de historie van het wapen herleiden. Tijgertje is geboren met wapennummer 14010, en het is ingeslagen op alle drie de loopbanden, op de loop zelf en op de stalen kolfplaat. Op het hout is het nummer slecht te lezen omdat het nogal is glad gesleten maar het geweer lijkt volledig nummergelijk te zijn. Het bouwjaar is 1868 maar dat staat, in tegenstelling tot de meeste Rolling Blocks, bij Tijgertje niet op haar kast maar op de onderkant van de loop. De loop dient eerst verwijderd te worden voor het bouwjaar te zien is. Later.

 

Ook bijzonder vindt Hildo de dikke nummers die op de linkerkant van hout van de kolf zijn ingeslagen. Gebruikelijk bij Noorse Rolling Blocks, maar Hildo heeft het tot op heden nauwelijks eerder bij een Zweedse Rolling Block gezien. Het nummer is "15R6K" met daaronder "No. 106". Even zoeken en voila! 15R6K staat voor 15e Regiment, 6e Compagnie. De compagnies in Linkoping bestonden uit 125 soldaten, en Tijgertje was geweer nummer 106. Tijgertje was dus toebedeeld aan een onbekende soldaat uit het Zweedse Linkoping in het jaar 1868. In de ronde uitsparing op de kolf heeft een koperen plaatje gezeten waarop het legeronderdeel stond waar het wapen bij ingedeeld was. Vreemd, meent Hildo, omdat deze info in het geval van Tijgertje ook al op de kolf zelf ingeslagen is. Misschien ooit het plaatje verloren tijdens haar diensttijd? Normalerwijze zijn deze koperen identiteits plaatjes meestal verwijderd op Zweedse Rolling Blocks. Waarom, wanneer en door wie weet Hildo niet.

Boven op de loop, net voor de kast, staat in het midden en kroontje met C, wat betekend dat het een Carl Gustaf betreft. Rechts daarvan staat "JS", wat het 'goedgekeurd' stempel was van de besiktningsofficer (wapen inspecteur) Pehr Johan Söderström. De man is geboren in 1843 en heeft van zijn 24e tot zijn 44e levensjaar, van 1867 tot 1887, voor Carl Gustaf als wapeninspecteur in Stockholm gewerkt. Enne Pehr, ze is nog steeds in schietwaardig hoor!

 

7 September 2007. Tijgertje met de Lyman .504-370 Maxiball kogel

Er was Hildo's instructeur verteld dat Minie's over het algemeen niet zo goed presteren in een Rolling Block. Hildo's instructeur meende dat hij daarom maar eens wat van zijn Lyman kogels moest proberen. Da's mooi, en hartstikke aardig, dus graag. Even een paar Minie's uit de hulzen getrokken en verwisseld met de Lyman .504-370 Maxiball. Dit is een kogelpunt met vlakke bodem, in tegenstelling tot de Miniepunt met holle bodem. Hildo naar de schietbaan met het 'vol verwachting klopt mijn hart' gevoel.

 

14 September 2007. Tijgertje met de Lee .50-320 REAL kogel

Lading: 54 grain Explosia kruit met kogelvetpil. Van Hildo's instructeur heeft Hildo een serie kogels, uit de gietmal van Lee, de .50-320 REAL (Rifling Engraved At Loading) kogel. Deze 320 grain zware kogel (nagewogen 315 grain) is een kogel die eigenlijk ontwikkeld is voor voorlaad geweren. De eerste ring aan de onderkant is maar .494" in diameter om het laden bij een voorlader te vergemakkelijken. De twee volgende ringen zijn .500" en de bovenste ring is .510" in diameter (Rifling Engraved At Loading, weet u nog?) om de velden beter te kunnen volgen. Leuk bedacht principe en het lijkt aardig te werken want deze kogel schiet beter dan de andere twee. Hildo's instructeur vraagt of Hildo de nog nieuwe Lee 50-320 REAL kogelgiettang over wil kopen, hij gebruikt 'm toch haast niet. Tuurlijk wil hij dat, en Hildo is weer een giettang rijker!

Leuk schieten

Deze avond stond vooral in het teken van leuk schieten en Hildo heeft daarom verschillende medeschutters met Tijgertje laten knallen, vandaar dat de groepering iets uit elkaar ligt. U moet weten dat onderling wapens uitwisselen, terwijl de eigenaar erbij blijft staan en indien nodig instructie geeft, tamelijk geregeld gebeurt. Op deze manier ervaren anderen ook hoe het is om met andere dan hun eigen wapens te schieten. Dat is prettig, want als iets u aanstaat kunt u zelf ook zoiets aanschaffen op basis van schietervaring. Toch mooi als een wapen naderhand niet tegenvalt. Hildo's eigen voorkeur kent u langzamerhand: Joekels van revolvers! 'Maar geweren zijn ook best leuk hoor', voegt hij er snel nog even aan toe.

 

 

 

 BACK    Meester Hansson