Hildo's Zwartkruit
En het geheim van de conische kogel!

 Back to Zwartkruit index 
 

Conische kogels, ballistiek en een probleem

Conische kogels ziet u hierboven en ballistiek is de wetenschap der vliegende objecten. In ons geval, wat voor baan beschrijft een kogel en waarom doet ie dat? Als u dat weet kunt rekening houden met verschillende zaken om ervoor te zorgen dat een projectiel precies dat doet wat het moet doen om exact in het doel uit te komen. Lijkt simpel maar dat valt tegen, anders was het geen wetenschap nietwaar? Er zijn zelfs veel meer dingen om rekening mee te houden dan u in eerste instantie zou denken. Echt!

Het Probleem

Conische kogels schieten niet zuiver in voorlaad revolvers. Dat is een feit, en het was ook al bekend tijdens de Amerikaanse burgeroorlog waarin men met voorlaad revolvers schoot die in principe identiek zijn aan die Hildo ook bezit. Omdat conische kogels iets langer zijn dan de ouderwetse ronde bal zijn ze zwaarder. Meer gewicht geeft meer knock-out power en dat is wel prettig als je in een oorlog zit. De knock-out power van de conische kogel bleek in de praktijk iets tegen te vallen, heeft Hildo gelezen, en bovendien niet erg zuiver schoot. Dit in tegenstelling tot de wel zuiver schietende ouderwetse ronde bal die bovendien lekker platslaat als hij het doel treft en daardoor grotere gaten en interne wonden bij het slachtoffer veroorzaakt. Niet alles wat nieuwer is is beter. Het grote nadeel van de ronde kogel? Aërodynamisch deugt ie niet en een conische kogel vliegt daardoor verder.

Maar waarom schiet een conische kogel niet zo zuiver in voorlaad revolvers?

Met stip op nummer 1 staat: Conische kogels worden snel scheef in de kamer geperst, gaat daardoor scheef de loop in, scheef door de loop heen, èn komt er scheef weer uit. Recht schieten kunt u dus wel shaken. Een simpele ronde bal kunt u, logischerwijze, nooit scheef in de kamer persen omdat ie rond is en hij komt er dus altijd recht weer uit.

Een langere conische kogel zou de oplossing kunnen zijn, sommige types voor voorlaad revolvers schijnen wel goed te schieten, maar dat zou de hoeveelheid kruit die u nog in het wapen kunt krijgen zodanig beperken dat er van slagkracht nauwelijks iets over blijft.

De Oplossing

Die is er pas als het duidelijk is waar het probleem precies zit. En is dat betekent zoeken op internet, praten met mensen die er verstand van hebben, zelf testen, proberen en filosoferen over de problemen en mogelijke oplossingen. Zomaar geloven doet Hildo niets, eerst zelf zien natuurlijk. Interessant om een 150 jaar oud probleem te lijf te gaan, aldus Hildo, en het houdt u van de straat.

 

Vijlen aan de Colt Walker

Probleem: De conische kogels kunnen, in de Uberti Colt Walker, helemaal niet geladen worden. De uitsparing waar de kogels bij de loop langs draaien alvorens in de trommel geperst te kunnen worden is te klein. Gelukkig is dit een heel simpel op te lossen probleem. Hildo neemt een vijl ter hand om de uitsparing iets groter te vijlen, waarbij het hem opvalt dat het staal van deze Italiaanse replica niet gehard is maar zelfs erg zacht is. Uitermate makkelijk te vijlen. Het heeft gevoelsmatig dezelfde hardheid als een stuk ijzeren staaf of pijp die u zo bij de ijzerhandel koopt, en dat had Hildo niet verwacht.

De uitsparing bij de loop waar de kogel langs moet draaien alvorens in de kamer geperst te worden is te klein.

De uitsparing iets ruimer gemaakt met een vijl, en nu wil het wel. Klaar alweer!

 

15 juni 2007, Schietkaart Rogers & Spencer met conische kogel

Opgelegd (steuntje onder de hand voor het meest constante resultaat) geschoten met de originele Rogers & Spencer revolver uit 1865. Projectiel de 450-200 Lee conische kogels met 32 grain Zwitsers kruit met vet bovenop de kogel, de kogelvetpillen waren op. De grote blauwe cirkel is het richtpunt. U ziet het goed, de Rogers & Spencer schiet erg laag, maar daar gaat het hier niet om. Het gaat wel om de groepering, en die is ronduit belabberd. Door tijdgebrek kon Hildo niet echt verder experimenteren met ronde kogels. Nog wel even geprobeerd, maar die gingen onder de kaart door. Hildo had al even niet met de Rogers & Spencer geschoten en was vergeten dat ie zo laag schiet.

