Hildo's Zwartkruit! (page 29)
Een replica Virginia Richmond... Sjakie!

 BACK


Een Belgische replica van de Virginia Manufactory 2nd. model flintlock pistol in...  .58!

 

Een originele Virginia Manufactory 2nd. model (klik foto's groter)

Dit model is van 1812 tot en met 1815 gemaakt door de Virginia Manufactory of Arms, in een aantal van 4252 stuks, althans volgens de achtste editie van de Flayderman Guide. Het is de opvolger van het bekende 'Harpers Ferry' pistool van 1805. De wapens lijken veel op elkaar, alleen de pompstokconstructie is duidelijk verschillend. De door FAUL/Centaure geproduceerde replica lijkt een vrijwel perfecte kopie, goed gekopieerd dus.

 

De scharnierende pompstok

Deze accessoire is ook te vinden op met name Engelse legerwapens. Uitermate effectief om verlies te voorkomen, want de pompstok kan niet uit de bevestiging wegglijden vanwege de verdikking op het eind van de pompstok.

 

Het slot

Ooit heeft iemand waarschijnlijk gedacht dat het wapen er met een laagje chroom beter uit zou zien, foute gedachte. Afgezien van het gruwelijke chroom ziet het pistool er netjes uit. Het zundgat iets links van de pan en relatief laag. Het moet nog blijken of het toch vlot ontsteekt. De batterijveer moet de batterij iets tegenhouden wanneer de vuursteen de batterij raakt, maar de pandeksel moet natuurlijk wel open gaan. De veer zorgt er tevens voor dat de pan open blijft. Dat lukt bij Sjakie allemaal maar matig omdat de veer slap is. Van vonken komt sowieso niet veel want daarvoor is de hoofdveer veel te slap. Voor zowel de batterijveer als de hoofdveer dienen nieuwe exemplaren gemaakt te worden.

 

Houtwerk

Het hout verkeert in prima staat en laat duidelijk zien dat er met dit wapen nooit veel geschoten is. Brandend zundkruit laat uiteindelijk behoorlijk wat zwarte (brand)sporen achter op het hout en daarvan is zeer weinig te zien. Van uitdroging of scheuren is geen sprake.

Pasvorm

Het hang- en sluitwerk zit redelijk in het hout, maar het is geen toonbeeld van hoe mooi het zou kunnen. Best nog wel wat kieren en hier en daar diepteverschil, maar over het geheel genomen heeft het pistool een acceptabele afwerking.

 

Onderkant van de loop

Niets te zien, behalve twee keer het nummer 7. Dit nummer komt ook voor op de binnenzijde van het steenslot.

 

Merktekens op de loop

Op de afbeelding hierboven ziet u boven de zwarte streep de, ietwat wazige. afbeelding van een Centaure Virginia Richmond (Virginia Manufactory 2nd. model) die destijds geïmporteerd is door de Amerikaanse distributeur Centennial Arms. Bij Sjakie, de Europese uitvoering, is waarschijnlijk alleen het ELG teken ingeslagen. Het ELG proefmerk is vrijwel geheel van de loop geslepen, alvorens de loop te verchromen. Erg jammer, nog afgezien van het feit dat een verchroomde loop er absoluut niet uit ziet. Slechts een klein gedeelte van het het bekende ELG met sterretje (eindkeuringsproefmerk), welke na 1893 alleen nog is gebruikt voor in België geproduceerde voorladers, resteert nog.

                __________________________________________ 

 

 

2 februari 2014. Foker gasbrander!

Na het debacle met de elektrische kookplaat, de thermostaat slaat te vroeg af, is Hildo voor een oplossing gegaan die veel duurder is (37 euro excl. verzendkosten), maar het zeker doet. Dit is een Foker 'industrie' gasbrander van gietijzer met drie aanschroefbare aluminium poten, een joekel van een ding en veel groter dan Hildo voor ogen had. In diameter iets te groot voor de loodpan, maar de vuurzee (de brander kan nog veel hoger) maakt alles goed. Bijkomend voordeel: 100 liter soep maken voor een heel weeshuis behoort nu zeker tot de mogelijkheden.

5 kilo gasfles

De energievoorziening is gegarandeerd door middel van een 5 kilo gasfles. Kleiner is snel leeg, groter maakt de gasfles lomp, zwaar en onhandig.

 

2 februari 2014. Wiellood gesmolten

Met een flinke vlam eronder is het smelten een fluitje van een cent. De metalen clips die aan het wiellood zitten, komen samen met andere ongerechtigheden bovendrijven. Even afscheppen, wat fluxen en wat resteert is prima lood.

 

2 februari 2014. Loodbaartjes

Hildo heeft het al eerder gezegd en hij zegt het nog eens: De reguliere gietijzeren gietmal van RCBS, LEE, etc., is mooi maar vreselijk duur en met name veel te klein om grote hoeveelheden lood in baartjes te gieten. Het stollen van het lood duurt veel te lang en het gieten van loodbaartjes schiet daardoor niet op. Een paar euro metalen bakvormen doen het uitstekend en deze loden hartjes passen goed in een Lee Pro 4-20 smeltoven.

 

2 februari 2014. Het geheim van mooie wielloodkogels

De eerste gietsessie met van wiellood gegoten kogels liet te wensen over. Hildo gelooft toch dat er iets van zink in het lood gebruikt wordt, misschien een alternatieve manier van harden door de wielloodfabrikanten? Kan maar zo want Zink is veel harder dan lood. Hildo heeft daarom elk wiellood op hardheid gecheckt voordat deze de smeltpot inging. Kwestie van prikken met een scherp voorwerp. Er zaten geen afwijkende wielloodjes tussen.

Hoe kogels van wiellood wél mooi worden

Het gietblok mag niet te heet worden tijdens het gieten. Gebeurt dat wel, dan krijgen de kogels het aluminium verzinkte uiterlijk en verliezen ze hun glans een paar seconden nadat ze uit de gietmal vallen. Even het gietblok laten afkoelen alvorens verder te gieten, is een hele verbetering. Gaat niet zo snel, maar de kogels worden wel wat mooier. Of ze ook beter zijn/schieten, weet Hildo niet.

 

5 februari 2014. Schietkaart Norinco... de Zwartkruit way!

Twee series van 13 schoten, de hoogste tien tellen. Het centrum van het gat bepaalt de score. Precies net zoals er bij zwartkruit geteld wordt en, niet geheel onverwacht, moet de 1911 het behoorlijk afleggen tegen Hildo's zwartkruit revolvers. Niet alle nieuwere techniek is beter. Of Hildo's patronen sucken big time. Kan.

 

7 februari 2014. Hulzen sorteren

Hildo's 45 ACP hulzen bestaan uit bij elkaar gezochte en gekregen exemplaren. Tijd voor een grote sorteeractie in een poging de schietresultaten naar een hoger niveau te krijgen. Hulsafwijkingen tussen de verschillende fabrikanten zijn relatief eenvoudig op te lossen: gewoon de hulzen van dezelfde fabrikant bij elkaar houden scheelt allicht. Maar er zijn meer merken dan Hildo verwachtte. Elk wit papiertje staat voor een fabrikant/hulssoort en het zijn 26 verschillende. Drie soorten springen er in aantallen uit en deze worden apart gehouden om batches 'supermunitie' te maken. De rest gaat op een hoop en daarmee wordt 'ik knal maar wat munitie' gemaakt.

 

7 februari 2014. Factory crimp die: Back to factory specs.

Veel herladers decappen en full length sizen hulzen in één keer aan het begin van de herlaadcyclus. Hildo deed dat ook eventjes, totdat hij overging naar het systeem van een losse decapper die, net zoals bij zijn 45-70 en 12.7 x 44R zwartkruitpatronen, en de hulzen niet full length sizet. In principe is full length sizen zinloos wanneer u de hulzen hergebruikt in hetzelfde wapen. Als de huls eruit gekomen is, kan ie er ook weer in. Dat is waar, maar bij zijn 45 ACP patronen merkt Hildo dat hij de krimp niet goed krijgt ondanks de 452 diameter van de verder ongesizede kogel. De kogels blijven allemaal te los zitten. Ze zijn soms ondanks een stevige krimp zelfs naar binnen te drukken met de vinger. Iets wat natuurlijk nooit mag gebeuren!

Overleg aan de stamtafel: Full length sizen is noodzakelijk!

Kruitloze Jan meent dat full length sizen noodzakelijk is. Hildo waagt dat te betwijfelen, maar gaat toch een serie herladen met full length gesizede hulzen. De uitkomst is simpel: Kruitloze Jan heeft gelijk! Nu zitten de kogels na het zetten en krimpen prima vast in de huls. Hildo was in de veronderstelling dat een taper crimp de hele zijkant van de patroon zou krimpen. Dit in tegenstelling tot een roll crimp zoals bij revolvers gebruikelijk is, maar dat is niet het geval. Net als bij een roll crimp wordt ook bij de Lee 45 ACP taper crimp die set de huls met name aan de bovenste rand omgezet. In principe wordt de tromp, noodzakelijk om een kogel de huls in te kunnen persen, weer terug gedrukt. Full length sizen is in ieder geval de way to go, zoals het nu lijkt.

Te dikke patronen!

Als u uw kogels van te voren niet op maat sized gaat dit alles gaat goed totdat u een erg dik uitgevallen exemplaar hebt, dan krijgt u de reeds herladen patroon niet gekamerd. De patroon is te dik!

LEE factory carbide crimp die

Hildo haalt de loop uit het pistool en probeert hij alle patronen handmatig te kameren en komt er eentje tegen die er niet ingaat. Te dik dus. Dan komt de factory crimp die goed van pas. U kunt er mee taper krimpen, maar geen kogels zetten. Onderin deze factory crimp die zit een carbide (knetterharde) metalen ring. De niet te kameren patroon plaatst u op de ram van de pers en u brengt de ram omhoog. De binnenmaat van de carbide ring heeft dezelfde maat als de buitendiameter die voor 45 ACP patronen de standaard is. U drukt uw kant en klare maar te dikke patroon door de die. De hulsbuitendiameter wordt zodoende weer naar de juiste fabrieksmaat teruggebracht en uw patroon is vervolgens te kameren als ware het een fabriekspatroon.

Niet noodzakelijk

Handig als u een Factory Crimp Die heeft, maar niet absoluut noodzakelijk. De patronen uit elkaar kloppen met de ontlaadhamer en opnieuw laden kan natuurlijk altijd. Beter is het uw kogels te sizen, wat Hildo nu doet, naar .452. Hildo is nog geen te dikke patroon meer tegengekomen.

 

8 februari 2014. Knalluh met de 1911!

Na drie series met Eleanor nog even los met de 1911. Met de 163 'ik knal maar wat' patronen naar de schietbaan en met alleen maar lege hulzen naar huis. Hildo heeft twee kaarten verschoten. Dit is een foto van één van deze kaarten, de andere heeft hij niet gefotografeerd want het voegt weinig toe.

Leuk om te doen?

Het gebrek aan precisie is nog steeds stuitend. En dat zou best eens kunnen liggen aan de immense trekkerdruk die moet overwonnen voordat het schot afgaat.

'Hmmm...' denkt Hildo. 'Hmmm...', denkt ie nogmaals.

 

12 februari 2013. Straks met de 1911 maar eerst... Eleanor!

De Norinco 1911 A1 is een klassieker, mooi pistool. Toch is er iets wat mist, behalve de tienen. En de hoeveelheid kogels die richting de kaart gaan, maakt dat gemis niet goed. De laatste tijd, het is u wellicht opgevallen, schiet Hildo wel met de 1911 maar niet zonder een zwartkruitwapen bij zich te hebben én ermee te schieten. Als Hildo alleen het nitropistool zou hebben stopte hij vast met de schietsport, het boeit gewoon niet. De techniek is leuk, uitproberen ook, en straks een wedstrijdje schieten, okay... maar het is het gewoon niet. Zonder voorladers is het schieten gewoon niks! U kunt niet zeggen dat Hildo het niet geprobeerd heeft, maar die nitrotoestanden? Het pakt hem op dit moment nog even niet, kan nog komen natuurlijk.

 

14 februari 2014. Knallen voor een prikkie!

Hildo's CCI large pistol slaghoedjes zijn alweer op. Dat gaat snel, sneller dan verwacht. CCI slaghoedjes worden gemaakt in de USA en kosten 47,50 euro. Murom slaghoedjes worden gemaakt in Rusland en kosten 30,50 euro per duizend. Er zijn wisselende berichten op het wereldwijde web over de Murom kwaliteit. Er schijnt een serie geweest te zijn die niet goed was, maar dat probleem speelt niet meer. Een Kalashnikov doet het altijd. Dikke kans dat daar ook Murom slaghoedjes in zitten, dus Hildo wil wel eens wat proberen. Zeventien euro goedkoper, dat is geen kattenpis. Het is 4,7 cent of 3 cent per schot aan slaghoedjes.

Wat is het verschil in de praktijk?

Hildo merkt geen verschil. Optisch wel een beetje, CCI slaghoedjes zijn vernikkeld en de Murom hebben een messingkleur. Binnenin zijn de CCI primers geel, die van Murom rood. Het primen van de huls gaat niet zwaarder of lichter en ook merkt hij in het schieten geen verschil. In de hardheid van de primer lijkt ook al geen verschil te zitten. Niets mis met die Muroms. Hildo is er blij mee.

 

14 februari 2014. 80 patronen ontladen

Oordopjes in en zo hard mogelijk meppen op het dienblad waarop Hildo altijd zijn pizza's nuttigt. Het dienblad wordt ongelijkmatig belast omdat het vloertje in Hildo's keukentje niet overal even vlak is. En ja hoor...dienblad gescheurd, de laatste pizza is er op gegeten. Balen, Hildo was tamelijk gehecht aan dit dienblaadje. Jammer.

Er moet hard geslagen worden, want de meeste kogels zitten behoorlijk vast. Vier tot vijf tikken minimaal. Hildo is blij dat hij zijn oordoppen op heeft. Bijtie, Hildo's kat, blijft onverstoorbaar in de kamer liggen... Dat is met een klein knalletje vuurwerk op oudejaarsavond wel even anders. Hildo is altijd veilig bezig, dat weet Bijtie, dus niets aan het handje.

 

16 februari 2014. Eleanor & de BFR

Zwartkruitzondag op de club. Elke derde zondag van de maand komen de meeste zwartkruitschutters van SV de Vrijheid bijeen, tenzij er een of ander westernweekend wordt georganiseerd. Dan wordt het wel eens afgeblazen of wordt de datum verschoven. Zwartkruitschutters van andere clubs worden echt niet weggestuurd en wilt u weten wanneer er weer eentje gehouden wordt? Dan even contact opnemen met het bestuur van de Vrijheid te Hoogeveen.

Schietkaart Eleanor

Niet slecht met 88 punten, het geweer schiet soms zelfs nog beter dan Hildo verwacht. Net of de kogels magisch naar het centrum van de kaart toegetrokken worden.... een bovennatuurlijk fenomeen. Zou het?

Schietkaart BFR

Nog wat patronen over met de Blackpowder Express voorlaadkogel erin. Eigenlijk zijn ze met 452 te dun voor de 45-70 die het normaal met iets van 457-458 kogels doet, maar het schiet nog best redelijk en ze gaan zelfs mooi recht door de kaart. Hildo had deze gemaakt voor het houtblokschieten eind vorig jaar. De Blackpowder Express geeft betere effecten dan lichte kogels, maar de terugslag is tamelijk heftig. Het richtpunt ligt ongeveer een halve kaart onder de kaart zelf en het is een beetje gokken waar te richten om in de 10 uit te komen.

 

22 februari 2014. Lee Liquid Alox vs Panlubing

Het geknoei met de Liquid Alox van Lee heeft Hildo even verruild voor het panluben. Liquid Alox laat resten achter in de kogelzet & krimp die. Dat kan resulteren in een te diep gezette kogel als u niet uitkijkt. Bovendien blijft het kleverig en worden de hulzen van uw patronen, als u ze los bij elkaar bewaart in een sok, ook plakkerig. Jakkie bah.

De gepanlubede kogel ziet u rechts staan. Mooi schoon met de vetgroef perfect gevuld. Kan het mooier? Hildo denkt van niet.

Teveel Liquid Alox?

Alvorens de Liquid Alox kogel te snel af te doen als een kliederkogel, zal Hildo het te zijner tijd nog eens opnieuw proberen. Liquid Alox verdunnen met terpentine en vervolgens met 50% bijenwas aanlengen schijnt, mits u de kogel zeer matig 'vet', goed te voldoen. Geen geplak meer en geen rommel in de die van de pers. Het proberen waard.

 

22 februari 2014. Panluben

Maar eerst even wat panluben. Er passen ruim 150 kogels in deze siliconen bakvorm. Even smelten in de oven, laten afkoelen en alvorens de kogels helemaal koud zijn, ze er met een tang uittrekken. De tang geeft een kleine beschadiging aan de kop, maar dat is alleen een optisch probleem. Het maakt voor de schietresultaten niets uit. Wel zorgen dat de hele handel horizontaal staat, maar dat spreekt voor zich.

 

Precisiewerkje

Hildo heeft dus geen specialistisch gereedschap en het aanpassen van de trekkerdruk is een verschrikkelijk precisiewerkje. De onderdeeltjes die in elkaar haken en die, nadat de trekker wordt overgehaald, loshaken zijn superklein. Als hij iets verkeerd weghaalt, kan dat zomaar resulteren in eigenschappen die niet wenselijk zijn. Zoals te zwaar, niet lekker, te licht, of zomaar afgaan. De Norinco kan zelfs veranderen in een volautomatische 1911.

 

Vijlen

Het duurt even voor de 1911 in onderdelen op tafel ligt, maar het demonteren blijkt achteraf erg mee te vallen. Die Youtube video's zijn erg handig en stukken interessanter dan de TV. Dan komt het bewerken van de tuimelaar. Dat dient te gebeuren met een speciale steen, maar die heeft Hildo niet. Een gewone vijl is wel erg grof, dus probeert hij het met een nagelvijltje van een nagelknipper. Het valt Hildo op dat het materiaal van de Norinco knetterhard is, misschien wel harder dan de vijl van de nagelknipper. Er lijkt niet veel te gebeuren, maar veel is ook niet nodig.

De montage

Het heeft even wat voeten in aarde, maar uiteindelijk lukt het Hildo, met weer een ander Youtube filmpje, zowaar de 1911 weer in elkaar te zetten én alles werkt weer zoals het hoort. De trekker gaat nog steeds zwaar. Of misschien nóg zwaarder dan ie al ging? Het te snel of vanzelf afgaan lijkt in ieder geval geen probleem. Volgende stap is uitproberen op de schietbaan.

 

26 februari 2014. Zwartkruit met de BFR

U weet dat Hildo de laatste tijd tamelijk veel met de Norinco 1911 schiet. Evengoed blijft hij erbij dat, wanneer hij dat doet, er in ieder geval nog een ander wapen moet zijn waarbij zwartkruit de voortdrijvende lading is. Als hij niet ook met zwartkruit heeft geschoten, is het... niet compleet. Vandaar: ditmaal de BFR mee om de laatste patronen er door te knallen.

Laag richtpunt

Het richtpunt is bij de BFR extreem afhankelijk van de lading. Tenzij u met een volle lading nitro schiet, komt de revolver altijd veel te hoog af en de keep lager zetten kan niet. Met een 520 grain kogel moet er zomaar een halve meter beneden de kaart gericht worden! Met lichtere kogels gaat het beter. Deze 292 grain Lyman kogel vliegt natuurlijk sneller dan zo'n vreselijk zware klomp lood en is daardoor de loop al uit voordat de loop omhoog komt. Het kogelgewicht maakt in ieder geval veel uit en Hildo schiet teveel ladingen en kogels door elkaar om iedere keer de afwijking snel juist te kunnen compenseren. Wanneer hij direct het juiste richtpunt had aangehouden, ditmaal in het midden ter hoogte van de 4, zou de score hoger geweest zijn.

Serie patronen

Binnenkort gaat Hildo in de weer om een serie patronen te maken met een relatief vriendelijk schietende lading en deze lichte 292 grain kogel. Wedden dat u het in de resultaten zult kunnen zien? Hij verwacht een score van misschien wel iets boven de 80, mits hij een goede dag heeft. Het wapen schiet goed maar het blijft strubbelen met het hoge gewicht.

 

28 februari 2014. 45 ACP munitiedozen

Dit is het betere werk. Weg met die kogelsokken! Er zit vrijwel geen loze ruimte in deze dozen, dus maximale efficiëntie is gewaarborgd. Stapelbaar zijn ze ook. Ze passen daarmee erg goed in de kluis. Verschillende ladingen zijn prima te noteren en bij te houden. Zelfs verschillende soorten hulzen zijn te sorteren, mocht u dat willen. Voor vijf euro per goed sluitende en doorzichtige doos kunt u 100 patronen kwijt en dat, meent Hildo, maakt dit een goede koop.

 

1 maart 2014. Knallen met de 452-540 Blackpowder Express!

De Hensel 452-540 Blackpowder Express kogel weegt in het echt maar tegen de 520 grain en heeft, zoals u zich wellicht nog kunt herinneren, een groot probleem. Hildo noemt 'm ook wel de 'kantelkogel'. Nog eens een poging, misschien staan de sterren goed. Met 62 grain Zwitsers erachter is het duur schieten, maar het krachtige kruit geeft de kogel een flinke oplawaai, noodzakelijk om de kogel te laten opstuiken zodat deze zich goed in de trekken weet te zetten. Tijdens het schieten is de verhoging van de kruitlading goed merkbaar: even opletten dat het geweer goed in de schouder staat, dan is het goed te doen.

1e serie (bovenste foto)

Voor de goede orde: het eerste schot is een olieschot. Goed om de loop en ontsteking goed op gang te krijgen. Ach, ook ditmaal lijkt het weer niets. Ondanks de hoeveelheid kruit kantelt de kogel dat het een lieve lust is. Ze komen wel een stuk hoger af, dat komt door de verhoging van de kruitlading.

2e serie (onderste foto)

Nu wordt het kruit geladen en de kogel gezet met een schoonmaakpatch, vochtig gemaakt met kruitoplosser. Misschien schiet het wapen beter met een schonere loop. Maar het maakt niet echt verschil. Alle kogels gaan wel iets schuin, de een wat meer dan de ander. Verder dan zes kogels komt Hildo niet, want hij heeft zijn kruit verschoten. Letterlijk.

 

10 maart 2014. 45-70 gereduceerd met rijst

Een revolver in het kaliber 45-70 is een flinke handvol. Het gaat er niet alleen om dat de BFR een groot en zwaar wapen is, maar de terugslag bij elk schot is ook aanmerkelijk. Lichtere kogels en gereduceerd laden is de oplossing: minder kruit gaat minder hard.

Vulmiddel

Bij nitrokruit hoeft het niet, maar bij het gebruik van zwartkruit moet de lege ruimte tussen kruit en kogel worden opgevuld om detonatie of andere ongewenste piekdrukken te vermijden. Waarom bij zwartkruit wel en bij nitrokruit niet, is Hildo nog even onduidelijk, komt later nog een keer. De lege ruimte tussen kruit en kogel opvullen kan met van alles en nog wat. Couscous is waarschijnlijk het meest gebruikte vulmiddel. Hildo heeft de laatste tijd ook wel droog koffiedik gebruikt, had ie toch liggen. Ditmaal is rijst aan de beurt.

Met kogelviltje

Omdat de rijstkorrels behoorlijk grof zijn, kan het kruit tussen de rijst gaan zitten als u wat met de patroon schudt. Voor een constante verbranding mag dat niet gebeuren. Daarom eerst het kruit in de huls en daarna een 12 mm rond kartonnen viltje, gestanst uit een bierviltje, op het kruit geduwd. Het viltje is iets groter dan de diameter van de huls en zit mooi strak en dicht goed af.

Rijst scheppen

Met de huls in uw hand kunt u vervolgens de rijst zo uit een bak pakken en vanuit uw vingers in de huls laten vallen tot de huls bijna vol is, geen moeilijk geschep of anderszins geknoei. Bij het zetten van de kogel hoort Hildo de rijst kraken, lichte krimp op de kogel... Dit is 'm helemaal!

 

12 maart 2014. Schietkaart Norinco

96 stuks op de kaart. De vier missende kogels? Naast de kaart of door hetzelfde gat gevlogen. Maakt niet uit, het was prima schieten. Op een aantal weigeringen na, want daar heeft de Norinco met de 452-200 kogel toch iets last van.