Bijzonder is de relatief korte slag van de laadhevel. Met een conische kogel en 32 grain kruit krijgt Hildo de kogel net in de trommel. Met een ronde bal en 32 grain kruit krijgt Hildo maar nauwelijks de bal op het kruit omdat de ram niet verder naar beneden kan.

 

22 juni 2007. Trommel Walker met conicals

Om goede schieteigenschappen te krijgen met conische kogels moeten ze recht voor de loop zitten, zeker niet scheef, dat is Hildo duidelijk. Wanneer een kogel eenmaal scheef de loop ingaat blijft stabiliseert hij zichzelf niet meer en komt er uiteindelijk ook scheef weer uit, met een slechte groepering als gevolg. Hildo heeft dan ook zijn uiterste best gedaan om de conische kogels recht in de trommel te persen, en dat is volgens hem best goed gelukt. Op de bovenstaande foto ziet u een licht gekleurde ring om de kogels heen. Dat is het aandrukpunt van de pers. De kogel word verder door de pers niet geraakt, en dus ook niet vervormd. Vlak voor de voorkant van de kogel zelf de kamer in geperst word moet hij mooi vlak op de trommel aanliggen, even goed checken lichtjes drukken met de pers om u daarvan te vergewissen. Vanaf dat moment lijkt het Hildo onwaarschijnlijk dat de kogel nog echt scheef geperst kan worden, ze lijken er in ieder geval goed in te zitten. Dat op de afbeelding de kogels iets scheef lijken te zitten komt door het perspectief van de foto, in het echt is er van scheef zitten niets te zien.

 

12 oktober 2007. Rogers & Spencer

De Rogers & Spencer is een revolver met een grote kamer voor veel kruit, maar 34 grain in combinatie met een kogelvetpil en de conische kogels was een foute inschatting. Hildo kreeg de kogels er niet helemaal in; Teveel kruit en bovendien neemt de kogelvetpil onder de kogel ook weer wat ruimte in beslag. De kogels eruit krijgen valt ook niet mee dus met het mes aan het timmeren om de loden kogel plat te slaan zodat de trommel rond kan draaien. Dat werkt, maar van de punt op de kogel blijft niet veel over. Zie foto hier beneden. Schieten wil uiteindelijk probleemloos, zelfs met vierkante conische kogels.

 

19 oktober 2007. Schietkaart Rogers & Spencer

Met de parcoursbaan en het Encore pistool achter de rug, terug naar zwartkruit. Lading 36 grain Explosia, kogelvetpil en ronde bal. De conische kogel moest het doen met 29 grain Explosia kruit en kogelvetpil. Hildo is soms niet helemaal bij de les en zit rustig te richten waar hij met zijn andere revolvers ook richt: Onderaan het zwart. Dat gaat met de Rogers & Spencer niet goed natuurlijk want die schiet laag. Evengoed toch maar op het zelfde richtpunt door blijven schieten want anders blijft er van de groepering helemaal al niets over. Het valt Hildo op, en u waarschijnlijk ook, dat de ronde ballen aardig in het midden zitten en de conische kogels ditmaal behoorlijk naar links afwijken. Omdat er ditmaal verschillende gewichten kruit gebruikt is? Of toeval? Hildo krabt aan zijn hoofd, vreemd allemaal. U raadt het al. Volgende week weer, met dezelfde kogels en ladingen. Ooit moet Hildo toch een 'patroon' zien.

 

2 november 2007. Schietkaart Rogers & Spencer

Lading 29 grain Explosia kruit met conische kogels. 12 schoten met kogelvetpil onder de kogel, de laatste 6 zónder kogelvetpil. Lijkt het er nu op dat de revolver een beter groepje schiet zonder vetpil dan mét vetpil? Drie zitten aardig dicht bij elkaar, de ander drie echter weer niet. Misschien toeval of misschien niet?

Om toeval uit te sluiten, zou Hildo beter opgelegd (steuntje eronder) kunnen schieten maar dat is niet half zo leuk. Volgende week nog een keertje met de Rogers & Spencer met alleen ronde ballen. Zien of het ronde bal groepje dichter bij elkaar komt te liggen dan de conische kogel groepering, en of de vetpil wél of géén verschil uitmaakt. Hoe meer schietkaarten des te minder kan het toeval een rol spelen, het gaat om het gemiddelde. Bent u er intussen al zat van al dit geprobeer zonder duidelijke resultaten? Hildo niet hoor!