 

16 maart 2014. 200 nieuwe 45 ACP Starline hulzen

Ouwe en nieuwe hulzen, wat zit er voor verschil in? De iets van 300 oude 45 ACP hulzen die Hildo heeft, zijn een allegaartje van allerlei merken en leeftijden. Dit is goed te merken tijdens het herladen: Bij gebruik van 100 hulzen vertonen er na een schietsessie altijd een paar scheurtjes aan de hulsmond. Daarom heeft Hildo besloten een set nieuwe hulzen aan te schaffen. Zo kan hij zien of een huls na een x-aantal maal herladen begint te scheuren door, bijvoorbeeld, het hard worden van het materiaal. In ieder geval zijn nu alle hulzen gelijk en in theorie zou dat bij het schieten een meer consistent patroon moeten opleveren. Of de investering in nieuw materiaal zin heeft, met name dat het zal resulteren in merkbaar verbeterde schietresultaten, zal blijken.

Het herladen van de nieuwe hulzen

Hildo zet de slaghoedjes met de hand met de RCBS hand priming tool. Met deze tool is goed te voelen hoe de primer de primerpocket in schuift. Dat gaat prima. Het zundgat is mooi rond zonder rafelige randen. Sommige merken fabriekspatronen hebben slordig gestanste zundgaten, maar de Starline is een nette huls. Omdat de huls nieuw is, laat Hildo het full length sizen achterwege. Maar het trompen van de huls, de bovenkant iets uitzetten zodat de kogel erin kan, gaat onverwacht zwaar. Ondanks het gebruik van een carbide die set, is het noodzakelijk de nieuwe huls iets in te vetten. Het lijkt er op dat wanneer u eenmaal met de huls geschoten heeft, er ook na het schoonmaken iets van vettigheid op de huls blijft zitten want apart invetten heeft Hildo tot op heden met geen enkele gebruikte 45 ACP huls hoeven doen. Een fractie olijfolie doet wonderen. Het krimpen van de kogels voelt uniform aan, het lijkt goed.

 

19 maart 2014. Een Britse BSA Snider

Alweer eentje van Loden Cees, of eigenlijk van Martine, zijn vrouw. Ondanks haar minimale afmetingen weet zij de kaart prima te raken met dit kloeke geweer. Hildo mag er ook mee schieten. Hartstikke mooi, want met een Snider heeft Hildo ook nog nooit geschoten.

 

Wat is een Snider? (klik foto groot)

Vroeger, we hebben het over 1853, kwam Enfield uit met de Enfield P1853 (P53), de directe opvolger van de inmiddels naar percussie gemodificeerde gladloops .75 Brown Bess musket. Bij de P1853 werd het kaliber verkleind naar .577 en de loop werd voorzien van trekken en velden. De P1853 was nog steeds een voorlader en werd geschoten met een .58 minié kogel. Het geweer was een flinke verbetering ten opzichte van de Brown Bess: de precisie, ook op wat langere afstand, ging met sprongen omhoog. Veranderingen volgden elkaar in die jaren in hoog tempo op en het schieten met voorladers raakte al snel achterhaald. Een Snider is in feite een P1853 waarvan de achterkant van de loop, de kruitkamer, er half uitgehaald is. Daardoor kan het wapen met een patroon geladen worden, de '.577 Snider'. Het sluitblok kan zijwaarts opengeklapt worden, daarna naar achteren getrokken, zodat de huls kan worden verwijderd. Bij de eerste uitvoering was er nog geen patroontrekker aanwezig en moets de huls uit het wapen geschud worden. De nieuwe patroon moet men met de vinger in de kamer schuiven. Het sluitblok wordt daarna gesloten, de haan gespannen en bij het overhalen van de trekker slaat de hamer tegen de slagpin die de patroon doet afgaan. Het lijkt wel wat op het Trapdoor-systeem van Springfield. De eerste Sniders waren gemodificeerde Pattern 1853 Enfield voorladers, driebanders van volledige lengte. Latere modellen werden speciaal als Snider gebouwd: iets korter en met twee loopbanden, zoals deze Snider van Martine, en zelfs als karabijn met één enkele band. De wapens zijn gemaakt door Enfield en staan bekend als de Snider-Enfield. Maar er waren meer bouwers, onder andere het nog steeds bestaande BSA (Birmingham Small Arms Company Ltd). Deze firma heeft het wapen gemaakt waarmee Hildo heeft mogen schieten. De Snider werd opgevolgd door de .45 Martini-Henry. Daar heeft Hildo nog nooit mee geschoten, maar iets zegt hem dat dat nog wel eens gaat gebeuren.

BSA bestaat nog steeds!

BSA werd opgericht in 1861 en de firma was van origine wapenfabrikant. Toen dat stagneerde ging BSA ook fietsen maken en natuurlijk... de BSA motorfietsen. Vandaag de dag maakt BSA nog steeds wapens, maar alleen lucht en niets meer voor militair gebruik.

 

23 maart 2014. Emmer met water

Wat smelten en gieten heeft Hildo ruim 30 kilo kogels opgeleverd uit de Lee 452-228 giettang. Bij een 230 grain zware kogel zullen dat dik 2000 kogels zijn. De helft van de tijd zit in het gieten, de andere helft in het smelten van en het op temperatuur brengen van het nieuwe lood in de Lee Pro 4-20 smeltoven. In deze oven gaat negen kilo lood maar helemaal leeg lepelen gaat niet. Het is een van de grootste, maar hij had rustig nog wat groter mogen zijn. De zesvoudige giettang is ideaal voor wie serieus kogels wil gaan produceren. De volgende stap zou een professionele kogelgietmachine zijn, maar dat gaat zelfs Hildo te ver.

In een emmer met water: ei van Columbus!

Sommige mensen gooien kogels van bepaalde legeringen in water om ze te harden. Hildo gooit ze in water omdat hij dan de giettang leeg kan schudden zonder dat de kogels alle kanten oprollen, vuil worden en/of eventueel beschadigd raken door de landing. De val in het water remt de kogel prima af en van beschadigingen is niets te zien. Het werkt prima. Wel er voor zorgen dat de emmer water ver genoeg van de loodoven af staat, want vloeibaar lood dat in contact komt met water geeft een goede kans op een bezoek aan brandwondencentrum Beverwijk. Wees voorzichtig!

2% tin geeft een betere kogel?

Ditmaal zijn de kogels gedeeltelijk gegoten met een toevoeging van 2% tin. Tin verlaagt de oppervlaktespanning van lood en zorgt daarmee voor het gemakkelijker en mooier vullen van de gietmal. Dat is de theorie, maar in de praktijk ziet Hildo geen verschil tussen de mét en zonder tin gegoten kogels. Tin kost wel extra geld en Hildo ziet daarom de toegevoegde waarde van tin voor deze kogels niet.

 

26 maart 2014. CZ 75 Duo Tone 9 mm, clubwapen

Toch eens even wat proberen met een 9 mm, het verschil voelen met de Norinco 1911 in 45 ACP. Hildo's club, SV de Vrijheid Hoogeveen, is van origine een kleinkaliber club. Bij de clubwapens is dat goed te merken. Een breed assortiment aan kleinkaliberpistolen en een stuk of wat oude, zware, kleinkalibergeweren, een M1 karabijn en nog een 38 Special Smith & Wesson revolver. Hildo raakt niet onder de indruk van het clubwapen-arsenaal, hij vindt het schamel voor en club van rond de 200 leden. Zijn vraag: 'Heeft de club misschien ook een 9 mm?' kon de griffier niet beantwoorden. 'Euh... weet ik zo niet, vraag even aan een ander clublid...' 'Euhh...' 'Nou... misschien wel?'

CZ 75 9 mm

Al struinend door de doosjes komt Hildo uiteindelijk een 9 mm tegen, een CZ 75. De Opel Kadett onder de pistolen. Niets bijzonders maar ze doen het prima, net zoals een Glock, wat ook een goedkoper pistool is. Voor 15 euro wat 9 mm patronen gescoord en ermee naar de baan.

Deze CZ is beroerd!

Voor wie denkt dat een 1911 wel eens aanvoerproblemen heeft: deze CZ is veruit het beroerdste pistool waarmee Hildo ooit geschoten heeft. Misschien twee of drie kogels kunnen er mee worden afgeschoten voordat het ding vastloopt. Telkens wanneer een lege huls de nieuwe patroon tegenkomt gebeurt hetzelfde, een eindeloos repeterend drama. Geen wonder dat niemand binnen de club van het bestaan van dit pistool lijkt te weten, want als een schutter er één keer mee geschoten heeft is ie gelijk genezen en probeert hij krampachtig de ervaring te vergeten. Hildo heeft het bestuur van het mankement op de hoogte gebracht en hoopt dat er snel actie op ondernomen wordt.

 

28 maart 2013. Schietkaart Norinco

Ditmaal 140 patronen erdoor gejoekeld, mooi dat Hildo een giettang heeft, goedkoop lood, niet te dure primers en maar 3,2 grain kruit verknalt per schot. 45 ACP duur schieten? Niet veel duurder dan kleinkaliber... en wat is er nou wél leuk, nou?

Geen storingen

Zolang de 230 grain (228) Lee kogels verschoten worden gaat het prima. Geen enkele storing, de 1911 gaat als op rails. De 200 grain uitvoering weigert wel regelmatig en de 185 grain semi wadcutters uit de RCBS-tang zijn nog erger. Hildo's advies? Stop de 200 grain Lee en RCBS wadcutters lekker in een 45 Colt patroon. Als u zelf wilt gieten voor 45 ACP: ga voor zeker en schaf de 452-228 gietmal van Lee aan. Die doet het net zo goed als de reguliere 230 grain volmantel omdat het Lee modelletje met de ronde neus in principe gelijk is.

 

30 maart 2014. Nieuwe loodsmeltpot. Waarom?

Hildo's smeltpannetje blijkt toch een beetje te klein te zijn of zijn brander te groot. Hij heeft gelukkig nog een ouwe gasfles, gekeurd tot het jaar 2000, staan en dan hoeft alleen het kwartje nog te vallen. De onderkant transformeert hij hier tot een heel mooi smeltpot met een grote diameter en een flinke inhoud en de kosten zijn nihil. Da's een goeie combinatie.

Gasfles doorslijpen

'Ontploffingsgevaar', hoort Hildo u al denken. Dat valt erg mee. De gasfles is leeg en nadat hij de afsluiter heeft verwijderd, heeft Hildo de fles gevuld met heet water en zeepsop. Poosje laten staan, leeg gooien en het ding ploft niet meer.

 

30 maart 2014. Lucht happen

Frisse lucht is prettig als u lood aan het smelten en fluxen bent. Het waait deze dag wel, maar waar de loodpot staat waait het wat minder, dwarrelwindje. De pot staat een beetje uit de wind om te voorkomen dat de vlam onder de pot vandaan waait. U ziet Hildo hier zijn adem inhouden en af en toe even naar frisse lucht happen die om de hoek van de schuur komt. Op een loodvergiftiging zit hij niet te wachten, dat begrijpt u. Hildo zal een windschermpje maken zodat de volgende keer de vlam mooi kan blijven branden, ook als de smeltpot wat meer in de wind staat.

 

1 april 2014. 45 ACP Doelzoekers

Tijdens de laatste zwartkruitwedstrijd hoorde Hildo dat in bepaalde regio's in India kogels worden gebruikt met oogjes. De resultaten daarmee schijnen uitstekend te zijn omdat de kogels blijkbaar kunnen 'zien' waar het doel is. Nu is Hildo tamelijk kritisch en niet bijgelovig, dus dit lijkt hem wel een érg sterk verhaal. Maar het is een poging waard. De kogels komen uit de 452-200 gietmal van Lee, de lading is 3,2 grain Vectan BA10. Behalve de oogjes niets speciaals.

De resultaten: volle bak!

Verbluffend! Allemaal tienen! Dit had Hildo niet verwacht, het werkt écht! Weliswaar één afzwaaier, op 10 uur in de drie, maar dat zal de kogel links op de bovenste foto zijn. Die is een beetje scheel.

Voortaan schieten met doelzoekers?

Nee. Dit zou oneerlijk zijn ten opzichte van collega-schutters. De winnaar moet bepaald kunnen worden op grond van het schiettalent en niet door het gebruik van uitzonderlijke munitie. Wat Hildo betreft, zou de KNSA topschutters best mogen controleren op het oneigenlijke gebruik van doelzoekkogels want de scores van sommige toppers zouden een weldenkend mens kunnen doen twijfelen over de wijze waarop deze bereikt zijn.

 

2 April 2014. KNSA herlaadcursus 28 juni tijdens 2014 Schietsport Totaal

Op 3 november 2013 heeft Hildo zich aangemeld voor de door de KNSA georganiseerde 'Cursus Veilig Herladen'. De cursus wordt op 28 juni 2014, dus bijna acht maanden later, gegeven tijdens de 'Schietsport Totaal' te Papendal, ook een door de KNSA georganiseerd evenement. Zou de lange aanloopperiode voor de cursus komen door te weinig belangstelling? Toch heeft de KNSA maar 10 tot 12 cursisten nodig. Naar de verhalen te oordelen die Hildo gehoord heeft van schutters die de cursus hebben gevolgd, moet hij zich er niet teveel van voorstellen. Het is het natuurlijk ook alleen maar een basiscursus, zwartkruit komt bijvoorbeeld niet aan de orde. Geeft niets: alles wat Hildo er bijleert, is meegenomen. De cursus wordt gegeven van 9.30 tot circa 16.00 uur en het cursusboek is bij de prijs van 50 euro inbegrepen. Duur is het in ieder geval niet en Hildo is straks toch maar mooi even een KNSA Certified Reloader!

 

3 april 2014. Gescheurde Starline huls na drie schoten

Als Hildo 100 hulzen herlaadt, zitten er altijd wel een paar bij die gescheurd zijn. Maar dat zijn oude gebruikte, gratis gekregen, hulzen. Ditmaal is er voor het eerst een van de nieuwe Starline hulzen gescheurd en Hildo weet precies dat hij deze huls maar drie maal herladen heeft. Het scheuren heeft dus in ieder geval niets te maken met oude, en daardoor harder geworden messing. Wellicht heeft de huls bij het laden een tik gehad, zie het driehoekje dat lijkt te ontbreken bij de hulsmond, en dat daardoor de scheur is ontstaan.

 

9 april 2014. Nieuwe kogels voor Eleanor!

Tot voor kort zat Hildo zonder kogels voor Eleanor. Uitermate vervelend, maar hij heeft er inmiddels weer ruim 300 en dat is goed voor maanden schietplezier. Op

1 maart jongstleden voor de laatste keer geschoten met de Hensel 452-540 Blackpowder Express kogel, beter bekend als de kantelkogel. Deze werkte eerst nog redelijk met Eleanor, maar nu helemaal niet meer om onduidelijke redenen. Omsmelten lijkt de beste oplossing. Maar deze 453-500 Hensel, die na het panluben gesized wordt naar 452, werkt super. Als de loop nog volledig schoon is weliswaar nog niet, zie het olieschot rechtsboven, maar na een paar schoten schiet de kogel geweldig en alleen de loop doorblazen is voldoende om het wapen schot na schot zeer gemakkelijk laadbaar te houden. Ja, Eleanor is een topper die Hildo niet snel weg ziet gaan.

 

11 april 2014. De 1911 vs BFR revolver... opgelegd!

Op de knieën, ellebogen op tafel en zo precies mogelijk richten. Zo kan er niet veel gewiebeld worden. Lastig is wel dat Hildo de keep-korrel niet goed kan zien omdat hij nu niet met een uitgestrekte arm schiet, het beeld is wat waziger. De BFR heeft de lange loop als voordeel en de daarmee grotere afstand tussen keep en korrel. Het nadeel voor de BFR is dat het geladen is met een 45 ACP 452-228 kogel. Die kogel is duidelijk kleiner dan de 457/458 diameter die de 45-70 patroon nodig heeft. Maar er zijn geen kantelende kogels te zien en de BFR is, zelfs met deze te kleine diameter kogel, de duidelijke winnaar.

 

11 april 2014. The Wadcutter

Dit zijn de wadcutters die Hildo op 26 februari van een collega-schutter heeft gekregen. De voormalige eigenaar van deze kogels zei nog: 'pop, pop, pop..., zo gaat ie, hartstikke mooie kogels'. Nou de kogel, daar is waarschijnlijk niets mis mee. Maar of het inderdaad pop, pop, pop gaat, dát moet Hildo eerst even zien, want u weet inmiddels ook dat Hildo's Norinco geen voorliefde lijkt te hebben voor kogels die niet van een ronde neus zijn voorzien.

 

11 april 2014. Wadcutter vs Lee 'Hardball'

Het was Hildo al eerder opgevallen dat de 452-228 Lee kogel het in verhouding tot andere projectielen prima doet. De wadcutters werden als eerste verschoten, daarna de zelf gegoten Lee kogels. Hildo wordt steeds blijer van zijn zesvoudige Lee 452-228 gietblok. Beetje jammer dat de andere gietblokken in een dikke laag vet de kast in kunnen. Ach, ze kunnen in ieder geval nog ingezet worden als Hildo ooit een revolver aanschaft in het kaliber 45 Colt (45 Long Colt), want ook die werkt met 452 kogels.

 

16 april 2014. Eerste schoten met de strakke ringkorrel

Nu Eleanors korrel weer spelingvrij is, moet de korrel natuurlijk eerst weer worden afgesteld. Hildo heeft op het oog de korrel in het midden van de loop gezet en twee schoten gedaan, dat zijn de rode stippen. Daarna heeft hij hem ietsjes naar links gedraaid en de rest van de serie geschoten zonder verder te kijken. De kogels lijken een beetje te ver naar links uit te komen. Hildo heeft de korrel daarom voor de helft weer naar rechts gedraaid. Volgende keer kijken of het allemaal tienen worden. Vast wel!

 

A) 21 april 2014. Trekker Tjoenen poging 2

Een nieuwe sear (tuimelaar), hoofdveer en multiveer. Dan nog een paar schroefjes voor de greepplaatjes omdat het draad van twee huidige schroefjes niet best is. Als Hildo nu wat verknoeit, kan hij zo een reservedeel uit voorraad pakken.

Belangrijk

Als u iets verandert, moet u maar één ding per keer veranderen. Dan weet u wat welk verschil maakt. Hildo is eigenwijs en verandert alles in één keer: 'Als alles mis gaat, vervang ik alles weer door de originele onderdelen en dan doet ie het weer net zoals daarvoor'.

 

C) 21 april 2014. Trekker Tjoenen poging 2

De hoofdveer zit in het onderste gedeelte van de greep, aan de achterkant. Die uítstekende ijzeren klomp met die ribbeltjes erop. Hildo wist niet eens dat daar nog een veer binnenin zat. Ha... niet verder vertellen hoor. Zowel op de onder- als bovenkant komt een kap. De montage van de hoofdveer is een kwestie van induwen en een kleine paspen terug in de hoofdveerbehuizing duwen zodat de veer er niet meer uitspringen kan.

Resultaat?

De haan is gemakkelijker te spannen en de trekkerdruk is lager. Het is nog geen wedstrijdpistool, maar in ieder geval is het beter. Hildo vuurt twee lege hulzen met een nieuwe primer af om te zien of de hamer nog genoeg kracht heeft, ze gaan beide prima af en de deuk in de primer is duidelijk en diep. Goedgekeurd.

 

2) 23 april 2014. Hildo met El Presidentes 9mm CZ 75 SP-01 Shadow

Zoals gezegd, Hildo schiet met El Presidentes pistool. Het is een zeer frisse 9 mm CZ75 SP-01 Shadow met een speciale verstelbare keep. De viziering is superduidelijk. Hildo richt op onderkant zwart en knalt er tien gewone fabriekspatronen door zonder te kijken waar hij uitkomt. De trekker is volledig standaard maar het is een fijne. Het is altijd eerst even voelen hoe het gaat bij een ander wapen. Deze heeft een lange sleep, dan blijft ie staan en met een lichte druk breekt hij zonder verder gesleep, gekraak of andere toestanden. Al bij het tweede schot gaat het als van nature, een wereld van verschil met Hildo's 1911. Het wapen zelf ligt prima in de hand met mooie custom aluminium greepplaatjes en... mooi blauw is niet lelijk. Het pistool schiet gesloten, stukken steviger dan Hildo's 1911 dat wat meer rammel-de-kletter overkomt, als een Lada over een klinkerweg. Het bijterige, wat een 9 mm patroon toch een beetje eigen is, valt weg bij deze CZ. Het wapen is volledig uit staal en daardoor vrij zwaar, ongeveer gelijk aan een een 1911, en het extra gewicht dempt terugslag en doet het gevoelsmatig rustiger schieten. De viziering is voorzien van kleurige ronde puntjes die kraakhelder te zien zijn. 'Zeker een soort van moderne fiber-optiek of zo', meent Hildo, ook al niet te vergelijken met de erg kleine grauwwitte puntjes van de Norinco die niet eens allemaal precies op een rij zitten. Er blijkt in 100 jaar tijd toch wel het een en ander veranderd te zijn. Maar niet alleen dat, want in het begin van zijn schietsport carrière heeft Hildo ook eens geschoten met een CZ75. Dat wapen schoot helemaal niet fijn en hij wist daarmee zeker geen goed groepje te schieten. Kortom: de ene CZ is de andere niet!

Resultaat

U ziet het groepje hierboven, de onderste drie zijn Hildo's eigen schuld. Te snel achter elkaar schieten. Vermoeit toch iets, die plotsklapse trilling. Even rust nemen had het resultaat zeker verbeterd. Het wapen schiet erg zuiver, misschien wel beter dan enig ander pistool waar hij mee geschoten heeft.

 

 

 

 

 

 





 

Sjakie - Het Belgische Centaure voorlaadpistool!

Dit is Sjakie. Sjakie is een replica Virginia Manufactory 2nd. model pistool en heet Sjakie omdat dit model pistool werd geproduceerd tijdens de ambtstermijn van de toenmalige Amerikaanse president James Madison (president van 1809 tot 1817). James is ook wel Jacob, Jack of Sjaak in het Nederlands. Vandaar Sjakie.

De herkomst van Sjakie is een beetje in nevelen gehuld. Op het pistool zijn nauwelijks stempels te vinden. Wel staat de cartouche met ELG op de loop, daaruit blijkt dat het wapen Belgisch moet zijn. Hildo heeft wat naspeuringen gedaan in de hoop wat meer te weten te komen, maar de te achterhalen historie valt tegen. De geschiedenis van de Belgische productie van replicawapens lijkt een nog grotendeels onontgonnen terrein te zijn. Hierbij een oproep: Historici, doe uw werk en schrijf een boek, want voor u het weet is alle kennis verloren gegaan. Natuurlijk gaat het slechts om een replica, iets wat de kenners wat minder aanspreekt, maar ook die wapens hebben hun eigen historie en die is soms best interessant, zeker over 100 jaar. Wat Hildo over Sjakie kan melden, is dat het wapen in ieder geval uit dezelfde fabriek komt die ook, van 1959 tot 1973, de bekende Centaure revolvers heeft geproduceerd. Dat was de firma FAUL (Fabriques d'Armes Unies de Liège) van de familie Hanquet, die al sinds 1795 bezig was in wapenland en onder meer ook verantwoordelijk was voor de bekende Colt Brevete. De precieze productiedata van het Virginia Manufactory 2nd. model (Sjakie dus) en diens zusje, de Harpers Ferry, bij FAUL is Hildo niet bekend. FAUL maakte deze voorlaadpistolen ook voor Centennial Arms, een Amerikaanse distributeur van zwartkruitwapens, maar ze werden ook gewoon aan wapenhandelaren in Europa verkocht. De pistolen zijn gemaakt in het historisch correcte kaliber .54 (hoewel de originelen gladloop zijn en de FAUL pistolen een getrokken loop hebben), maar sommige andere, inclusief Sjakie, zijn voorzien van een .58 loop. De reden is speculatief. Latere productie van restmateriaal bij FAUL? Feit is dat de Harpers Ferry, zoals die nu geproduceerd wordt door Pedersoli, nog steeds voorzien is van het historisch incorrecte kaliber .58. Het zou Hildo niet verbazen als Pedersoli destijds geen origineel pistool maar een FAUL/Centaure pistool heeft gekopieerd.

Sjakie staat op verlof als een... Ardesa!

Sjakie is hoogstwaarschijnlijk gemaakt op een moment dat het wapen in Nederland nog vrij verkoopbaar was, zoals de enkelschots voorladers dat in Duitsland nog steeds zijn. Sjakie is niet voorzien van de merknaam FAUL, Centaure of Centennial Arms maar is enkel voorzien van een wapennummer en een ELG merkteken op de loop. De Nederlandse wapenregistratie gaat niet verder terug dan 2005 omdat er toen van systeem gewisseld is. Sjakie stond in 2005 in ieder geval al bij iemand op verlof en heeft nu de derde eigenaar sinds 2005. Het bijzondere is dat het pistool foutief geregistreerd staat onder de merknaam Ardesa. Dat betekent dat de eigenaar die het wapen voor het eerst op verlof liet zetten, niet wist wat het merk was en klaarblijkelijk wat gegokt heeft. Misschien omdat het wapennummer met een 'A' begint. Hoe dan ook, Ardesa is Spaans, heeft nooit zoiets gemaakt en de wapens van Ardesa zijn ook niet voorzien van een ELG proefmerk.