 

16 november 2007. Schietkaart Colt Walker

Kruitlading 45 grain Explosia Jagdschwarzpulver 0. Geschoten met ronde en conische kogels, beide mét vetpil onder de kogel. Dit resultaat is niet slecht, gezien het feit dat Hildo vanavond een niet al te vaste hand had. Behalve dat het richtpunt van conische kogels lager ligt dan die van de ronde ballen, lijkt er geen noemenswaardig verschil in trefzekerheid tussen beide projectielen te bestaan. De Walker schiet lekkerder dan de Rogers & Spencer vindt Hildo. Hij moest er echt weer even aan wennen want sommige schoten 'ontsnapten' omdat de trekkerdruk toch een stuk lager ligt dan die van de Rogers & Spencer. Het inpersen van de kogels is ook al prettiger omdat de laadhevel van de Walker dikker én langer is, daardoor ligt de hevel beter in de hand. De slag van de kogelpers zelf is stukken langer en het is makkelijk om de kogels dieper in de trommel te persen. Dat is handig al u zowel lange conische kogels als korte ronde ballen verschiet met dezelfde kruitlading, zoals vanavond gebeurt is. De ronde kogels liggen dan natuurlijk een stuk dieper dan de conische.

 

Hildo's eindoordeel:

Er zijn nogal wat variabelen die tijdens deze testsessies een rol gespeeld hebben. De grootste variabele factor is ongetwijfeld Hildo's eigen middelmatigheid als schutter. Hildo moet toegeven dat de conische kogel waarschijnlijk inderdaad iets minder zuiver schiet dan de ronde kogel, maar dat wisten we allemaal al. Wat Hildo, en u als lezer, dan uiteindelijk met deze testresultaten opgeschoten is?

Euhhhh.... maar het was wél leuk om te doen!

 

 Back to Zwartkruit index 

Trekken en velden

In vrijwel alle vuurwapens van na ongeveer 1850 zitten er 'gedraaide groeven' in een loop. Dat zijn de trekken (diepe gedeeltes) en velden (hoge gedeeltes). Uitermate belangrijk om zuiver te kunnen schieten. Omdat de kogeldiameter iets groter is dan de binnendiameter van de loop wordt de kogel, terwijl hij de trekken en velden volgt, rondgedraaid terwijl hij door de loop heengaat.

Door die rotatie krijgt de kogel, u kent het het gyroscopisch effect ongetwijfeld, stabiliteit tijdens zijn vlucht en dat houdt hem veel beter op koers dan een kogel die niet om zijn eigen as draait. Heel belangrijk want als een kogel eenmaal het wapen verlaten heeft is de kogelbaan verder niet meer te beïnvloeden.

Wat is spoed?

Als u een spoed heeft van 1:48 betekend dat dat de kogel precies 1 omwenteling gemaakt heeft na 48 inch (48 x 2.54 = 123cm) in de loop  te hebben afgelegd.

De spoed in Hildo's voorlaad revolvers

Hildo heeft het op het oog gedaan en gelooft dat hij niet ver van de waarden afzit die hij u hieronder geeft.

De Colt Walker 1:18. Met zeven ondiepe trekken

Een 1/2 rotatie over de lengte van de 9" loop geeft een spoed van 1:18

De hierboven afgebeelde foto is de loop van de Walker.

De Rogers & Spencer 1:30. Met vijf diepere trekken

1/4 rotatie over de lengte van de 7 1/2" loop geeft een spoed van 1:30

De Colt Dragoon 1:60. Met zeven ondiepe trekken en een trage spoed

1/8 rotatie over de lengte van de 7 1/2" loop geeft een spoed van slechts 1:60

 

De trekken en velden van de Rogers en Spencer zijn duidelijk dieper dan die van de Walker en Dragoon. Hildo weet niet of dat wat uitmaakt.