 

Flyer van Centennial Arms uit 1961

Afbeelding van: Friends of the Centaure Society. Dit is de zeer uitgebreide en absoluut bezoekwaardige website van Wolf D. Niederastroth, waar u een massa informatie kunt vinden over FAUL/Centaure en de voorlaadrevolvers en zelfs een beetje over de pistolen.

Op de afbeelding hierboven ziet u bovenaan de 1960 Colt Army staan. Rechts daaronder staat de Virginia Richmond (Sjakie) en links daarvan de vrijwel identieke Harpers Ferry en daaronder een blunderbus. Alle zijn in België gemaakte wapens van FAUL.

Vanaf het Zouave voorlaadgeweer en daaronder zijn het Italiaanse replica's.

Zoals u ziet, bedroeg de verkoopprijs van de Virginia flintlock maar liefst 99,95 dollar. De 1860 New Model Army ging voor 89,95 dollar de deur uit en was dus maar liefst 10 dollar goedkoper! Het Virginia pistool was destijds dus, samen met de Harpers Ferry, het duurste wapen van Centennial Arms.

Artikel over Centennial Arms uit 1972 (PDF formaat)

Dit artikel uit het wapenmagazine Black Powder Gun Digest komt eveneens van de Friends of the Centaure Society website. Het laat aardig zien wat voor soort firma Centennial Arms Corporation onder leiding van ene Sigmund (Sig) Shore was. Er wordt overigens niet gesproken over William Bennet Edwards maar deze man, die meerdere naslagwerken over Amerikaanse zwartkruitwapens heeft geschreven, was met zijn kennis van groot belang voor de onderneming. Klik hier voor de PDF

Centaure catalogus uit 1946 (PDF formaat)

Dit is een heel leuke, waarvoor Hildo een heer genaamd Pilot erg dankbaar is voor het inscannen. Een jaartal zult u niet vinden, maar Pilot wist Hildo te verzekeren dat deze FAUL/Centaure catalogus uit 1946 stamt. Klik hier voor de PDF

 

Slappe veren

Zowel de batterijveer als de hoofdveer zijn te slap. Er moeten nieuwe voor gefabriceerd worden, wil er met Sjakie ooit nog fatsoenlijk geschoten worden. Replica-veren van een Pedersoli Harpers Ferry, wat in principe eenzelfde soort pistool is, zouden misschien kunnen passen... maar het lijkt Hildo onwaarschijnlijk dat dit in de praktijk lukt omdat er over de jaren heen te veel veranderd is aan de wapens en soms zaken, zoals een loop of steenslot van een Pedersoli Brown Bess, onderling niet eens uitwisselbaar zijn. Met andere oudere replica's, en zeker met replica's van verschillende fabrikanten, voorziet Hildo dezelfde problemen. En als het dan toch niet past, is het beter direct maar zelf een paar veren te maken van verenstaal. Wel een flinke uitdaging voor Hildo, want tijdens het harden en noodzakelijke gedeeltelijke ontharden ('ontlaten') van verenstaal is het hanteren van de juiste temperaturen van het grootste belang.

 

Het Perron proefmerk

Werd in België als algemeen proefmerk gebruikt totdat het in 1810 kwam te vervallen. Het is wederom in gebruik genomen vanaf 1853 om staartstuksystemen te merken nadat zij beproefd waren of in ieder geval geïnspecteerd.

 

Serienummer

A1623 is het serienummer van Sjakie. Het is aan de onderkant, net voor het voorhout, ingeslagen in de uitsparing voor de pompstok.

                __________________________________________

 

 

Pieter Jelles Troelstra: Revolutie in Nederland?

Nederlandse wapenwetgeving met betrekking tot replica's

Naar aanleiding van alle vraagtekens rondom Sjakie vroeg Hildo zich af sinds vanaf wanneer replicawapens verlofplichtig geworden zijn. Een paar zéér deskundige vuurwapenspecialisten hebben het Hildo uitgebreid uit de doeken gedaan en het is hem nu helemaal helder. Een beknopte samenvatting van het verloop van de wapenwetgeving in Nederland vindt u hieronder in chronologische volgorde.

Na de invoering van de Wapenwet van 9 mei 1890 werd het verboden om met vuurwapens, dolken, degens, etc. op straat rond te wandelen. Het bezit en aanschaf van vuurwapens was én bleef onveranderd legaal.
De volgende wet, de Vuurwapenwet van 1919, is ontstaan onder invloed van de politieke ontwikkelingen destijds. Met de revolutie van 1917 in Rusland nog vers in het geheugen en de chaos en revolutie na afloop van de Eerste Wereldoorlog in Duitsland (de laatste keizer is uit Duitsland gewipt en moest de rest van zijn bestaan slijten in Nederland, in Huis Doorn) zag de regering in 1918 een serieuze revolutiedreiging ontstaan onder leiding van Pieter Jelles Troelstra, de aanvoerder van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij), de voorloper van de PvdA. Een revolutie in Nederland werd destijds als een reëel gevaar gezien, spannende tijden voor het Koningshuis. Dit alles was in 1919 aanleiding voor de regering om het vuurwapenbezit voor gewone burgers te verbieden, want gewapende opstandelingen zag men helemáál niet zitten. Van revolutionaire dreiging was al snel geen sprake meer, maar het verbod is nooit meer teruggedraaid. U weet hoe het gaat met wetgeving.

De uitzondering op het algehele vuurwapenverbod was artikel 16, met de voor de moderne sportschutter nog steeds herkenbare tekstregel: 'Deze wet is niet van toepassing op vuurwapenen, welke voor gebruik als zoodanig niet geschikt te maken zijn of het karakter dragen van oudheden'. Daarmee werden voorladers bedoeld, alle achterladers bleven verboden. Er werd op dat moment nog geen verschil gemaakt tussen nitro- en zwartkruit.

1969: Einde vrijstelling moderne replica voorladers

Jules Engel, een min of meer schimmige wapenhandelaar en ooit rechterhand/lijfwacht/kameraad van Paul Wilking, beter bekend als Pistolen Paultje, verkocht rond 1965/67 vanuit zijn winkel in antieke wapens een Belgische "New Model Army" replica percussierevolver wat, zoals wij weten, een Centaure geweest moet zijn. Een zwartkruitschutter en voormalige klant van Jules Engel, die Hildo toevallig kent, vertelt: 'Het was een klein, smal, iets langwerpig winkeltje in Amsterdam, gevuld met spullen van soms niet te beste kwaliteit'. De zwartkruitschutter heeft er ooit een Starr revolver gekocht. In ieder geval, het verkopen van een New Model Army was voor de politie van Apeldoorn aanleiding om een replica in beslag te nemen en een proefproces te beginnen tegen de eigenaar. Bij arrest (uitspraak) van 2 december 1969, no. 65216, heeft de Hoge Raad replica's definitief tot moderne vuurwapens verklaard en de rest van het verhaal is bekend.

'Jammer', meent Hildo. Gelukkig is het nog niet te laat om het voor de voorladers een beetje terug te draaien. Hildo stelt voor: 'Wel gewoon op verlof, maar zonder beperking in aantal, net zoals dat voor de echt antieke wapens dat nu ook geldt als u er mee wilt schieten'. Een goed moment om de regelgeving aan te passen, zou zijn wanneer buskruit verlofplichtig wordt. Komt dát even goed uit, want kruit is met de CWM 2013 inmiddels net verlofplichtig geworden (zie bijvoorbeeld A. Algemeen deel 1.2.4 B. Bijzonder deel 2.5.2), mits u een tegenstrijdigheidsfoutje in de CWM 2013 niet te serieus neemt  (B. Bijzonder deel 8). Percussiekapjes en ronde loden ballen zijn nog steeds vrij.

1989: De eerste RWM (Regeling Wapens en Munitie)

Pas in 1989 zijn achterlaadwapens met een kaliber groter dan 10 mm die zijn 'geproduceerd of getransformeerd voor omstreeks 1888' vrijgesteld. Dat zijn nu voor liefhebbers vrij verzamelbare zwartkruitwapens, de munitie is natuurlijk wel verlofplichtig. Deze vrijstelling is omschreven in artikel 18 en daarin staat precies wat wel en niet verlofplichtig is. Daarbij is het jaar 1945 ingevoerd als 'afkapdatum'. Replica zwartkruitwapens die na 1945 zijn geproduceerd zijn dus altijd verlofplichtig. Dat zijn dus bijvoorbeeld alle Italiaanse replica's omdat de Italianen pas rond 1955 zijn gestart met de productie van replica zwartkruitwapens.

                __________________________________________

 

 

2 februari 2014. Lekker weer, dus gieten!

Het is verbazingwekkend zacht voor de tijd van het jaar, er wordt zelfs een all time record gevestigd volgens het KNMI. Mooi moment voor Hildo om zijn immer slinkende voorraad kogels weer aan te vullen. Tussentijds de kwaliteit van de kogels checken is lastig, hij ziet daarvoor niet goed genoeg, en uitvoerig checken laat het gietblok te ver afkoelen. Doorgaan maar, op hoop van zege!

Voorzichtigheid is geboden

Heet lood is gevaarlijk en Hildo's zaagbankje is niet het meest stabiele onderstel dat u zich kunt voorstellen, maar op de knieën zitten gieten is geen fijne houding. Binnenkort moet Hildo dus omzien naar een andere giettafel, want zijn oude tafel is uit elkaar gevallen door vocht. De volgende keer trekt hij in ieder geval wél zijn leren broek aan voor het gieten. Veiligheid voor alles, dat weet u, en met gesmolten lood valt niet te spotten.

 

2 februari 2014. Kogelcheck

Twee uur gieten uit twee volle gietovens levert met de zesvoudige giettang een verbluffende hoeveelheid kogels op. Hildo heeft ze niet geteld, maar u ziet ze hier allemaal liggen. Helaas zijn niet alle kogels even geweldig geworden. Soms zijn ze niet goed gevuld, soms een beetje rimpelig, vooral die in het begin gegoten zijn. Dus elke kogel wordt gecheckt. De schietsport is soms een tijdverslindende hobby waarbij u alle kans krijgt volledig tot rust te komen. Bakje links zijn de nog te checken kogels, bakje in het midden zijn goedgekeurd en bakje rechts afgekeurd. Pinda's van Duyvis zijn altijd Oké, Hildo kogels zijn dat niet. Oké?

 

5 februari 2014. Schietkaart Eleanor

Ditmaal met ongesizede kogels uit de 453-500 Hensel giettang, ze komen er als ruim 452 uit en het laden gaat, maar daar is het ook mee gezegd. Er hoeft niet geslagen te worden, maar zeer zwaar drukken is het wel. Het kogelvet is ook koud en daardoor vrij hard. Dat de kogel erg strak in de loop zit, geeft volgens Hildo geen verhoging in precisie. Hoogstens dat de eerste kogel minder kantelneiging vertoont. De score is best redelijk, ondanks dat het niet een echt kleine groep betreft. Die drie tienen doen het hem, soms heeft Hildo een beetje beetje geluk.

Voortaan sized Hildo alle kogels weer gewoon naar 452.

 

7 februari 2014. 163 'ik knal maar wat' patronen

Flinke serie patronen gemaakt, is Hildo uren zoet mee geweest met z'n Rock Chucker pers. Het is een fijne pers, maar niet erg snel. Het zijn 163 stuks om precies te zijn, gemaakt met hulzen van 23 verschillende hulsfabrikanten. Dat heeft wellicht invloed op de kwaliteit van de munitie en daarmee op de precisie. Precisie vindt Hildo toch wel belangrijk. Als een wapen niet goed schiet, verliest hij zijn plezier er aan en dat zou kunnen betekenen dat deze Norinco 1911 niet meer zo héél lang in zijn bezit blijft. Het wapen neemt een verlofplaats in welke ook gebruikt zou kunnen worden voor iets wat het wél goed doet of in ieder geval gewoon leuk is. Het 'leuk-gehalte' van deze 1911 is beperkt, dus goed schieten moet ie in ieder geval. Anders is het binnenkort 'toedeledoki Norinco!'

 

8 februari. Interne Competitie & twee gewone schietkaarten

Voor het eerst is er de verplichting om minimaal vijf maal per kalenderjaar met een interne competitie mee te doen. Het moet een door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline zijn. Cowboy action shooting of dergelijke disciplines vallen daar (nu) niet onder.

Interne competitie verdeeld over het jaar?

Er is Hildo verteld dat de vijf verplichte wedstrijden van de interne competitie verdeeld moeten zijn over het jaar, in de Circulaire 2013 wordt daar niet over gerept. Het lijkt erop dat u ze alle vijf op één dag mag schieten. Hildo gaat voor Vetterli, dat is waar Eleanor onder valt. Niet geheel eerlijk omdat Eleanor met haar diopter in dezelfde klasse valt als voorladers met een open keep-korrel viziering, maar zo zijn nu eenmaal de regels. Bovenaan staat de klasseringkaart, daaronder nummer twee en onderaan de derde kaart. Die laatste kaart had eigenlijk de interne competitiekaart moeten zijn want, in tegenstelling tot normaal, lopen de punten ditmaal bij elke serie hoger op.

 

12 februari 2014. Norinco patroonvergelijk

'Probeer maar eens wat van mijn patronen Hildo', zegt Paint Peter. U moet weten, Paint Peter is de man van een roestvrijstalen Colt 1911 Gold Cup National Match. Daarmee schoot Hildo stukken beter dan hem ooit gelukt is met z'n eigen Norinco. De munitie van Peter is een gekochte 185 grain loden kogel met, Hildo weet niet hoeveel en wat voor soort, Vihtavuori kruit erachter. U ziet de tien rode gaten. Dan nog tien schoten met Hildo's eigen patronen, u ziet de blauwe gaten. Wat betreft de grootte van de groep lijkt het niet veel uit te maken. De groepjes die Paint Peters getunede Colt 1911 Gold Cup National Match weet te produceren zijn veel kleiner...

 

14 februari 2014. Lee Liquid Alox probleem!

Dit is een serieus probleem met het, o zo handige, Liquid Alox van Lee Precision. U ziet hierboven de 45 ACP bullet seating and crimp die behoorlijk vervuild geraakt is door Liquid Alox.

Gevaarlijk

De zetdiepte van de kogel is een belangrijk gegeven: als deze te diep is, krijgt  u mogelijk met piekdrukken te maken die in het ergste geval het wapen als een ei in de magnetron uit elkaar doen spatten. Het probleem is dat de stift die de kogel op de juiste diepte zet, snel vervuild blijkt te raken door de bruine Liquid Alox smurrie die overal op de kogel zit, minder Liquid Alox gebruiken wellicht. De overdaad aan Liquid Alox zorgt ervoor dat de kogel opeens een stuk dieper gezet wordt. U weet dat Hildo's ogen niet de beste zijn en op werkafstand van de pers ziet hij zoiets niet gebeuren. Volgende keer toch beter opletten, en na een paar patronen even checken of de zetdiepte nog goed is. Iets van 80 patronen zijn nu te diep gezet, gebeurt Hildo niet weer. De ontlaadhamer krijgt overuren!

 

16 februari 2014. Nog knallen met Lucy?

Vuursteenwapens hebben wel hun problemen, en dan met name het niet willen vonken. De laatste keer wist Hildo met pijn en moeite een serie van 13 met Lucy, de Brown Bess, te verschieten. Het wapen dan nog een keertje mee nemen naar de baan is iets waar een schutter tegenop kan gaan zien. En dat is niet de bedoeling!

Batterij verwisselen

U kent Bessie, Hildo's eerste Brown Bess, wellicht nog. Prima wapen met een uitstekende ontsteking. De kolf vertoonde ernstige scheuren waardoor Hildo niet langer verantwoord achtte om er nog langer mee te schieten. De loop staat nu op het verlof als wisselloop en de rest van het wapen doet dienst als onderdelenmagazijn. Mooi, want met name de onderdelen van het steenslot zijn prijzig. Helaas is Lucy van 1978 en Bessie van 1990. In die tijd is er het een en ander bij Pedersoli veranderd, het slot is niet zonder meer over te zetten. Zelfs de batterij verwisselen lukt niet, omdat bij Bessie (onderste batterij op de foto) de bevestigingsschroef duidelijk dunner is. Het gat moet dus uitgeboord worden, maar gaten iets groter uitboren is lastig. Het boortje vertoont al snel beschadigingen aan de hoeken van het snijvlak. Ondanks het ontharden van het scharnierpunt lukt het uitboren niet. 'Moet ik me nog maar eens op bezinnen', meent Hildo.

 

19 februari 2014. Interne competitie kaart

Weer eentje van de vijf verplichte kaarten. 'Met maar 80 punten had je zeker last van je zenuwen?' Oei, dat valt niet goed bij Hildo. 'Echt niet, ik ben subzero Ice Cool, dude', aldus Hildo. Als dat zo is, hoeven we de kaart niet meer te zien als hij wél op temperatuur is.

 

21 februari 2014. Lee zesvoudig gietblok probleem

Het leek allemaal zo mooi, maar volgens Hildo heeft het zesvoudige gietblok-systeem van Lee een probleem. U ziet vast al wat er gebeurd is. Aan het begin van de gietsessie is de gietmal nog relatief koud. Het lood wordt in de gietmal gegoten en de kogels stollen zeer snel. Vervolgens wordt het gietblok geopend door aan het bovenste handvat te trekken. De snijplaat moet zes kogels tegelijk afsnijden en dat gaat, als het blok nog niet op temperatuur is en het lood alweer te koud en hard wordt, erg zwaar. Zo zwaar, dat het uitgeholde houten handvat is opengeknapt. Het metalen gedeelte dat in het handvat zit, is te kort. En dat zorgt voor een te hoge belasting van het houten handvat. Dat het ijzer van de snijplaatopener niet ver genoeg in het handvat zit, is een ontwerpfout. Jammer. Als het gietblok eenmaal op temperatuur is, is het openen van de snijplaat geen probleem meer en werkt het hefboomsysteem prima.

Verder gieten met een Bahco

Om de snijplaat toch te kunnen openen, gebruikt Hildo nu een Bahco (verstelbare moersleutel) en dat werkt goed.

meer dan 1000 kogels in vier uur

Hildo heeft iets van 14 kilo kogels kunnen gieten in vier uur tijd. Niet te snel achterelkaar om het gietblok de tijd te geven iets af te koelen. De Lee Pro 4-20 loodoven moest drie maal opnieuw gevuld worden en ook het opnieuw lood smelten neemt natuurlijk de nodige tijd. Ondanks het handvatprobleem meent Hildo dat de hoge productie die u behaalt met een zesvoudig gietblok de meerprijs van de aanschaf absoluut waard is. De levensduur van het blok is vast hoog door de mooie stalen paspennen, het giet verder erg mooi en de kogels lossen gemakkelijk.

 

23 februari 2013. Trekker Tjoenen in Grunn op toafel... mienjong.

De trekkerdruk van de 1911 is iets van 2,5 kilo, dus hier kan wat aan worden verbeterd. Iets van 1,5 kilo valt binnen de wedstrijdnorm en dat zou het schieten stukken veraangenamen en de resultaten ongetwijfeld verbeteren. Hildo heeft het pistool voor de eerste keer helemaal uit elkaar gehaald. Hoe moeilijk kan het zijn? Even wat instructievideootjes op Youtube bekijken van gekke Amerikanen die er mee aan het rommelen zijn en hij krijgt al snel een indruk van hoe en waarom het gaat. Het uit elkaar halen is, zelfs voor iemand die niet erg handig is, goed te doen.

Speciaal gereedschap

Natuurlijk heeft u voor het tunen van de trekker speciaal gereedschap nodig, te verkrijgen via Brownells. Dat is een Amerikaanse wapenhandel die onder meer een hele sortering gereedschap op de markt brengt die de wapenhersteller nodig heeft om dit soort werk naar behoren te kunnen doen. Voor waarschijnlijk iets van 200 dollar koopt u de noodzakelijke gereedschappen, maar daar komen nog verzendkosten, inklaringskosten en BTW over heen. De laatste keer dat Hildo wat uit Amerika bestelde, wat gietblokken, viel het behoorlijk tegen. Die 200 Amerikaanse dollars kunnen zo maar 300 Europese euro's worden, schat hij. Dat staat in geen enkele verhouding tot het pistool zelf dat goedkoper was. Een beetje eenmalig slijpen en polijsten, is alles wat er moet gebeuren en dan is de investering gewoon te hoog. Geen wonder dat schutters voor dit klusje hun wapens wegbrengen.

Maar laten zitten dan?

Welnee zeg. Gewoon proberen. Risico is er niet, u weet Hildo is altijd veilig bezig en dat gaat niet in het gedrang komen. Honder procent veiligheid is waar Hildo voor gaat. Als het mis gaat, dan betekent dat alleen dat hij nieuwe onderdelen moet kopen. In ieder geval is het leerproces in volle gang en het is erg interessant, dat is mechanische techniek altijd. Het meer dan honderd jaar oude design van deze 1911 laat Hildo een staaltje doordachte techniek zien en het is ronduit verbazingwekkend dat de hele toestand nog gewoon werkt ook.

 

Voor een groot gedeelte is dit waar het om gaat. De tuimelaar ('sear') is het ding links en de haan ziet u rechts. Als u de trekker overhaalt, haakt de tuimelaar achter zijn inkeping weg en gaat het schot af. Als u een van beide of beide onderdelen een foute hoek geeft ten opzichte van elkaar, krijgt u niet het resultaat dat u wenst. Beide onderdelen dienen zo glad mogelijk gepolijst te zijn, zodat de trekker overhalen mooi gladjes verloopt. Dit is tricky hoor.

Geen handleiding

Hildo gaat er verder niet op in wat hij verandert, want dit is geen instructiehandleiding om een trekker van een 1911 te tunen. Wat hij allemaal doet is mogelijk, en zelfs waarschijnlijk, hartstikke fout en oliedom. Alst hij straks nieuwe onderdelen moet kopen heeft hij het in ieder geval geprobeerd!

Hildo wil u niet opzadelen met de aanschaf van nieuwe onderdelen omdat u in een vlaag van verstandsverbijstering veronderstelt dat Hildo weet waar hij mee bezig is. Zo wordt u de aanschaf van nieuwe onderdelen voor uw hopeloos verknoeide trekkergroep in ieder geval bespaart. Hij denkt met u mee hoor!

 

26 februari 2014. Trekker tunen: Het uur der waarheid!

Twee series geschoten van 13 schoten elk, waarvan de hoogste 10 tellen. Hildo is nu eenmaal zwartkruitschutter en oude gewoontes zijn moeilijk af te leren. Bovendien is het vergelijk met zwartkruitwapens op deze manier eerlijker.

Heeft het Trekker Tjoenen geholpen?

Hildo merkt er niets van. De trekkerdruk is onveranderd hoog, Hij vermoedt dat het nagelvijltje zachter is geweest dan het materiaal van de 1911, want dat is écht knetterhard spul. Destijds, met zijn Colt 1851, heeft Hildo al eens eerder een trekker getuned en dat is toen wonderwel gelukt. Het materiaal van zo'n Italiaanse Uberti voorlaadrevolver is, in verhouding, boterzacht. De Norinco lijkt zijn kwaliteiten op bepaalde vlakken, en dan met name op levensduur, wel te hebben.

Nog een Trekker Tjoen poging?

Natuurlijk, Hildo geeft het niet op. Die trekkerdruk moet omlaag, want met de huidige 2,5 kilo is het niet echt lekker schieten.

 

26 februari 2014. Verkoperde semi-wadcutters voor 45 ACP

Volmantel kogels zijn gegoten kogels waar een dunne koperen mantel omheen geperst is. Een relatief duur procedé. Goedkoper zijn loden kogels die elektrolytisch verkoperd worden, en dát zijn de exemplaren die u hierboven ziet liggen. Het grote voordeel is dat u, net als met volmantels, niet hoeft te kliederen met het invetten. Ze kunnen zo verschoten worden en het dunne koperen laagje zou voldoende bescherming moeten bieden om het wapen te vrijwaren van loodafzetting. Hildo kreeg ze zomaar van een collega-schutter, erg aardig natuurlijk, en zal ze binnenkort gebruiken om te herladen. Deze kogels hebben een brede krimprand, mooi voor goed en uniform krimpen.

Zelf uw kogels verkoperen?

'In principe is het mogelijk', meent Hildo, net zoals dat u zelf zou kunnen verzinken of verchromen. Het principe is hetzelfde. Maar Hildo laat dat voorlopig even voor wat het is. Nogal giftige componenten en daarnaast de aanschaf van het een en ander aan apparatuur. Als het schip met geld dan toch binnen mocht lopen, ziet Hildo een snellere, wellicht zelf progressieve, pers als een betere aanschaf.