 

De LEE .450-200 kogel

Ze komen er iets anders uit de LEE gietmal dan Hildo in gedachten had. De officiële opgegeven maat van deze kogel is .450", maar deze kogel is helemaal geen .450 maar kleiner, alleen bij de onderste ring, en groter verder naar de punt. De kogel loopt als het ware een beetje taps. Deze kogel is specifiek ontworpen voor gebruik in voorlaad revolvers. Natuurlijk gedaan om hem in het begin toch goed in de kamer te kunnen persen, het daarop volgende dikkere gedeelte zorgt voor een goede strakke passing en dat ie straks niet begint te 'strippen' (glijden over de trekken en velden in de loop). Aha, knikt Hildo goedkeurend 'Prima bedacht hoor'. Of het een beetje schiet moet eerst nog even geprobeerd worden natuurlijk. Hildo schat dat hij zo'n 100 stuks, alweer niet geheel perfect kogels, gegoten heeft. Perfecte kogels gieten valt niet mee, ach, zolang ze maar schietbaar zijn vindt hij. Hij heeft in ieder geval meer dan genoeg om deze .450-200 eens goed aan de tand te voelen.

8 juni 2007. Schietkaart Colt Walker ronde bal en conische kogel

Enkelhandig geschoten met de Walker. De grote blauwe cirkel is het richtpunt (de Walker wijkt een beetje af, en bijstellen kan niet). De 12  rode gaten zijn de ronde .457-138 grain ballen met 54 grain Explosia kruit, de groene zijn de .450-200 grain  (nagemeten .458) conische kogels met 45 grain Explosia kruit. Beide projectielen geschoten met vetpil onder de kogel. Met conische kogels past er iets minder kruit in omdat deze kogels langer zijn.

Afgezien van de rode afzwaaier onderin lijken de ronde ballen aardig bij elkaar te liggen, niet onaardig voor Hildo's doen. Maar de conische kogels, zoals Hildo al vermoedde, liggen duidelijk verder uit elkaar. Ze schieten gewoon niet zo goed maar waarom blijft speculeren. Worden ze makkelijk iets scheef de kamer ingeperst? De gaten zijn wel mooi rond dus ze kwamen niet dwars door de kaart gevlogen. Ondanks minder kruit is de terugslag iets groter vanwege het hogere gewicht. De conische kogels komen nog hoger in de kaart uit dan de ronde ballen. Door de terugslag gaat de loop al iets omhoog voordat de conische kogel de loop uit is, bovendien zit de kogel langer in de loop omdat hij langzamer door de loop heengaat vanwege het grotere gewicht en het gebruik van minder kruit. Logisch dat de gaten hoger in de kaart zitten ondanks dat er minder kruit gebruikt is.

Hildo's voorlopige conclusie over deze Lee conische kogels kan maar eentje zijn: Wilt u goede schietresultaten behalen, blijft u maar gewoon bij de ronde ballen. Die doen het bij u vast ook beter.

 

22 juni 2007. Schietkaart Colt Walker & Colt Dragoon

De grote gekleurde stippen zijn het richtpunt van de betreffende revolver. Vandaag opgelegd geschoten met de Walker en de Dragoon. De Dragoon was geladen met 37 grain Zwitsers kruit en kogelvetpil onder de kogel. De Walker was geladen met 45 grain Zwitsers en kogelvetpil.

De Walker verrassing

U kunt het direct zien. De Walker geladen met ronde ballen (12 rode gaten) of geladen met conische kogels (12 groene gaten) zijn wat accuratesse betreft eigenlijk gelijk. Waar de schietkaart van 8 juni een groot verschil laat zien tussen de groepering van de conische kogels en de ronde ballen leek er vandaag nauwelijks verschil te bestaan. Hoe dat kan is Hildo niet duidelijk. Het enige verschil met 8 juni was dat ditmaal gebruik gemaakt werd van een kogelvetpil onder de kogel en ander (Zwitsers) kruit. Mogelijk heeft Hildo de conische kogels ditmaal wel recht de cilinder ingeperst. Mogelijk is het toeval. Later nogmaals testen dus... Hildo komt er wel uit hoor!

De Dragoon

Er zit een groot verschil tussen de lopen van Dragoon en de Walker. De loop van de Walker heeft een veel snellere spoed dan de Dragoon. De groepering van de Dragoon is niet zo goed als die van de Walker, en dat ligt eigenlijk in de lijn der verwachting. Een zwaardere of langere, kogel heeft meer spoed nodig dan een ronde bal om zuiver te vliegen. Hildo's conische kogels zijn zowel zwaarder als langer dan de ronde ballen. Helaas ontbrak het aan tijd om ook nog een serie ronde ballen met de Dragoon te verschieten. Het zou interessant geweest zijn om ook de ronde bal groepering van de Dragoon te kunnen vergelijken. Geeft niets, dat komt nog wel!