 

1 maart 2014. De trekker wordt er haast warm van!

Geen andere schutters op de baan, dat scheelt. Kan hij de hulzen laten liggen zonder de kans op een hele serie platgewandelde exemplaren. De 1911 gooit ze nogal een stukje van het schietpunt vandaan, alle kanten op eigenlijk. De kaart is Hildo vergeten te fotograferen, geeft niet. Zat vol gaten, dat snapt u. Het gaat hier om gewenning aan het wapen. Hildo hoopt dat de resultaten door de routine omhoog zullen gaan. Hij doet zijn best. Straks weer herladen. Als hij ten strijde trekt in de discipline 'militair pistool' en verliest, zal het niet gelegen hebben aan te weinig schieten!

 

5 maart 2014. De laatste kogels van de Walker

Het zakje met kogels begint danig leeg te raken, dus er moet binnenkort weer gegoten worden. Want u weet: niet gieten is niet schieten. Van de tweede 'blauwe serie' heeft Hildo maar 12 terug kunnen vinden. 'Ergens eentje door hetzelfde gat', denkt hij. Maar wat kan het schelen, het schieten ging prima ondanks dat de score niet bijzonder is. Veel last van trillen door het wapengewicht. Beetje krachttraining zou vast geen kwaad kunnen

 

5 maart 2014. Topgroep met de Norinco!

Van Michael, een voormalige collega-schutter van SV Cassidy, een flinke serie kogels gekregen. Deze kogels zijn de gegoten uitvoering uit de 452-228 1R giettang van Lee, van de standaard volmantel 230 grain kogel, de zogenaamde 'hardball' met ronde neus. Dát is de kogel waarvoor de 1911 destijds is ontworpen en over het algemeen zijn dat ook de kogels waarmee een 1911 probleemloos functioneert.

Lee 452-228 in de praktijk

Ondanks het hogere gewicht van deze kogel is er eigenlijk nauwelijks iets te merken van meer terugslag, in ieder geval niet met deze rustige 3,2 grain BA10 kruitlading: het schiet best vriendelijk. Na geschoten te hebben met de Walker, rost Hildo er met de 1911 nog een serie van 28 patronen door. Het schiet prima en het wapen, dat normaal toch sterk de neiging vertoont tot vastlopen tijdens de patroonaanvoer, schiet deze 28 er probleemloos door. Groot is Hildo's verbazing als hij de kaart terughaalt. Een echt kleine groep die er niet om liegt. Dit geeft de burger weer moed! De kaart laat zien dat de precisie van deze low budget Norinco helemaal niets onderdoet voor veel duurdere 1911 modellen. Als de goeie kogels er maar inzitten!

 

12 maart 2012. Alles door elkaar...

Dit zijn de rijstpatronen van 10 maart jongstleden. Hildo heeft de hulzen identiek geladen met 49 grain Explosia 0 (FFFG) kruit. Ze zijn geladen met de Lyman 457-292 kogel van puur lood en, gewoon om te proberen, met de Lee 452-200 kogel voor het Norinco .45 ACP pistool.

452-200 kogel voor 45-70?

U weet ook wel dat het kaliber 45-70 een 457 tot 458 kogeldiameter gebruikt en dat die 452-200 kogel te klein is. Geeft niet, gewoon proberen.

Met één en twee handen

Hildo heeft de series zowel met één hand als met twee handen geschoten. Dit om het trillen van het wapen tegen te gaan.

De resultaten

Onduidelijk. Te veel verschillende dingen geprobeerd, het niet opgeschreven en te vroeg vergeten welke serie met wat op welke manier verschoten is. Hij weet het niet meer! Geeft niets, nogmaals proberen en gelukkig doet hij dat niet met tegenzin. Hij zal de volgende keer wel alle handelingen direct op de baan noteren zodat hij u de resultaten klip en klaar kan voorschotelen.

 

19 maart 2014. Schietkaart Eleanor & Lee Enfield

Hildo knalt een serie met de laatste 452-500 Hensel kogels, hij moet hoognodig weer kogels gieten. Het groepje is mooi, maar iets te hoog. 85 punten toch nog niet slecht. 

De Lee Enfield in .303 British van Loden Cees

'Héé Hildo, wel eens geschoten met een Lee Enfield?', vraagt Loden Cees.

Nee, dat heeft Hildo niet. 'Keertje proberen dan?' Dat laat Hildo zich geen tweede keer zeggen, altijd interessant om te voelen hoe het gaat. Het wapen is een Engelse Lee Enfield No.4 Mark 2 met het bouwjaar 1955. Deze generatie wapens heeft zijn jaren gesleten in opslag en is eind jaren tachtig, nog steeds gloednieuw in papier gewikkeld en dik in het vet, voor een habbekrats verkocht aan het publiek. Wedden dat ze langzaamaan steeds duurder worden? De Lee Enfield is een conventioneel grendelgeweer met een uitermate lange historie en veel tussentijdse veranderingen en uitvoeringen. Loden Cees heeft deze Lee Enfield gekocht van een oudere man die er zelf nauwelijks mee geschoten heeft. Het wapen is ouder dan Hildo, maar waar Hildo al wat gebruikssporen vertoont, verkeert de Enfield nog steeds in nieuw staat. Erg mooi.

 

19 maart 2014. Knallen met de Lee Enfield No.4 Mk2 (klik foto groot)

Het kaliber is .303 British. Deze patroon stamt uit 1888, is van oorsprong voor zwartkruit ontwikkeld en was destijds hypermodern door een kleiner kaliber dan voor zwartkruit gangbaar was. Het lijkt zo op het oog wel wat op de 308 Winchester. Er passen tien stuks in, de patronen worden van bovenaf in het magazijn gedrukt. Het magazijn is wel verwijderbaar maar het is niet als verwisselbaar magazijn gedacht, de soldaten kregen er geen meerdere mee. In principe blijft het gewoon zitten. De kogel is, voor zwartkruit begrippen, niet erg zwaar met 180 grain. De kruitlading is erg rustig en het schiet verrassend vriendelijk met nauwelijks terugslag. De trekker sleept behoorlijk en gaat wat zwaar, maar u mag dit voormalige legerwapen niet verwarren met een wedstrijdgeweer, het is even wennen na Eleanor. De viziering is bijzonder. Een korrel op de voorkant, vierkant met een puntje er op. De korrel wordt beschermd door twee opstaande beschermplaten aan beide zijden. De keep is geen normale keep, maar bestaat uit een viziering met twee mogelijkheden. De standaard visiering bestaat uit een ringetje dat de omgeving niet afschermt. Voor maximale precisie kan het vizier omhoog worden geklapt en dan wordt het zowaar een echt diopter, compleet met klik-schroefverstelling. Erg mooi. Met de diopter omhoog schiet Hildo een best klein groepje, voor zijn doen. Het geweer lijkt loepzuiver te schieten met een gegoten kogel voorzien van gascheck. Het wapen is waarschijnlijk tot gat in gat in staat, maar Hildo niet. Kijk maar naar de blauwe serie in de schietkaart hierboven.

 

19 maart 2014. Een Colt 1911 Delta Elite in 10 mm.

Staat Hildo op de baan te knallen met z'n Norinco 1911 en zie wie er naast hem staat. Marcel! Het lijkt wel of iedereen een 1911 heeft. Marcel heeft er eentje in de uitvoering Delta Elite in het kaliber 10 mm Auto. Roestvast staal en het wapen voelt solide aan. De munitie is zelf herladen, dat is maar beter ook want de standaard 10 mm is een stevig geladen patroon. Wat Hildo er van begrepen heeft, is het begin jaren tachtig ontwikkeld voor de FBI, die er uiteindelijk niet gelukkig mee bleek vanwege de grote terugslag. Daarop heeft Winchester de .40 Auto ontwikkeld, die wat rustiger schiet. Marcels lading is gereduceerd, maar de terugslag is toch duidelijk groter dan die van Hildo's eigen zeer rustig geladen 45 ACP met 3,2 grain Vectan BA10 kruit. Hildo heeft één schot gelost met de Delta Elite om te voelen hoe het schiet. Het schot is sneller weg dan Hildo in de gaten heeft: de trekkerdruk van deze Colt is beduidend lager dan die van Hildo's Norinco. Hildo moet toegeven: deze 1911 voelt kwalitatief wat beter aan dan de Norinco, alleen een patroon in het magazijn schuiven voelt al beter aan. Toch gaat de Norinco niet weg, een simpele 1911 heeft best wel wat.

 

19 maart 2014. Knallen met nieuwe Starline hulzen

'Nou, dat maakt niet veel uit', denkt Hildo, als hij de kaart terughaalt. De Conclusie is simpel: het ligt aan Hildo, niet aan het wapen. Hij is wel benieuwd hoe de 230 grain rondneuskogel het straks gaat doen. Eerst nog wat nieuwe kogels gieten als het weer goed is.

 

23 maart 2014. Lee 452-230 gietblok na 2000 kogels

Hildo zegt het nogmaals: gieten met een zesvoudig gietblok geniet de voorkeur! Het gietblok is wel duurder, maar het extra geld bent u op een gegeven moment vergeten. Van de verhoogde kogelproductie blijft u genieten.

Openen van de nog koude mal is lastig

De mal voorverwarmen is een goed idee. Pas wel op voor eventueel kromtrekken. Als de mal nog niet op temperatuur is, zullen de kogels vanzelfsprekend van slechte kwaliteit zijn, maar een belangrijker probleem is dat de snijplaat van de mal dan moeilijk te bewegen is omdat het lood te koud en dus te hard is. Wat u dan kunt doen, is telkens één kogel gieten, niet aldoor in dezelfde gietholte natuurlijk. Die ene kogel afsnijden is wel goed te doen en al doende wordt het blok steeds warmer en kunt u langzaamaan steeds meer kogels gieten totdat de snijplaat ook goed te openen is met zes kogels. Als het gietblok goed op temperatuur is, kunt u in verhouding tot een tweevoudig gietblok echt in sneltreinvaart kogels produceren. Hildo zal daarom nooit meer een tweevoudig blok kopen als er ook een zesvoudige uitvoering van is. Een enkelvoudig blok is pas écht afzien wat snelheid betreft, de kogels zijn naderhand natuurlijk wel van betere kwaliteit omdat ze allemaal uit dezelfde gietholte komen en minder onderlinge afwijkingen zullen vertonen.

 

23 maart 2014. Bevroren gasfles

Echt koud is het niet, maar de gasfles krijgt het na langdurig gebruik knap frisjes. De druk daalt merkbaar. Gelukkig lukt het nog het lood vloeibaar te houden en het in baartjes te gieten. Dit is precies de reden waarom Hildo de ongeneugten van zijn Coleman benzinebrander voor lief neemt tijdens campingtrips die niet tijdens warm weer, maar bij lagere temperaturen of, zelfs vorst, plaatsvinden. Juist dán is het prettig om een prakkie te kunnen koken en een gasbrander is daarvoor op dat moment geen goede metgezel. De volgende keer voor het loodgieten even naar een oplossing, iets van verwarming, omzien.

 

26 maart 2014. The 3-gun battle!

Een Italiaanse replica van een .36 percussiepistool van meer dan 150 jaar geleden, een moderne 9 mm CZ en Hildo's eigen Norinco, een Chinese replica van een .45 Colt Government 1911 A1 uit 1911, uitvoering 1924.

.36 Mariëtte

Mariëtte is een .36 Pedersoli Le Page, geladen met 9 grain Zwitsers 4 (3 1/2 FG), een wonderwad, een .013 mm patch en een 35,5" rondbal. De eigenaar schoot hiermee onlangs tijdens een zwartkruitwedstrijd 89 punten en behaalde daarmee een eerste plaats. Mariëtte is drie eigenaren geleden eigendom geweest van een wedstrijdschutter die met dit pistool Nederlands kampioen is geworden. En Hildo? Hildo bakt er niets van, u ziet het.

9 mm CZ 75

Clubwapen van SV de Vrijheid, geladen met standaard Sellier & Bellot fabriekspatronen. Na elke paar schoten loopt het wapen vast. Hildo krijgt een punthoofd van het ding, maar de trekker gaat heerlijk licht en hij schiet er uiteindelijk toch het beste groepje van de avond mee.

.45 ACP Norinco

Hildo is inmiddels niet meer geheel psychisch relaxed na het precisiedebacle met Mariëtte en het continu vastlopen van de CZ. Hij mist zo de balans die nodig is om een topscore te schieten. Wellicht dat daardoor het groepje van de 1911 tegenvalt, ondanks het gebruik van de naar 452 gesizede kogels uit de Lee 452-228 gietmal met perfecte OAL (over all length), net iets vrij van de trekken voor een superkorte vrije vlucht, en het gebruik van de uniforme full length gesizede Starline hulzen. Het kan verkeren.