 

7 juli 2007. Schietkaart Colt Dragoon

Opgelegd geschoten met de Dragoon. Geladen met 37 grain Zwitsers kruit met kogelvetpil onder de kogel. De grote gekleurde stippen zijn wederom Point Of Aim (richtpunt). Hildo richt een beetje lager met de conische kogels omdat die altijd iets hoger in de kaart uitkomen. In vergelijking met de Walker schietkaart lijkt de Dragoon iets onnauwkeuriger te schieten, met zowel de conische kogel als de ronde bal. Het kan toeval zijn, dus volgende week herhaalt Hildo de test om te zien of de resultaten consistent zijn. Niets aan het toeval overlaten, dat doen echte wetenschappers ook niet. Wordt vervolgd!

 

12 oktober 2007. Schietkaart Rogers & Spencer

Geschoten met 34 grain Explosia Jagdschwarzpulver 0 (FFFG) en een kogelvetpil. De vierkant geslagen conische kogels ziet u in rood, de ronde ballen in groen. In beide gevallen ligt het groepje nogal een stukje uit elkaar. Hildo denkt dat ie zijn dag niet had. Volgende week een nieuwe poging. Wederom met de kogelvetpil maar de kruitlading word 36 grain voor de ronde ballen en minder, 29 grain kruit, voor de conische kogels.

 

26 oktober 2007. Schietkaart Rogers & Spencer

Kruitlading 36 grain Explosia Jagdschwarzpulver 0, kogelvetpil en ronde bal. Aan de conische kogels kwam hij deze week niet meer toe, dus, volgende week weer!

 

9 november 2007. Schietkaart Rogers & Spencer

Kruitlading 36 grain Explosia Jagdschwarzpulver 0, ronde bal en zowel mét als zonder kogelvetpil onder de kogel. Hildo heeft ditmaal rechtsboven het zwarte vlak gericht om de kogels beter in het midden te krijgen, de Rogers & Spencer wijkt nu eenmaal iets af. Lastig omdat u alleen maar een wit vlak ziet tijdens het richten. Voor de groepering maakt het natuurlijk geen verschil. In totaal 36 kogels verschoten en de resultaten zijn interessant. Analyseert u even mee?

De eerste 18 zijn verschoten mét vetpil, de groepering is niet slecht voor Hildo's doen. De volgende 12 (de groene gaten) zijn verschoten zonder vetpil, en ook geen vet voorop de kogel. Geheel 'droog' dus, iets wat Hildo anders nooit doet. De eerste zes gingen goed. De volgende zes een stuk minder. Aan de kleurtjes kunt u het niet zien, maar ze waaierden stukken verder uit elkaar. vervuiling van de loop? De tweede serie van 6 kogels was ook stukken moeilijker te laden omdat de trommel waarschijnlijk veel droger was. De groepering van deze 2e serie van 6 is ronduit beroerd. De derde serie van zes (de blauwe gaten) werd weer geschoten met kogelvetpil. Het laden ging direct al weer iets makkelijker maar de groepering is volledig zoek. Hildo weet niet waarom, nog steeds een vuile loop of is het de vermoeidheid die toesloeg? Veel vragen maar weinig antwoorden. Hildo krabt eens op zijn hoofd. Volgende keer mét en zónder vetpil schieten eens proberen met een andere revolver. De Walker maar want dat is, mogelijk door de lange loop en de snelle spoed, toch het best schietende wapen volgens Hildo.

 

23 november 2007. Schietkaart Colt Walker

Kruitlading 45 grain Explosia Jagdschwarzpulver 0. Geschoten met ronde en conische kogels, beide mét vetpil onder de kogel. Dit is de identieke lading die vorige week ook geschoten werd. U ziet hier het verschil, een verschil dat er eigenlijk niet zou mogen zijn omdat alles hetzelfde is. Het verschil is daarom eenduidig terug te voeren op het niet consistente schieten van Hildo zelf. Het wapen in een 'richt apparaat' vastklemmen is de enige duidelijke oplossing. Ha, ha, lacht Hildo, 'Dát doen we niet natuurlijk'. Hildo meent dat gewoon schieten veel leuker is, en wie kan hem daarin ongelijk geven? De grote gekleurde vlekken zijn de richtpunten. Dit is een betere weergave van een richtpunt als een kleine stip want Hildo heeft niet zo'n vaste hand en de revolverloop zwaait toch echt wel wat over de kaart heen en weer tijdens het richten. De richtmiddelen (het vizier) van zo'n zwartkruit revolver is ook niet direct het neusje van de zalm, Hildo heeft het er al vaker over gehad, en een beetje mazzel hebben dat het schot net op het goede moment afgaat hoort er ook nog bij.