 

28 maart 2013. Na 140 schoten: Schietblaar!

Hildo merkt dat er telkens een stukje wijsvinger tussen de trekker en de trekkerbeugel komt. Na 140 schoten begint zijn vinger door te slijten en vanwege Hildo's lage pijngrens doet dat best zeer. Kwestie van eelt kweken en dat lukt al aardig. Ook tussen zijn wijsvinger en duim zit aan de bovenkant inmiddels een klompje eelt.

 

30 maart 2014. Nieuwe loodsmeltpot in bedrijf

De voet van de gasfles staat superstevig op de gasbrander en houdt de warmte beter onder de pot. Het witte is verbrande verf. Die zal na enkele gietsessies verdwenen zijn. Deze smeltpot is een topper!

60 kilo lood

Naar schatting heeft Hildo 60 kilo puur daklood in baartjes gegoten, netto genoeg om ruim 1800 500 grain voorlaadkogels voor Eleanor te kunnen gieten. Ontdaan van het afval (verbrand lood) zullen er zeker 1600 kogels inzitten. Alleen die enkelvoudige giettang... da's dagenlang gieten! Hildo merkt dat, hoewel de pot nog lang niet vol is, naarmate er meer lood in zit het lastiger wordt om te roeren. De pot hoger maken heeft geen zin, omdat u dan met de lepel het lood niet zo goed op kunt scheppen. Zoals de pot nu is, zijn de diameter en hoogte voldoende om er toch vlot wat grotere stukken daklood in te kunnen plaatsen.

 

30 maart 2014. Antivries

De brander is vrij fors en lust wel een slokje gas. Het gas zit vloeibaar in de fles en de overgang naar gasvorm kost warmte, u kent het fenomeen uiteraard. De fles kan zelfs bevriezen en bij erg koude gasflessen valt de druk weg. Het is dus zaak om zo'n fles warm te houden. Gelukkig kan de bovenkant van de net afgesneden gasfles dienst doen als waterreservoir en houdt deze zo de groene gasfles, als een omgekeerd werkende radiateur, warmer. Het lijkt te werken, Hildo heeft in ieder geval geen bevriezingsverschijnselen meer waargenomen of iets van wegvallende druk gemerkt.

 

2 april 2014. Er is een groepje!

Hildo doet nogmaals een poging de geheimen van het precisie-schieten met Mariëtte te doorgronden. Hij is daar zo druk mee bezig, dat hij zomaar vergeet kruit achter de kogel te doen. Gelukkig brengt de Eichelberger Ausblaser uitkomst. Een geweldig handig ding en de serie kan gewoon doorgang vinden. Het vizier staat voor Hildo niet goed, maar dit wapen is niet van hem en er aan schroeven doet hij daarom niet. Hij richt gewoon onderkant zwart. Midden in het zwart gaat niet, want dan worden de kaart, keep en korrel één grote zwarte massa. Uiteindelijk gaat het om het groepje en het lijkt, de vier afzwaaiers buiten beschouwing gelaten, op dit moment niet eens verkeerd. Het is toch wel een leuk pistool, het is even wennen.

 

2 april 2014. Rustig aan

Ditmaal heeft Hildo zijn best gedaan om zo goed mogelijk te richten. Het schiettempo ging iets omlaag, maar niet veel. Het typische 'treuzel geneuzel' van echte wedstrijdschutters ligt Hildo niet. Sterker nog: waar bij wedstrijdschutters het lage tempo een positieve invloed heeft op de score, is dat bij Hildo juist andersom. Wederom gaat er magazijn na magazijn door, maar er wordt af en toe wel even afgesteund om de spieren in de arm tot rust te laten komen om zodoende overmatig trillen te vermijden. 'Geen topscore, maar voorwaar niet slecht', aldus Hildo, die het niet bereiken van een kleinere groep wijdt aan de 2,5 kilo trekkerdruk. Of dat de échte reden is of dat hij niet beter schieten kan, zal blijken als de trekkerdruk naar beneden gebracht is. Op dit moment vertoont hij nog geen aanstalten om een tweede poging te ondernemen in de 'Techniek Der Trekker Tuning'. Ontbreekt het hem aan werklust of is hij bang dat het mislukt? Donkere blikken van Hildo, maar enig commentaar blijft achterwege.

 

3 april 2014. Weigerachtige Murom primers?

'Murom slaghoedjes die weigeren zijn een probleem van het verleden', zo las Hildo ergens op een Amerikaans forum. De eerste batch van 1000 ging goed, de tweede serie van 1000 is nog lang niet op, maar heeft al wel twee weigeraars er tussen. U ziet daarvan eentje op de foto hierboven. De slagpin heeft de primer wel goed geraakt. Hildo heeft het nog een keer geprobeerd, maar het slaghoedje doet niets. De prijs is niet slecht, maar wellicht is er toch een klein probleempje met Murom. Of Hildo had gewoon pech.

 

9 april 2014. Bijna de laatste 452-200 Lee kogels

Bij deze kaart was er niet eens zo heel vaak sprake van weigeringen (vastlopen/schoorsteentje) met de 452-200 Lee kogel, waarvan Hildo er gelukkig niet zoveel meer heeft. De 452-228 Lee met ronde neus is veel betrouwbaarder en schiet volgens Hildo nog zuiverder ook. Het kan een gevoelskwestie zijn en deze groot uitvallende groep toeval, want Hildo schiet niet altijd even consistent. Maar, laten we eerlijk zijn: het lijkt nergens naar. Daarentegen, als het alleen om de score zou gaan had hij allang een kleinkaliber pistool... blehhh, jakkiebah.

 

11 april 2014. Superkaart?

Weer eentje voor de verplichte interne competitie. Volgens de circulaire moeten er op jaarbasis vijf kaarten worden geschoten, SV de Vrijheid te Hoogeveen maakt er acht verplichte kaarten van. De logica om regels nóg strenger maken dan ze al zijn ontgaat Hildo, maar het maakt hem niets uit. Al zijn het er vijftig. No Problemo!

Toch Problemo?

Al sinds tijden zit er een beetje links-rechts speling op de ringkorrel en dat is wel een probleempje, tenminste voor wie de tien poogt te raken. Als u de schietkaart hierboven bekijkt ziet u twee afzwaaiers naar rechts, maar ook twee groepjes. Eentje in het midden en eentje verder naar links. Het zou kunnen dat het aan Hildo ligt, maar de speling maakt het geweer niet zuiverder. Het is tijd om dit definitief op te lossen.

 

11 april 2014. Pop, pop, clack. 'The Wadcutter Jam'

Dit lag in de lijn der verwachting. Deze wadcutter mist hetzelfde wat de andere niet goed functionerende kogels ook missen, namelijk een ronde neus. Het kameren, de aanvoer zo u wilt, is en blijft een probleem. De oplossing is simpel en goedkoop... niet meer gebruiken.

 

14 april 2014. Strakke korrel!

Dit is hoe de ringkorrel van Eleanor gemonteerd is. Door de schroef naar binnen of naar buiten te draaien, kan de korrel verder naar links of rechts schuiven. Op de onderste foto kunt u zien dat de stelschroef voorzien is van een extra ring. De pootjes van de ringkorrelhouder die tussen de stelschroef en ring gemonteerd zijn, zijn iets te dun waardoor er wat speling op zit.

De oplossing

U kunt zien dat Hildo het linker pootje wat verder in de richting van de knop van de stelschroef heeft gebogen. Daarmee is de speling verdwenen. De ringkorrel zit nu weer superstrak tussen de stelschroef. Eventueel tegenvallende scores worden voortaan niet meer beïnvloed door rammelende richtmiddelen, want ook de diopter op de achterkant van het geweer zit er spelingvrij op.

 

20 april 2014. Dubbele serie met Eleanor

De bovenste kaart is de eerste, eronder de tweede kaart. Traditiegetrouw is de tweede slechter. Scheelt niet veel. Wat ook niet veel blijkt te schelen, is het vastzetten van de ringkorrel: de scores zijn er niet echt op vooruit gegaan. Geeft niet, dat komt vanzelf. Binnenkort wordt de 90 punten barrière nogmaals geslecht, meent Hildo. 'Wedden? ', zegt ie nog, de optimist.

 

B) 21 april 2014. Trekker Tjoenen poging 2

Ditmaal vervangt Hildo dus de sear, de multiveer en de hoofdveer. Het loopvlak van de nieuwe sear is veel gladder dan de oude. De multiveer wordt gewoon vervangen. Tunen kan, indien nodig, in een later stadium. Op de foto komt het niet goed uit de verf maar de nieuwe hoofdveer is iets langer. Hoe meer druk op de hoofdveer, hoe zwaarder de trekker gaat. Dus moet er een stuk van de hoofdveer af. Met een zijsnijtang heeft Hildo de nieuwe veer met drie wikkelingen ingekort en deze is nu een stuk korter dan de oude. Bij het inkorten is het van belang dat de veer genoeg druk blijft uitoefenen op de hamer om het slaghoedje af te laten gaan.

 

1) 23 april 2014. Hildo vs wedstrijdschutter El Presidente... met een rammelende 1911

In een vlaag van overmoed, kopje koffie te veel, slentert Hildo naar El Presidente toe. Ineens schalt de mondharmonica van Ennio Morricone door de luidsprekers van de kantine. Hildo gaat dicht op El Presidente staan, knijpt z'n ene oog tot een spleetje, buigt zich nog een fractie verder naar hem toe en zegt op onderkoelde toon: 'Hey, El Presidente... duel tussen mij en jou. Ik met jouw pistool en jij met de mijne... Wat denk je ervan?'.

U moet weten, El Presidente is een behoorlijk goede schutter, zo eentje met 'muscle memory' voor wie Nederlandse Kampioenschappen geen onbekend fenomeen zijn.

Wat Hildo met deze uitdaging denkt te bereiken is onduidelijk, maar El Presidente is bepaald niet onder de indruk. Hij kijkt Hildo recht aan, knippert niet één keer, en zegt... 'Dat durf ik wel aan... knul.'

'Oeps!', denkt Hildo, maar hij laat niets merken en buigt zich langzaam nog een beetje verder naar El Presidente toe, knijpt nu beide ogen tot spleetjes en fluistert: '... ik zie je op de schietbaan.... na m'n koffie...'

 


3) 23 april 2014. El Presidente met Hildo's 1911... De verrassing!
De rode gaten zijn van El Presidente, goed voor.. 57 punten?
Hildo schoot met El Presidentes CZ maar liefst 76 punten en... wint daarmee onverwacht het duel, hoe is het mogelijk!

'Ik kan hier niks mee', aldus El Presidente, die vol verbazing naar zijn net met de Norinco 1911 geschoten kaart staat te staren, het lijkt wel een sterrenbeeld! Soms, heel soms gebeuren er dingen die u absoluut niet verwacht.
Hildo dan nog een keertje met de 1911
Na El Presidente schiet Hildo zelf ook nog even tien stuks met zijn 1911, de blauwe gaten. De score valt met 14 punten meer duidelijk hoger uit, die drie in de tien maken het verschil!

El Presidente kan niet geloven wat er zich voor zijn ogen afspeelt. Evengoed, hij neemt het buitengewoon sportief op en vervolgt uiteraard met de klassieker: 'Ik wil revanche!'.
Wat is er gebeurd dan?
Hildo's drie tienen, da's al mazzel van het zuiverste water... en dan ook nog nét op dit moment. Bovendien heeft Hildo de laatste tijd veel met de weerbarstige 1911 geschoten en hij is de hogere trekkerdruk gewend. El Presidente is dat niet, hij schiet als wedstrijdschutter met goede wapens waarbij alles klopt. Daarin moet de oorzaak liggen.
Nog een paar schoten
El Presidente is inmiddels naar de kantine gegaan, wellicht iets minder vrolijk dan normaal, maar Hildo knalt in opperbeste stemming nog even door met de 1911. Opeens weet hij het zwart van de kaart niet eens meer te raken, maar dat ziet El Presidente niet meer. Een flinke dosis geluk mag u omhelzen als het voor uw neus staat.

 
 BACK   

 ---- Western wedstrijdkalendertje  ----

Zwartkruit wedstrijden worden vrijwel het gehele jaar door georganiseerd. Een klein gedeelte van deze evenementen, waar wat te doen is op welke data, ziet u in Hildo's wedstrijdkalendertje. Klik hier!